• blad nr 20
  • 16-12-2011
  • auteur Y. van de Meent 
  • Redactioneel

 

Planten verbeteren het klimaat in de klas (Een klein beetje)

Zonder dure technische ingrepen het klimaat in de klas verbeteren? Dat kan met luchtzuiverende planten, claimen twaalf plantentelers verenigd in Air so pure. Maar dan moet je het klaslokaal wel omtoveren in een oerwoud, concluderen de onderzoekers die het effect van planten in de klas in kaart brachten. Want om CO2 op te ruimen heeft een plant daglicht nodig en dat is schaars in klaslokalen.

Slaperigheid, hoofdpijn, vermoeidheid, concentratieproblemen, tranende ogen of een droge keel. Stop dertig kinderen en een leerkracht in een standaard klaslokaal van vijftig vierkante meter en ze krijgen er geheid last van. Kinderen ademen zuurstof in en kooldioxide (CO2) uit en daardoor gaat de luchtkwaliteit in rap tempo achteruit. In slecht geventileerde klaslokalen is het na een uur of twee al zo bedompt dat er niet goed meer geleerd kan worden. In 2006 wees onderzoek van TNO uit dat in klaslokalen waar de CO2-norm wordt overschreden, leerlingen 15 procent minder presteren dan in frisse lokalen. En bij 80 procent van de basisscholen is er sprake van zo’n slecht binnenklimaat.
Het verbeteren van het klimaat in de klas krijgt daarom de laatste jaren veel aandacht. Veel schot zit er niet in omdat daarvoor dure ventilatiesystemen en grondige verbouwingen nodig zijn. Maar twaalf plantentelers verenigd in Air so pure lijken een eenvoudige oplossing te hebben om de klimaatproblemen de wereld uit te helpen: de terugkeer van de plant in de klas. Planten zetten immers de uitgeademde CO2 weer om in zuurstof en maken bovendien nare geurtjes onschadelijk. Het zijn natuurlijke luchtverfrissers, stelt de telersvereniging.
Het is in theorie dus mogelijk om zonder dure verbouwingen het klimaat in de klas te verbeteren. Maar werkt het in de praktijk? Doen planten hun heilzame werk in een vol klaslokaal en leidt de natuurlijke luchtzuivering tot betere leerprestaties? Met een afzetmarkt van zevenduizend basisscholen voor ogen, leek het de telersvereniging en het Productschap Tuinbouw een goede investering om daar onderzoek naar te laten doen. Organisatiepsycholoog John Klein Hesselink, senior onderzoeker bij TNO, en plantenfysioloog Bert van Duijn van het onderzoeksbureaubedrijf Fytagoras, voerden de klus uit. De groepen 7 en 8 van vier scholen in Den Haag, Gouda en Leiden deden mee aan het onderzoek. In acht lokalen kwamen planten van Air so pure te staan die geselecteerd zijn op hun luchtzuiverende werking. Vier klassen dienden als controlegroep.

Groeien
Zijn planten in de klas het ei van Columbus?
“Nou nee, ik ben bang dat er in deze situatie geen ei van Columbus bestaat”, antwoordt plantenfysioloog Van Duijn. “De lucht in klaslokalen is zo slecht, dat je het klimaat niet met planten alleen kunt verbeteren. Het CO2-gehalte vertoont daarvoor ook te veel pieken. Zo’n snelle toename kunnen planten niet aan.”
“De situatie in klaslokalen was een stuk ongunstiger dan in de kantoren waar we eerder onderzoek hebben gedaan”, meldt Klein Hesselink van TNO. “De luchtsamenstelling is aan het begin van de dag nog goed, maar na een dagdeel was het CO2-gehalte in alle lokalen veel te hoog. Zelfs in de nieuwbouwschool die beschikte over een luchtverversingssysteem.”
In de klassen met planten daalde het CO2-niveau maar met 10 tot 20 procent. Een teleurstelling?
“We hadden een groter effect verwacht”, geeft Klein Hesselink toe. “Maar planten moeten wel kunnen groeien, willen ze CO2 uit de lucht halen. In de klaslokalen bleek er vaak niet voldoende daglicht aanwezig voor die groei. Daar hadden we eerlijk gezegd niet op gerekend, we dachten dat alle klaslokalen grote ramen zouden hebben. Om het CO2-gehalte terug te brengen naar aanvaardbare niveaus zou je een klas moeten omtoveren in een plantenkas met daglichtlampen. Dat kan natuurlijk niet.”
“Het kan wel”, merkt Van Duijn op. “De nieuwbouw van de agrarische hogeschool in Dronten komt in een kas te staan waar planten het klimaat reguleren, maar voor bestaande scholen is dat natuurlijk geen optie.”
In gewone klaslokalen is er dus te weinig licht om planten hun werk te laten doen?
“Als het om het reduceren van CO2-niveaus gaat, wel ja”, stelt Van Duijn. “Maar de luchtzuiverende werking bleef ook bij weinig daglicht intact. En dat is ook belangrijk voor een gezond binnenklimaat. In kantoren en klaslokalen zitten allerlei vluchtige verbindingen in de lucht die afkomstig zijn uit meubels, tapijt, lijm en verfstoffen. Daarnaast produceren mensen afbraakstoffen die via adem en zweet worden verspreid. Dat zijn de nare luchtjes die je ruikt als je een net ontruimd klaslokaal binnenkomt. Die stoffen zijn schadelijk voor de luchtwegen en slijmvliezen. Daarom zijn er normen voor opgesteld. Uit ons onderzoek blijkt de planten die door de telers zijn geselecteerd op hun luchtreinigende eigenschappen, in 45 minuten die schadelijke stoffen uit de lucht halen. Ook als er weinig daglicht is.”
Hoeveel planten heb je daarvoor nodig?
“Best veel”, geeft Van Duijn toe. “In dit onderzoek werkten we met één plant per twee leerlingen, plus nog een aantal grote planten die achterin de klas stonden. Daardoor werd het wel vol in de lokalen. Als je planten structureel wilt inzetten als luchtzuiveraars, moet daar een oplossing voor bedacht worden. Er zijn al wandconstructies waarbij je planten in de hoogte laat groeien.”

