- blad nr 9
- 12-5-2012
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Kwartiermaakster Klijnsma wil kleinere bonden
De nieuwe vakbeweging zal bestaan uit meer en kleinere bonden dan nu binnen de FNV het geval is. Daarnaast kunnen mensen zich aansluiten bij doelgroepen als jongeren, ouderen of zzp’ers. De voorzitter wordt rechtstreeks door alle leden gekozen. Dat zijn een paar elementen uit het rapport De ontwikkeling van de nieuwe vakbeweging dat kwartiermaakster Jetta Klijnsma op 1 mei presenteerde.
Naar aanleiding van de crisis in de vakcentrale FNV rond het pensioenakkoord – waarbij de meeste bonden voorstemden, maar de grote twee, Bondgenoten en Abvakabo, niet – werd PvdA-Kamerlid Jetta Klijnsma gevraagd om een nieuwe opzet te bedenken. De vakbeweging zou beter bestuurbaar en aantrekkelijker moeten worden. Veel bonden kampen namelijk met een terugloop van het ledental.
Volgens de kwartiermakers moeten de bonden kleinere en herkenbaarder eenheden gaan vormen. Dat kan op basis van een beroep, maar ook op basis van de regio waar men werkt (Schiphol, Maasvlakte).
De huidige negentien bonden zouden zich moeten opsplitsen in zo’n veertig sectoren, waardoor mensen zich weer herkennen in hun eigen bond. Daarnaast zijn er doelgroepbonden, bijvoorbeeld voor jongeren, vrouwen, senioren of zzp’ers. Een dubbellidmaatschap is ook mogelijk. Al die bonden zijn autonoom en vormen samen een koepel. Op grond van hun ledenaantal krijgen de bonden zetels in het honderdkoppige ledenparlement van de koepel. De grootste bonden krijgen maximaal 16 procent, om te voorkomen dat twee bonden zoals nu de boventoon voeren. De voorzitter van de koepel wordt rechtstreeks door alle aangesloten leden gekozen, de andere leden van het dagelijks bestuur worden deels uit het ledenparlement en deels door het ledenparlement gekozen.
De koepel zal overigens niet de naam De Nieuwe Vakbeweging (DNV) gaan voeren. Toen de kwartiermakers die naam wilden vastleggen, verzette een organisatie met dezelfde afkorting zich daartegen. Naar een nieuwe naam wordt nog gezocht.
Naast het dagelijks bestuur komt nog een adviesraad, die in opdracht van het ledenparlement toezicht houdt op de effectiviteit en efficiency van het bestuur.
De overkoepelende werkorganisatie krijgt in het plan opvallend veel taken toebedeeld. Deze moet via een nieuw investeringsfonds de witte vlekken in het aanbod van de bonden opsporen en initiatieven ondernemen om die op te vullen, internationale contacten onderhouden, bonden ondersteunen bij cao-onderhandelingen, de onderlinge cao-eisen op elkaar afstemmen. Een front office moet potentiële leden informeren over het lidmaatschap en alle ledenbestanden centraal gaan beheren. Er komt één merkenbeleid voor de bonden. Daarnaast wordt gedacht aan gezamenlijke ict, huisvesting, personeelsbeleid. Daarmee lijkt de koepel een veel groter takenpakket dan nu te krijgen.
Hoe dat allemaal betaald moet worden, gaat nog besproken worden met de penningmeesters van de huidige bonden. Wel heeft Klijnsma nu al in de plannen opgenomen dat het ledenparlement kan besluiten om een deel van de werkgeversbijdragen die bonden krijgen, af te romen voor gemeenschappelijke investeringsprojecten.
AOb-voorzitter Walter Dresscher zei na de presentatie dat hij het voorstel eerst met de leden gaat bespreken. Wat hem betreft kan er geen sprake van zijn dat de AOb per lid méér gaat betalen aan de overkoepelende organisatie. Tot 1 juni kunnen de bonden reageren op de voorstellen. Een definitief plan ligt er vervolgens op 11 juni. Of de AOb meedoet wordt door de algemene vergadering op 15 juni besloten, omdat de kwartiermakers uiterlijk 21 juni willen weten welke bonden al dan niet meedoen aan de nieuwe opzet.