blad nr 18
17-11-2012
auteur A. Kersten
Redactioneel

Rector ziet af van vergoeding na commotie

Paul van der Heijden ziet af van de bestuurstoelage die hij nog steeds zou ontvangen nadat hij februari 2013 terugtreedt als rector magnificus en collegevoorzitter van de Universiteit Leiden. Hij vindt de discussie die over zijn toelage is ontstaan ‘niet in het belang van de universiteit’.

Binnen en buiten de universiteit ontstond ophef over afspraken die waren gemaakt rond het afscheid van Van der Heijden. Die herneemt op 8 februari 2013 zijn functie als hoogleraar bij de faculteit rechtsgeleerdheid, en zou eerst aanspraak maken op een sabattical van veertien maanden met doorbetaling van zijn bestuursbezoldiging. In 2011 kwam die beloning uit op 210 duizend euro. In september 2014 wordt hij 65 jaar.
Hoewel voorzitter Nout Wellink van de raad van toezicht de afspraken tegenover de universiteitsraad verdedigde, is nu toch besloten om de hoogte van de beloning aan te passen. De eerste negen maanden blijft Van der Heijden als hoogleraar vrijgesteld van onderwijstaken om ‘zijn kennis op dit vakgebied te actualiseren’. De vijf maanden betaald verlof daarna, die hij in een vorige functie bij de Universiteit van Amsterdam had opgebouwd en meegenomen, worden ‘in overleg’ tussen Van der Heijden en de faculteit rechtsgeleerdheid besteed.
In februari 2007 trad Van der Heijden bij de Universiteit Leiden aan als rector en bestuursvoorzitter, hij volgde toen Douwe Breimer op.