- blad nr 11
- 9-6-2012
- auteur A. Moerman
- de Vereniging
Groen onderwijs aan de achterste mem
In april waren er drie kennismakingsbijeenkomsten. In voorgaande jaren was een opkomst van zo’n 25 mensen gewoon, maar de laatste twee keer bleef het om niet geheel duidelijke redenen beperkt tot een handjevol en minder. Eind juni staat er een meet & greet op de agenda voor het personeel van het Clusius College (groene vmbo- en mbo-opleidingen in Noord-Holland, 4400 leerlingen) en het Wellantcollege (vmbo- en mbo-scholen voornamelijk in Zuid-Holland en Utrecht, 13 duizend leerlingen). Op 3 juli staat Leeuwarden nog op het programma, voor het personeel van de noordelijke groene opleidingen.
Secretaris Lex Meijer van de groep Agrarisch schiet in de lach bij de veronderstelling dat de groep, gezien de weinig actuele stand van zaken op de website, op sterven na dood is. “Nee joh, maar de info actueel houden, dat schiet er een beetje bij in, gelet op alle drukte van mijn dagelijks bestaan”, zegt Meijer die sinds 1983 verbonden is aan het Agrarische Opleidingscentrum Oost. Lesgeven doet hij nog maar één dag per week, de rest van zijn werkweek is gevuld met onder meer het bve-consulentschap voor de AOb. Hij is momenteel de enige bve-consulent afkomstig uit het groene onderwijs. Ook is Meijer onder meer nauw betrokken bij het project ‘Kies kleur in groen’, om meer allochtone leerlingen richting het groene onderwijs te lokken. “Er leven te veel vooroordelen onder allochtonen over werken in de groensector. En onze leerkrachten weten vaak ook nog niet zo goed hoe ze met diversiteit moeten omgaan.”
In de onderwijswereld neemt het groene onderwijs een aparte plaats in. Zo viel het altijd onder het ministerie van Landbouw. Het personeel valt arbeidsvoorwaardelijk onder de cao-bve. “Die cao is kariger (meer lesuren en uitgeklede bapo) dan die van het primair en voortgezet onderwijs”, meent Meijer. “De bve zit in het verdomhoekje en binnen de sector wordt het groene onderwijs ook nog eens stiefmoederlijk behandeld. Daarom is het goed om bij elkaar te komen en samen te kijken hoe we de belangen van het ‘groene personeel’ beter kunnen behartigen. Want ook binnen de AOb hangen we aan de achterste men. Eigenlijk vind ik het onbegrijpelijk dat onze bijeenkomsten niet zo druk worden bezocht. Terwijl het ziekteverzuim hoog is en ik docenten wel veel hoor klagen in de gangen. Men voelt zich in de steek gelaten. Ik zou zeggen: Ga klagen op een plek waar het wel zin heeft. Dus organiseer je en zie als groep bijvoorbeeld een grotere voet aan de grond te krijgen in de sectorraad bve van de AOb. Daar wordt bepaald in hoeverre onze onderhandelaars met een ‘groene bril’ op cao-afspraken maken met werkgevers.”
Tegelijk zou de AOb zich ook uit zichzelf meer moeten inzetten voor het groene onderwijs. Meijer: “Het is een beetje een ‘de kip en het ei-verhaal’. Ik signaleer dat de andere bonden de groene onderwijsproblematiek beter oppikken dan de AOb. Onder mijn collega’s in Twello hoor ik wel eens zeggen dat ze zich door die andere bonden beter gehoord voelen. Terwijl ik natuurlijk veel liever zie dat ze lid worden of blijven van mijn eigen AOb.”