- blad nr 18
- 17-11-2012
- auteur A. Kersten
- Redactioneel
Senaat omarmt grens voor topinkomens
Ronald Plasterk mocht op zijn eerste werkdag als minister van Binnenlandse Zaken in de senaat aantreden om de Wet normering topinkomens (wnt) te verdedigen. Het sluitstuk voor een wet die met een voorgeschiedenis van tien jaar moet ingaan op 1 januari 2013.
Een beetje vreemd is het wel: de senaat boog zich over een beloningsplafond gestoeld op 130 procent van het inisterssalaris (223 duizend euro inclusief onkostenvergoeding, premies en pensioen), terwijl het kersverse VVD/PvdA-kabinet in het regeerakkoord al aankondigt de grens te willen terugschroeven naar 100 procent. Dat maximum zou ook nog eens van toepassing moeten worden op álle werknemers in de semipublieke sectoren, en dus niet alleen bestuurders.
Dat is des te opmerkelijker omdat de VVD en PvdA december vorig jaar in de Tweede Kamer allebei nog tegen een motie stemden waarmee de norm al verlaagd kon worden naar 100 procent van het ministerssalaris. Dat de Eerste Kamer instemt
met een norm die gelijk alweer ingehaald wordt, is ook weer
een beetje overdreven. Voordat het kabinet met een aanscherping bij de Tweede Kamer aanklopt, zullen er de nodige
consultaties, adviezen en overleggen achter de rug zijn. “Je kunt niet even simpel in een voetnoot de norm van 130 procent naar 100 procent van het ministerssalaris omzetten”, aldus Plasterk. “Maar ik streef ernaar dat het dit keer geen tien
jaar duurt.”
In de tussentijd moet de voorliggende topinkomensgrens gewoon ingaan, betoogde de minister. Ook de Eerste Kamer vindt het daarvoor de hoogste tijd. De senaat is doordrongen van de regelmatig terugkerende maatschappelijke ophef over bovenmatige beloningen in het onderwijs en andere semipublieke
sectoren.
“Financieel zonnekoninggedrag is zeker in de publieke en semipublieke sector laakbaar”, zei senator Peter Ester van de ChristenUnie. “Gelukkig lijkt het in toenemende mate om
uitzonderingen te gaan, maar het zelfreinigend vermogen van raden van bestuur en raden van toezicht behoeft blijvend onderhoud.”
Volgens Plasterk is het denken over beloningsnormen de afgelopen jaren veranderd. “Veel mensen die op dit moment in de buurt of boven de norm zitten, doen goed werk voor een salaris dat lang als heel redelijk is ervaren.”
In die ‘nuance’ kon de VVD zich duidelijk vinden, de partij
die eerder bedenkingen uitte over het wetsvoorstel. Tijdens
het debat zei de liberale senator Helmi Huijbrechts-Schiedon
dat haar fractie opschoof in de richting van de minister.
Een week na het debat aanvaardde de voltallige Eerste
Kamer, inclusief de VVD, de wet.