Hoeveel loopt u mis?

Het lijkt op de loonstrook een beetje mee te vallen: het nettosalaris is iets omhooggegaan door veranderingen in de belasting. Maar dat positieve effect verdwijnt meteen door hogere uitgaven. Gestegen ziektekosten, duurdere benzine, hogere prijzen voor voedsel. Door de nullijn daalt zo voor vrijwel iedereen in het onderwijs de koopkracht met tien tot vijftig euro per maand.
Tekst Robert Sikkes Onderzoek Nibud Beeld Typetank
Uw brutoloon gaat dit jaar geen cent omhoog, omdat het kabinet voor 2011 de nullijn heeft afgekondigd. Intussen stijgen de prijzen wel met 1,5 procent en zijn ook de premies voor de ziektekostenverzekeringen fors gestegen. Om een beeld te krijgen van de effecten liet de AOb koopkrachtplaatjes maken voor zo’n zestig verschillende situaties. Alleenstaanden, de verschillende onderwijssectoren, conciërges, leraren, toa’s of instructeurs, gezinnen met en zonder kinderen, partners die werken in de markt of bij de overheid, parttimers en fulltimers.
Het beeld dat daaruit ontstaat, laat zien dat vrijwel iedereen inlevert. Het valt soms nog een beetje mee als de partner in de marktsector werkt, waar de cao’ s over het algemeen wel met de inflatie van 1,5 procent meegroeien. Bij onderwijs en overheid is dat door de nullijn niet het geval en betekent die nullijn over het algemeen een koopkrachtdaling die overeenkomt met het inflatiepercentage.
Dat verschilt iets per inkomensgroep, omdat de belastingen licht omlaag zijn gegaan en de arbeidskorting is verhoogd. Ook is het kindgebonden budget voor lagere inkomens verhoogd. Daardoor is het salaris bruto gelijk, maar zal er netto ietsje meer overblijven. Het Nibud keek ook naar mensen die binnen hun salarisschaal een stap omhoog gingen. Die groep ziet de koopkracht licht stijgen, maar niet eens altijd. Het stel dat allebei parttime in het basisonderwijs werkt en twee kinderen heeft, ziet ondanks het extra bruto-inkomen nog een klein minnetje bij de koopkracht (-0,2 procent). Maar laten we wel wezen: wie er een periodiek op vooruitging had natuurlijk gedacht dat er ook echt meer uit te geven was. De nullijn poetst dat effect in vrijwel alle gevallen helemaal weg. Alleen de alleenstaande docent in het mbo die van LC5 naar LC6 gaat, heeft 38 euro meer te besteden en krijgt als enige een serieuze koopkrachtstijging van 1,6 procent. Zonder nullijn en met een realistische inflatiecorrectie in de cao had dat natuurlijk veel beter uitgepakt. Het positieve effect van de periodiek extra was dan vrijwel verdubbeld, waardoor er meer dan zeventig euro extra was om uit te geven.

{noot}
Het Nibud-rapport kunt u vinden op www.aob.nl

De huishoudboekjes van Marieke, Karel, Gerard en Francien

Juf Marieke, openbare basisschool de Toverdoos
Alleenstaand, salarisschaal LA16, werkt fulltime
Stijging nettoloon € 6
Stijging uitgaven € 45
Verandering koopkracht: -€ 39 -1,6%

Conciërge Karel, Mariaschool voor katholiek basisonderwijs
Getrouwd, geen kinderen, salarisschaal 3/9, partner werkt fulltime in onderwijs
Stijging nettoloon € 18
Stijging uitgaven € 69
Verandering koopkracht: -€ 51 -1,5%

Leraar Engels Gerard, scholengemeenschap het Spectrum
Samenwonend, twee kinderen, werkt fulltime, schaal LC15, partner werkt parttime in onderwijs
Stijging nettoloon € 12
Stijging uitgaven € 85
Verandering koopkracht: -€ 74 -1,6%

Docente Nederlands Francien, roc Inrandstad
Getrouwd, twee kinderen, werkt 0,6 fte, schaal LB12, partner werkt fulltime in marktsector
Stijging nettoloon € 45
Stijging uitgaven € 67
Verandering koopkracht: -€ 22 -1,5%