- blad nr 20
- 15-12-2012
- auteur W. de Lange, de
- Column
Tikketikketikketik
Lesley kreunt. Dat is niet goed. Als Lesley drama gaat maken, kunnen we het verder op ons buik schrijven. Maar nee, na nog een kreun werkt ze gewoon verder. Ze kijkt alleen even naar de klok of het moment nog ver is waarop ik door de klas ga lopen om op verzoek hulp te bieden. Het blijft stil. Het is een geschenk.
Mani heeft het heel moeilijk. Ik zie hem telkens draaien naar de klok. Kan het al, komt ze al? Zijn vinger gaat alsmaar bijna de lucht in. Hij kijkt me smekend aan. Als hij bot vangt, doet hij zijn arm langzaam weer omlaag. Boos pakt hij zijn leertekst weer. Zijn ogen dwalen er warrig en hoogstwaarschijnlijk doelloos doorheen. Maar hij blijft stil. Het is een wonder.
Het had heel anders kunnen lopen. Als adhd-Johnnie niet ziek was geweest, bijvoorbeeld. Dan hadden we dit niet voor elkaar gekregen. Halve stilte is iets heel anders dan deze hele stilte, die veel stabieler is. Geen Johnnie vandaag, maar wel een Kimberley. Die zit voor het eerst in deze klas, overgeplaatst omdat ze in haar vorige klas voor zoveel haat en nijd zorgde dat het niet meer ging.
Toen Kimberley zo-even het lokaal inkwam, keek ze kwaad door me heen. Het is, eerlijk gezegd, al een paar weken behoorlijk stuk tussen ons. Ik bereidde me erop voor dat ze zou gaan proberen me te bewijzen dat ze ook in deze klas amok kon maken. Haar openingszet was traditioneel en voorzichtig: hard tikken met een pen, nadat ik om stilte had gevraagd. Tikketikketikketikketik. Ze kijkt langs me heen en tikt verder, zachtjes en vasthoudend. Ik maak een stopgebaar. Niemand reageert op haar of op mij. Het tikken houdt op. Even denkpauze. Dan gaat ze hard krassen met een pen. Ik gebaar weer dat ze moet stoppen. Kimberley kijkt om zich heen. In haar vorige klas zouden nu alle ogen op haar en mij gericht zijn. Maar deze keer zijn alle anderen gewoon aan het werk. Het krassen houdt op. Dan begint ze zachtjes tussen haar tanden te sissen. “Kimberley”, zeg ik zachtjes. Ze kijkt om zich heen. Niemand besteedt enige aandacht aan haar of aan mij. Ze begint het op te geven. Het geneurie daarna klinkt niet meer overtuigd. Gideon kijkt even geërgerd haar kant op. Het geneurie sterft weg. De grote stilte breekt aan. Ik voel me zenuw voor zenuw tot rust komen.
Dient stilte in de klas alleen mijn zenuwgestel? Wordt mijn afkeer van drukte en lawaai ook ingegeven door de belangen van de lerende leerling, of alleen door eigenbelang? Gelukkig hoef ik daar geen eerlijk antwoord op te geven. Deze klas vindt de stilte nu wel lekker, daar ben ik zeker van. Onze belangen vallen deze keer samen.