Griep
De gezondheidsklachten dalen met 7 procent. Is dat de moeite waard?
“Dat is een belangrijk punt”, vindt Klein Hesselink. “De verschillen zijn significant, maar je moet je altijd afvragen of ze ook relevant zijn. De kinderen in dit onderzoek rapporteerden weinig gezondheidsklachten. Die daling van 7 procent zegt dan niet zo veel. Je zou het onderzoek eigenlijk moeten herhalen in een griepperiode. Als planten dan ook voor een daling van 7 procent zorgen, is er sprake van echte gezondheidswinst.”
Waren er geen kinderen die last hadden van de planten, bijvoorbeeld omdat ze allergisch voor de pollen zijn?
“Dat hebben de telers er wel uit veredeld”, zegt Klein Hesselink. “De planten die zij hebben geselecteerd voor dit experiment, leverden geen allergische klachten op. Ik heb me laten vertellen dat je ze ook met een gerust hart in een kinderdagverblijf kan zetten. Want zelfs als kinderen deze planten opeten zijn ze niet giftig.”
De uitslag van de testen die leerlingen deden lijkt niet erg eenduidig.
“We hebben de kinderen een aantal prestatietestjes laten doen. Op sommigen scoren leerlingen die planten in de klas hadden beter, op anderen is er geen verschil te zien met de controlegroepen. Maar er was geen negatief effect”, weet plantenfysioloog Van Duijn. “Dat noem je alles bij elkaar een positief effect.”
“Wetenschappelijk gezien wijzen deze uitkomsten op een gunstig effect”, vindt ook Klein Hesselink van TNO. “De uitkomsten sluiten bovendien aan bij onderzoek dat we eerder deden naar het effect van planten in kantoren. Daaruit blijkt dat ze de creatieve processen stimuleren. Ze verhogen het probleemoplossend vermogen van mensen die denkwerk moeten verrichten. Vooral bij mensen die zich niet zo fit, vermoeid of gestrest voelen. Dat is een psychologisch effect dat zich al voordoet als er één plant in een testruimte staat.”
Maar verhogen planten de leerprestaties zoals de opdrachtgevers van het onderzoek claimen?
“Dat hangt ervan af wat je onder leerprestaties verstaat”, reageert Klein Hesselink. “We hebben geen taal- en rekenprestaties gemeten. Maar op grond van dit onderzoek mag je wel verwachten dat planten in de klas een positief effect hebben op de leerprestaties. Het zal echter een klein effect zijn omdat er door de remmende lichtcondities vooral sprake is van de psychologisch prikkel. Het effect van het wegnemen van CO2 uit de lucht was veel minder sterk dan we vooraf hadden gedacht.”
“Alles wijst wel in de richting van een positief effect”, vindt Van Duijn. “Maar dit is maar een kleine pilot. We hebben net genoeg leerlingen in het experiment om significante uitspraken te doen. Je zou nu grootschalig onderzoek moeten gaan doen, over een langere periode, in honderd klaslokalen, met leerlingen van verschillende leeftijden, daaruit kan je afleiden hoe je dat effect het beste kunt optimaliseren.”
Moeten scholen nog maar even wachten met het aanschaffen van planten?
“Voor de CO2-reductie hoef je het niet te doen”, antwoordt Van Duijn. “Daarvoor is er te weinig licht in klaslokalen en heb je veel te veel planten nodig. Maar planten halen vieze luchtjes weg en hebben een positief psychologische effect. Dat effect kan je ook met een beperkt aantal planten bereiken. Je hoeft het klaslokaal dus niet meteen te veranderen in een oerwoud. Ik zou wel planten in de klas zetten.”
“Maar als je het binnenklimaat wilt verbeteren met behulp van planten, kun je beter eerst iets aan de lichtcondities doen”, vindt Klein Hesselink. “Dat lijkt me voor de leerlingen ook een verbetering. Ik vond die klaslokalen wel erg donker”, voegt Van Duijn eraan toe. “Kinderen hebben geen licht nodig om te groeien, maar ze voelen zich waarschijnlijk wel prettiger in een lokaal met wat meer daglicht en planten.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.