• blad nr 20
  • 16-12-2011
  • auteur J. van Aken 
  • de Vereniging

 

Rem op ‘afbrokkeling’ openbaar onderwijs

Stichtingen, raden van toezicht, colleges van bestuur en wat voor organen al niet meer. De dienst in het onderwijs wordt steeds meer uitgemaakt door bobo’s terwijl het onderwijzend personeel en de medezeggenschap vaak het nakijken hebben.

Dat moet anders. In ieder geval in het openbaar onderwijs, zo meent het groepsbestuur openbaar onderwijs van de AOb. Dit gezelschap nam in maart van dit jaar de belangenbehartiging in het openbaar onderwijs over van AOb/Avmo. Het groepsbestuur organiseert in de eerste maanden van het nieuwe jaar in elk rayon informatieve bijeenkomsten. Centraal thema op de bijeenkomsten: de vereniging als bestuursvorm voor het openbaar onderwijs.
“In het bijzonder onderwijs is die bestuursvorm heel normaal. Terwijl in het openbaar onderwijs vooral veel stichtingen bestaan. Het democratische gehalte van een vereniging is aanmerkelijk hoger, dus wij vinden dat openbare scholen de mogelijkheid moeten krijgen daar voor te kiezen”, vertelt Frans Brekelmans, adviseur van het dagelijks bestuur van de AOb.
De kwestie speelt al jaren. De vorige staatssecretaris van PvdA-huize zou er naar gaan kijken. De vlag in Den Haag hangt er inmiddels anders bij. Dus hebben Brekelmans en Marianne van Es, beleidsjurist bij de AOb, samen met hoogleraar onderwijsrecht Dick Mentink een kant-en-klaar wetsvoorstel geschreven om een en ander te regelen. “Ik verwacht dat we binnenkort één of meer Kamerleden zover krijgen dat ze dit voorstel gaan indienen bij de Tweede Kamer”, stelt Brekelmans.

In het gedrang
Behalve dat de invloed van de werkvloer afbrokkelt, verliest het openbaar onderwijs ook terrein door de opkomst van de zogeheten samenwerkingsbesturen: stichtingen met een aantal bijzondere scholen en doorgaans enkele openbare scholen onder de hoede. “Je snapt het wel. Als die verhoudingen scheef zijn, dan komt de openbare identiteit door deze ‘verbijzondering’ in het gedrang. Wat blijft er zo nog over van het openbaar onderwijs en is dat erg? Deze vraag zal ook zeker aan bod komen op die middagen”, zegt Brekelmans.
Van Es en Brekelmans zullen ook nog een derde punt aansnijden: de naderende opheffing van de ambtenarenstatus van het personeel in het openbaar onderwijs. “Voor werknemers in het openbaar onderwijs gaat er van alles veranderen. Bijvoorbeeld op het gebied van benoemings- en ontslagrecht. Het ontslagrecht wordt dan gelijkgetrokken en dit betekent dat het dienstverband voortaan via de kantonrechter kan worden ontbonden en niet meer via de bestuursrechter. Daar zitten voor- en nadelen aan die in de slipstream van de bijeenkomsten besproken kunnen worden”, zegt Van Es. “Wat is de positie van het openbaar onderwijs en de mensen die daar in werken. Daar gaat het om op die bijeenkomsten. Ik verwacht vijf volle zalen.”

{kader}
Bijeenkomsten
18 januari: zuidwest, rayonkantoor, Pegasusweg 200, Rotterdam
25 januari: noord, rayonkantoor, L. Springerlaan 23, Groningen
1 februari: noordwest, AOb-kantoor, Jaarbeursplein 22, Utrecht
8 februari: oost, Postillion hotel, Deventerweg 121, Deventer
7 maart zuid: rayonkantoor, dr. Cuyperslaan 47, Eindhoven
Inlichtingen over de bijeenkomsten, allen op een woensdagmiddag van 15.30 tot 17.00 uur, zijn te verkrijgen via het centraal secretariaat van de AOb, 030 2989279, secretariaat@aob.nl

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.