- blad nr 20
- 16-12-2011
- auteur A. Kersten
- Redactioneel
Een op de drie roc’s in de min
Zo’n 4 miljard euro aan inkomsten ontvingen 42 regionale opleidingscentra in 2010. Daarvan hielden ze uiteindelijk zo’n 18 miljoen euro over aan het eind van het boekjaar, nog geen 0,5 procent. Peanuts vergeleken met het hbo, waar bijna alle hogescholen opgeteld bijna 4 procent van hun inkomsten overhielden, zo’n 135 miljoen euro (zie kader).
De grotere hogescholen noteerden stuk voor stuk een dikke plus, maar het mbo is een ander verhaal. De sector laat een grilliger beeld zien. Het eigen vermogen bedroeg zo’n 44 procent van het totale vermogen, ongeveer gelijk aan het jaar ervoor. Achter dat gezonde solvabiliteitscijfer schuilen grote verschillen tussen instellingen: 28 van de 42 roc’s hadden samen een exploitatieoverschot van een kleine 50 miljoen euro. De andere veertien hadden een tekort van opgeteld 31,5 miljoen.
Bijna de helft van dat tekort komt voor rekening van twee grote roc’s: 8,5 miljoen voor het Roc van Amsterdam, ruim 6 miljoen voor het Rotterdamse Zadkine. En allebei schrijven ze het verlies toe aan dezelfde reden: reorganisatiekosten vanwege teruglopende inkomsten uit het inburgeringsonderwijs. Bij andere roc’s was het exploitatietekort in absolute zin kleiner, maar afgemeten aan de inkomsten vergelijkbaar. Dat was het geval bij het Friesland College in Leeuwarden, Roc Nijmegen, en Roc Rivor in Rivierenland. Het grootste relatieve tekort noteerde het Helmondse Roc Ter AA met min 5,3 procent. Het was het derde opeenvolgende jaar dat de instelling in de rode cijfers belandde. Tegelijkertijd zag Ter AA het eigen vermogen juist groeien met dik 2 miljoen euro, maar dat is het gevolg van veranderde boekhoudregels. Een voorziening aanhouden voor verwachte bapo-uitgaven mag niet meer, en daarom is die reservering over gesluisd naar de algemene reserve.
Hoe groot het contrast binnen het mbo soms is, illustreert bijvoorbeeld de jaarrekening van Roc Eindhoven. De instelling, die tot de grotere roc’s behoort, hield vorig jaar dik 3 miljoen euro over. De solvabiliteit, een maat voor relatieve rijkdom, klom de afgelopen jaren op naar 60 procent, drie keer zoveel als een gangbare ondergrens. Vorig jaar besloot het bestuur om 10 miljoen euro aan ‘overtollig’ vermogen tijdelijk om te zetten in deposito’s bij het ministerie van Financiën, zodat het beter rendeert. Overigens voorzag het roc voor 2011 juist een tekort, mede vanwege de voorfinanciering van een specifiek opleidingstraject.
Het relatief meest vermogende roc is opnieuw het Arcus College in Heerlen. De instelling hield vorig jaar 5 miljoen euro op de inkomsten over, oftewel dik 7 procent. Daardoor klom het eigen vermogen naar 69 miljoen, omgerekend een solvabiliteit van 78 procent. Arcus heeft dit jaar de spade in de grond gestoken voor omvangrijke nieuwbouw, het opgespaarde vermogen wordt omgezet in huisvesting.
Wat tegelijkertijd opvalt: volgens functiemix-cijfers van het ministerie van Onderwijs is bij Arcus het aandeel leraren in de laagste salarisschaal de afgelopen jaren toegenomen, en die in de schalen daarboven gedaald. Dat geldt voor meer roc’s.
Extremen
Nieuwbouwprojecten houden meer roc’s bezig. Verschillende opleidingscentra steken zich in de schulden om nieuwe huisvesting te kunnen realiseren. Bij het Roc van Amsterdam is met de nieuwbouw van vijf schoolgebouwen een ‘investeringsverplichting’ gemoeid van 123 miljoen euro in 2010, aldus het jaarverslag. De kosten zijn afgedekt met een financieringsarrangement bij het ministerie van Financiën.
Ook bij Roc West-Brabant en het Zwolse Deltion College zijn aanzienlijke leningen afgesloten voor nieuwbouwprojecten. Het jaarverslag van Deltion vermeldt een lening van 97,5 miljoen euro, af te lossen in honderd kwartalen tot de zomer van 2034. In 2010 en 2009 droeg het roc al jaarlijks tussen de 4 en 5 miljoen euro aan rentelasten, zo blijkt uit de exploitatierekening. Die afdracht neemt een flinke hap uit het exploitatieoverschot, dat overigens nog steeds enkele miljoenen bedraagt.
De tien agrarische opleidingscentra ontvingen een kleine 500 miljoen euro aan inkomsten. Samen kwamen ze in 2010 tot een opgeteld exploitatietekort van 3,5 miljoen, maar dat beeld wordt vooral gekleurd door twee verlieslijdende instellingen. Samen kwamen de aoc’s met hun solvabiliteit in de buurt van de 60 procent. Net wat lager dan de negen vakscholen waarvan de jaarcijfers voor de redactie beschikbaar waren, trouwens. Al liggen de extremen daar verder uit elkaar. Het Amsterdamse Mediacollege en het Cibap in Zwolle hadden een tekort. Het Mediacollege wijt het tekort aan een strafkorting op de rijksbijdrage die de vakschool vanwege een onderwijstijd-sanctie kreeg opgelegd. De meeste vakscholen hielden juist inkomsten over. Het Grafisch Lyceum in Rotterdam spande daarbij de kroon met een overschot van 13 procent. De solvabiliteit raakt de 90 procent. De vakschool besloot vorig jaar extra geld te steken in effecten.
{kader}
Dikke plussen
Bijna alle hogescholen samen hielden vorig jaar 135 miljoen euro over, ruim drie keer zoveel als het jaar ervoor. Voor een deel kwam dat door niet-begrote rijksbijdragen die laat in het boekjaar werden overgemaakt, en die over meerdere jaren ingezet moeten worden. Maar dat verklaart slechts een deel van het overschot. Hogescholen hielden deels ook de hand op de knip. De grootste plussen noteerden Avans en Hogeschool Utrecht, die met z’n tweeën een slordige 45 miljoen euro overhielden.
{tabel}
Exploitatieresultaat 2010
Roc's Aantal instellingen Opgeteld saldo €
In de plus 28 49.470.130
In de min 14 -31.571.186
Totaal 42 17.898.944
Hogescholen Aantal instellingen Opgeteld saldo €
In de plus 34 139.167.121
In de min 3 -3.871.791
Totaal 37 135.295.330