• blad nr 9
  • 12-5-2012
  • auteur W. de Lange, de 
  • Column

 

Homo

De ouderraad wil praten over schelden. Een niet gering deel van de leerlingen vervalt geregeld in een afzichtelijk orkentaaltje dat de sfeer vervuilt. Dat willen aardige ouders hun kind besparen. Maar wat is ons beleid? Een collega zucht: “Ons beleid is dat we er tegen zijn.” Het daadwerkelijk uitbannen van schelden is een dagtaak. En soms een nachttaak, want dat eeuwige schelden hoort thuis in het rijk van de angst en dat is in het donker op zijn machtigst. We lopen met zestig derdeklassers over een heuvelrug in de Ardennen. Het schemert. Er hangt een parfum van solidariteit om de groep. Er is namelijk net een wonder gebeurd: bijna alle derdeklassers hebben zich kreunend en steunend, handen schavend en knieën stotend omhoog gewerkt door een venijnige kloof in de rotsen. En nu wandelen we met een denkbeeldige medaille om ons nek tussen de weilanden.
Wij zijn de enigen die de stilte verbreken, onophoudelijk de stilte verbreken, want stilte verdragen de meesten van onze leerlingen slecht. Een groepje koeien houdt de blik aandachtig op ons gericht. “MOEEE”, roept een van de koeien plotseling. Sidney, die vlak voor me loopt, schrikt. “Homo”, roept hij naar de koe. “MOEEE”, roept de koe weer. “Homo”, roepen Sidney en zijn klasgenoten Primo en Randy. De koe haakt af. Met deze jongens valt niet te praten.
Verderop staat een paard. Zachtjes en voorzichtig aaien Felicity en Gardenia zijn neus. Sidney moet even wraak nemen op de natuur, vanwege die koe, en dendert met een gebalde vuist op het paard af, alsof hij wil slaan. De meester houdt hem tegen. Het paard schudt even nerveus met zijn hoofd. Uiteindelijk staat ook Sidney voorzichtig te aaien.
Nu is het echt aardedonker. Ons baken is een heel oude kerktoren. Die is van onderaf verlicht, we zien hem al een half uur aankomen. Sidney moet plassen en gaat achter een struikje in de berm staan, dichtbij de toren. Plotseling gaan de lichten bij de kerk uit. “Kanker! Tering!”, schreeuwt Sidney vanuit het bosje.
De meester wil even om de kerk lopen. Sidney loopt voor me uit. Hij loopt niet zomaar stoer, hij loopt als het alfamannetje van een gorillatroep, eerst met een overdreven zwaai de rechterschouderpartij naar voren, daarna de linkerschouderpartij, een zware frons op zijn gezicht. We moeten over een kleine begraafplaats. “Ik hou hier helemaal niet van, een mongool, die meester”, gromt het alfamannetje. Hij schoudert snel en zonder op te kijken over de begraafplaats heen.
We lopen terug naar ons basiskamp, door de natte nacht. We komen langs een stille camping met een hoog hek er omheen. Sidney probeert een paar meisjes net zo bang te krijgen als hij zelf is. “De wolven zijn hier weer terug, weet je dat?” Precies op dat moment komen er een paar blaffende honden naar het hek gerend. Sidney vloekt: eerst plast hij de lichten uit, dan verschijnen er wolven op het moment dat hij het over wolven heeft. Duistere machten bedienen zich van hem, Sidney. FUCK!

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.