• blad nr 6
  • 26-3-2011
  • auteur R. Wisman 
  • Redactioneel

10 tips 

Discussie in de klas

Discussiëren is een interactieve, intelligente manier om tot nieuwe inzichten te komen. Hoe leid je discussies in goede banen? En hoe voorkom je zinloze discussies?

1
Discussiëren begint met luisteren
Als je wilt discussiëren, moet je zorgen dat luisteren een attitude wordt, stelt Sandra Verbruggen, oud-docent Duits, thans zelfstandig onderwijscoach en adviseur. Laat leerlingen oefenen met luisteren en doorvragen: ‘Licht eens toe. Hoe kom je aan die gedachtegang? Wat zijn je argumenten?’ Vat samen wat je de ander zojuist hoorde zeggen: ‘Dus je zegt dat…’

2
Reflecteer op je eigen luistervaardigheid
Verdiep je in je eigen luistervaardigheid. Luister je wel voldoende of hoor je vooral jezelf praten? Verbruggen: “Vanuit je vak ben je als leerkracht automatisch meer bezig met het overbrengen van informatie.” Dat kan ten koste gaan van het luisteren, terwijl dat voor leerlingen mogelijk van meer belang is. “Populaire docenten zijn populair, omdat leerlingen het gevoel hebben dat hij/zij ze ziet en serieus neemt.” Wees een voorbeeld. Met opmerkingen als ‘jij bent nog te jong om daarover mee te praten’ of ‘dat weet jij niet’ kleineer je leerlingen. Niet doen dus.

3
Verhef luisteren tot norm
“Breng het onderwerp discussie en luistervaardigheid naar voren in een teamvergadering”, zegt Verbruggen. “Zoek collega’s die er ook warm voor lopen. Laat het niet bij een incidentele les, maar verhef luisteren en dialoogvoeren gezamenlijk tot norm op school.”
Een debattoernooi is een mooie aanleiding om te beginnen met aandacht voor luistervaardigheid en discussie. Op www.debatinstituut.nl/onderwijs vind je informatie en lesmateriaal over debattoernooien binnen alle lagen van het onderwijs.

4
Gelijk krijgen is niet het doel
Een discussie is een ‘uitwisseling van gedachten en meningen’ en geen strijd om het gelijk. Leg dat uit aan de klas voordat je aan een discussie begint, adviseert Roderik van Grieken, directeur van het Nederlands Debat Instituut. “Leerlingen mogen het oneens zijn met elkaar. Het gaat erom dat je zoveel mogelijk argumenten boven tafel krijgt en toetst aan elkaar.” In een geslaagde discussie kom je tot nieuwe inzichten. Je ‘gelijk halen’ mag, maar dat bepaalt niet of de discussie geslaagd was.

5
Baken het onderwerp af
Discussieer niet over ‘de toestand in Libië’, maar gebruik een stelling als vertrekpunt. Bijvoorbeeld: ‘Europa moet een boycot instellen tegen Libië.’ Discussieer niet over ‘het koningshuis’, maar praat over het koningshuis bijvoorbeeld vanuit de stelling: ’Nederland moet een republiek worden’.
“Als onderwerpen niet afgebakend zijn, schiet de discussie haar doel – het verwerven van nieuwe inzichten – voorbij”, volgens Roderik van Grieken. “Dan zijn het aaneengeschakelde monologen.”
Zet de te bediscussiëren stelling op het bord. Kies een onderwerp dat aansluit bij de belevingswereld van de klas.

6
Voorstanders links, tegenstanders rechts
Leerlingen die het ‘eens’ zijn met de stelling zitten links, leerlingen die het ‘oneens’ zijn rechts, en de leerlingen die nog twijfelen, mogen in het midden plaatsnemen. “Zo kan iedereen goed zien vanuit welk standpunt iemand spreekt.” Ander voordeel is dat leerlingen zich niet kunnen verschuilen (‘ik hoef niks te zeggen; die of die praat wel’) op deze manier. Geef van tevoren aan dat iedere leerling ten minste één keer aan de beurt zal komen om iets te zeggen. Uiteraard mogen leerlingen tijdens het debat overlopen.

7
Kies geen partij (als gespreksleider)
Wijs een leerling aan die de discussie leidt (of wees zelf de gespreksleider). Als gespreksleider lever je geen inhoudelijke bijdrage aan de discussie, maar zorg je ervoor dat de discussie zo eerlijk mogelijk verloopt. Je houdt de tijd in de gaten - evenveel spreektijd voor iedereen – en bewaakt de inhoud van het debat. Grijp in als iemand met argumenten komt die niet met de stelling te maken hebben. ‘Leuk dat je het zegt, maar daar gaat het nu niet over. Het Europees strafrecht bespreken we volgende week.’

8
Wijs (eventueel) een jury aan
Laat een jury oordelen over het team(lid) met de beste argumenten. Leerlingen weten zo’n competitief element vaak wel te waarderen, volgens Van Grieken. Deze leerlingen komen er niet makkelijk van af. “Integendeel, om je een oordeel te kunnen vormen, moet je opletten en nadenken over je formuleringen.”

9
Regels blijven regels
Soms is discussie uitsluitend bedoeld als ‘goedkope manier om ergens onderuit te komen’, weet docent René Kneyber, auteur van Orde houden in het voortgezet onderwijs, en trainer. Bijvoorbeeld als een leerling te laat komt en in plaats van een ‘te-laat-briefje’ te gaan halen eens lekker tegen jou wil uitweiden over de brug die openstond. Onderdruk in dit soort gevallen de neiging om in discussie te gaan, adviseert Kneyber. Want daarmee voed je de discussie en ‘zodra je daarin meegaat, heb je al verloren’. Wat te doen? “Staar de leerling neutraal aan en zeg vriendelijk dat hij een briefje mag gaan halen.” Ga niet in op de discussie, maar richt je tot de klas. Als de leerling merkt dat je niks terug zegt, taait hij vanzelf af, is de ervaring van Kneyber. Als hij zegt: ‘U zegt helemaal niks terug’, kun je je boodschap nog een of twee keer herhalen. “Probeer het uit, je zult zien dat het werkt.”

10
Behoud de controle
Op leerlingen die nodeloos willen discussiëren tijdens de les (‘U heeft helemaal niet gezegd dat we vandaag een proefwerk hebben!’) reageer je door de discussie uit te stellen: ‘Ik wil hier graag met je over praten aan het eind van de les. We gaan nu eerst het proefwerk maken.’ Zo behoud je de controle over de les. Kneyber: “Vaak willen ze het er aan het eind van de les zelfs niet meer over hebben.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.