- blad nr 9
- 12-5-2012
- auteur T. van Haperen
- Column
Onze vrije loonval
Dus ja, het speciaal onderwijs en de ambulant begeleiders is de roes van het actiesucces gegund, maar jij en ik zitten met de kater. Ons salaris is namelijk voor nog eens twee jaar bevroren. En het was al even ijskoud in de onderwijsgezinnen. In januari 2012 verdiende ik netto minder dan in december 2011. Hoe dat kan? Er komt geen cent bij, waarna de stijging van de belasting en de pensioenpremie het karwei afmaakt. Van 2011 tot en met 2014 ligt het koopkrachtverlies, uitgaande van een gemiddelde inflatie van 2,5 procent, royaal boven de 10 procent. Verreken daarbij de loonstijgingen in de marktsector en leraren lopen in vier jaar tijd een extra arbeidsmarktachterstand op van tussen de 15 en 20 procent. Iedereen die denkt over een baan in het onderwijs, verdient slechts één advies: doe het niet!
Neem een net afgestudeerde leraar. Die kan 25 lessen geven, verdeeld over drie locaties. Dat reizen is niet handig, want de vergoeding van de werkgever dekt slechts een deel van de kosten en de aftrek reiskosten openbaar vervoer verdwijnt. De NS verhoogt bovendien jaarlijks de prijzen met een paar procent. De auto dan maar? Geen goed idee, de benzineprijs stijgt onophoudelijk, opgetopt met het hogere btw-tarief. Het beginsalaris van de jonge onderwijsheld ligt sinds 2010 diepbevroren op 2445 euro bruto. Uitgaande van een 38-urige werkweek verdient hij dan 14 euro per uur. Als gevolg van beginnersperikelen werkt hij veel meer; zijn bruto uurloon daalt tot onder de tien euro. Maar, zal de politiek zeggen, vanaf 2008 is toch een miljard extra gereserveerd voor salarisverbetering? Klopt, maar dat was voor de 300.000 personeelsleden die al in dienst waren. Jammer, het kan even niet anders, zegt dan het politieke midden. Maar mij is geleerd dat bij een gezamenlijk probleem iedereen betaalt. Minister Roolvink van Sociale Zaken bedacht daarvoor in 1970 de loonwet. En de prijzenwet stamt al uit 1961. Deze beleidsinstrumenten kunnen de lonen en prijzen bevriezen. In combinatie met een belastingverhoging daalt dan de koopkracht voor alle loontrekkers.
Tel alles op en de conclusie luidt: leraren deden weer eens niet mee in de besluitvorming en dragen buitenproportioneel bij aan het herstel van de overheidsfinanciën. Straks bij de verkiezingen horen ze weer de hypocriete lofzang van politici op het werk in de klas. Vergeet dan niet: bij een volgende crisis trappen zij ons weer een paar sporten omlaag op de carrièreladder. Degene die deze vrije val stopt, krijgt mijn stem.