• blad nr 9
  • 12-5-2012
  • auteur G. van der Mee 
  • Redactioneel

Abrupt einde voor OPDC het Lumeijn in Zwolle 

Gewone school kan niet alle zorgkinderen opvangen

Personeel en ouders van orthopedagogisch-didactisch centrum (OPDC) het Lumeijn in Zwolle weten niet wat er nu met de leerlingen gaat gebeuren. De financiering stopt, dat is zeker. Nederland kent zeventien OPDC’s, maar alleen in Zwolle gaat de stekker eruit. In Zeeland kijken ze wel naar de toekomst.

“Wij gaan ervan uit dat de financiering stopt, dan kunnen we niet op dezelfde manier verder gaan”, zegt directeur Eric Rietkerk van het Lumeijn. De leerlingen van het orthopedagogisch-didactisch centrum (OPDC) in Zwolle moeten daarom op 1 augustus 2013 verdeeld worden over de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio IJssel-Vecht.
De acht schoolbesturen hebben het centrum indertijd opgezet omdat er voor een bepaalde groep leerlingen met gedragsstoornissen en leerproblemen geen passende opvang was. Toen er vier miljoen bezuinigd moest worden vanwege de kortingen op passend onderwijs, besloten ze, anticiperend, het weer op te heffen. Ouders, personeel en ook de gemeenteraad van Zwolle reageerden geschrokken op dit drastische besluit. Zij vinden dat het Lumeijn op de een of andere manier gehandhaafd moet blijven. Het centrum heeft meerdere functies. Er zijn tachtig mensen in dienst die behalve in Zwolle ook in Raalte en Kampen werken als ambulante begeleiders. Daarnaast werken ze in de reboundvoorziening voor leerlingen die op school een time-out nodig hebben. Er zijn ook kinderen die er direct vanuit het speciaal basisonderwijs worden geplaatst.

Passend onderwijs
Wat gebeurt er nu met hen? Rietkerk weet dat niet precies. “Besturen moeten dat zelf beslissen. Ik weet wel dat leerlingen waarvan ze echt niet weten wat ze ermee moeten, nog naar een zmok-school (zeer moeilijk opvoedbare kinderen) kunnen, maar dat is een stuk duurder dan onze voorziening.” Minister (inmiddels demissionair) Marja van Bijsterveldt gaat ervan uit dat de scholen deze kinderen kunnen opvangen. “Ik hoorde de minister zeggen dat met een cursus van een dag of vier de docenten deskundig genoeg zijn om deze zorgkinderen zelf op te vangen. Daar ben ik het helemaal niet mee eens. Veel docenten denken daar toch echt anders over, de Arena zat niet voor niets zo vol met stakers. Voor de ouders is dit ook een slag.”
Hoe de toekomst er nu uitziet weet niemand. Rietkerk wil wel kwijt dat hij naar aanleiding van een motie in de gemeenteraad met de wethouder gaat praten. “Het bestuur heft de stichting niet op. Ik denk dat het goed mogelijk is van het Lumeijn een soort servicecentrum voor passend onderwijs te maken.”
Het personeel krijgt waarschijnlijk een andere baan als leraar of onderwijsbegeleider. De AOb vindt dat daar dan een sociaal plan voor moet komen. “Ook al is het Lumeijn een voorziening van het samenwerkingsverband, op het personeel is gewoon de cao voortgezet onderwijs van toepassing”, zegt Albert Krist, rayonbestuurder van de AOb. Hij heeft een brief gestuurd naar het bestuur. Bij een reorganisatie is er een werkgelegenheidsgarantie van twee jaar. Krist wil een sociaal plan plus een interne vacaturebank. “Het personeel wordt nu weer opgesplitst over de besturen. Wij willen niet dat alleen zij de baantjes gaan verdelen, er moet een interne vacaturebank komen. Dan heeft het personeel er ook zeggenschap in.”

Bundeling
Worden de zeventien andere OPDC´s die in het hele land zijn opgezet door de samenwerkingsverbanden, ook in hun voortbestaan bedreigd? Pim van Kampen, directeur van OPDC Griffioen in Middelburg, tevens voorzitter van het landelijk werkverband van OPDC’s, heeft dat nog niet gehoord. “Hoewel ze bij sommige centra wel bezig zijn hun aanbod kleiner te maken.” Hij vindt de opheffing van het centrum in Zwolle veel te abrupt. “Ik ben voor de opvang van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in het regulier onderwijs. Voor de 200 leerlingen van het Lumeijn moet dan wel eerst de basisvoorziening in orde zijn.”
Volgens Van Kampen verschillen de zeventien OPDC´s erg van elkaar. Zelf is hij voorstander van een bundeling van alle vormen van speciaal onderwijs in één centrum. “Wij in Zeeland zijn tot de conclusie gekomen dat we vanwege de bezuinigingen de beschikbare schaarse middelen moeten bundelen.” Vandaar dat hij op Walcheren een expertisecentrum passend onderwijs wil opzetten met alle voorzieningen onder één dak. “Dus geen apart gebouw meer voor autisten, zmok enzovoort. Dat is de toekomst. Kijk, er blijven altijd leerlingen die in een andere setting dan het regulier onderwijs les moeten hebben. Als je dat niet doet, zitten ze binnen een paar jaar bij de justitiële jeugdopvang en dat is veel duurder.”
Iedere regio moet zelf besluiten hoe zijn expertisecentrum er uitziet. Op Walcheren hebben ze in ieder geval besloten niet meer te concurreren, maar samen te werken. Van Kampen wil een voorbeeld zijn voor anderen, maar beseft dat Walcheren in een andere situatie zit dan de Randstad. “Wij worden aan drie kanten door water omgeven, wij zijn tot elkaar veroordeeld. Maar ik heb al wel een verzoek uit Rotterdam om eens langs te komen.”

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.