- blad nr 15
- 1-10-2011
- auteur R. Sikkes
- Commentaar
Geen bonus maar banen
Inhoudelijk niet nee, maar financieel en politiek wel. In de politiek heeft alles met alles te maken. Als de Tweede Kamer aanpassingen aan de onderwijsbegroting wil, dan moet ze al sinds jaar en dag aangeven waar dat geld vandaan moet komen. ‘Want ik heb geen geldboom waar ik aan kan schudden’, zei voormalig staatssecretaris Nell Ginjaar-Maas daar ooit over. De AOb heeft die dekking gevonden: we vechten voor het behoud van alle banen, dus moet er geld worden gevonden. Bij prestatiebeloning.
Want de plannen voor passend onderwijs kunnen zo niet doorgaan. Dat is niet alleen de opvatting van een of andere wereldvreemde vakbond, maar ook van de Onderwijsraad. Het hoogste adviescollege op onderwijsterrein is net als de AOb op zich niet tegen hervorming van het stelsel voor zorgleerlingen, maar de Onderwijsraad maakt gehakt van de invoeringsplannen.
Om te beginnen heeft minister Marja van Bijsterveldt last van beleidshaast. Voor een zorgvuldige opzet zou volgens de Onderwijsraad tussen goedkeuring in de Eerste Kamer en invoering ten minste twee jaar moeten zitten. De bezuiniging van 300 miljoen noemt het adviescollege ‘ongelukkig’ omdat die dwars door de noodzakelijke hervorming dendert en bij de verkeerde plek in het systeem wordt weggehaald. ‘Dit doet de start van passend onderwijs geen goed’, aldus de raad.
Heldere taal. Het wachten is nu op het advies van de Raad van State en dan mag de politiek de wet en de invoering beoordelen. De AOb zal er alles aan doen om een beter stelsel tot stand te brengen, maar zonder bezuinigingen. En dat betekent: geen bonus maar banen.