- blad nr 6
- 26-3-2011
- auteur . Overige
- Redactioneel
Vergroten van de woordenschat
Rekenwoorden vergeet je nog wel eens
Tekst Andrea Holwerda
Veel Amsterdamse leerlingen hebben te kampen met een taalachterstand. Uit onderzoek blijkt dat zonder extra aandacht deze – vaak allochtone - kinderen aan het begin van de brugklas niet zo’n 15 tot 17 duizend, maar slechts tienduizend woorden kennen. En dat is een probleem. Wie niet genoeg woorden kent, kan niet goed meekomen in de les. Uiteindelijk zorgt dat ervoor dat een leerling onder zijn niveau presteert.
Om leerkrachten te helpen bij het vergroten van de woordenschat, gaf de gemeente Amsterdam in 2009 opdracht voor het opstellen van de Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters (Bak). Op die lijst, afgedrukt op een placemat, staan drieduizend woorden die leerlingen aan het begin van groep 3 moeten kennen. Vorig jaar kwam daar een lijst bij met 1600 schoolvakwoorden die voor vmbo-leerlingen belangrijk zijn om te weten.
Van de tienduizend woorden die leerlingen tussen groep 3 en de brugklas moeten leren, is nu een derde lijst gemaakt: de Woordenlijst Amsterdamse Kinderen (Wak). Taalwetenschappers Folkert Kuiken en Sarah Droge van de Universiteit van Amsterdam gebruikten voor het samenstellen van de Wak een bestaande lijst uit 1994 met 15 duizend woorden voor basisschoolleerlingen. Daarnaast onderzochten zij in acht taalmethoden en negen zaakvakmethoden welke woorden vaak worden gebruikt.
Vervolgens werd aan leerkrachten van acht basisscholen gevraagd om de voorlopige lijst te beoordelen en aan te geven welke woorden ze nog misten. “Wij vonden toen dat er nog te weinig rekenwoorden in stonden”, vertelt Marianne Kamphuis, intern begeleider voor groep 4 tot 8 van openbare basisschool Slootermeer. “Maar die woorden zijn wel belangrijk. Als leerlingen een verhaaltjessom moeten maken en ze weten niet dat ‘het totaal’ alles bij elkaar optellen betekent, komen ze niet goed uit. Dat terwijl ze het optellen waarschijnlijk wel kunnen.”
‘Het totaal’ haalde dan ook de basiswoordenlijst. Net als een hele hoop woorden die met het milieu te maken hebben. Dat onderwerp komt vaak aan bod in het Jeugdjournaal en het SchoolTV-weekjournaal en scholen vonden daarom dat onder andere ‘de kringloop’, ‘de uitstoot’ en ‘recyclen – recyclede – gerecycled’ ook op de basiswoordenlijst thuishoren.
Spiksplinternieuw
Uiteindelijk zijn er voor groep 3 tot en met 8 per jaar zo’n 1500 woorden verdeeld onder kopjes als ‘hoeveelheid, maten en weten’, ‘tijd’ en ‘milieu’. Ook is er een kopje ‘lastige woorden’ met woorden als ‘opdat’, een kopje ‘wat vinden we ervan’ met woorden als ‘complex’ en er is aandacht voor figuurlijk taalgebruik met woorden als ‘spiksplinternieuw’.
Om het gebruik van de Wak voor leerkrachten zo makkelijk mogelijk te maken, is ervoor gekozen om de woordenlijst niet in een boekje of op een placemat te zetten, maar op de website digiwak.nl. Leerkrachten krijgen op die site een eigen account, kunnen woorden die ze in de klas willen bespreken in de lijst aanklikken en op die manier bijhouden welke woorden ze al gebruikt hebben en welke nog niet. Daarnaast kunnen leerkrachten nieuwe woorden toevoegen en onderling voorbeeldzinnen uitwisselen.
Zo’n zeventig leraren hebben zich inmiddels bij de website aangemeld. De site is nog niet helemaal af, maar docenten kunnen al wel zoeken in de woordenlijst. Het is ook de bedoeling dat de Bak en de 1600 woorden voor vmbo-leerlingen zo snel mogelijk online komen te staan.
Waar bij de lancering van de Bak scholen zich afvroegen wat ze in vredesnaam met de placemat moesten, lijken leerkrachten nu wel enthousiast over de komst van de Wak. “Ze hebben de afgelopen tijd meerdere keren gevraagd wanneer er een basiswoordenlijst voor groep 3 tot 8 zou komen”, vertelt Marja Borgers van Taalweb Amsterdam. In Taalweb werken schoolbestuurders en de gemeente samen aan het verbeteren van het taalonderwijs in de stad. Borgers: “Een krappe zeventig basisscholen gebruiken de didactiek Met woorden in de weer. Door middel van woordclusters leren ze kinderen nieuwe woorden aan. Elke dag zijn ze druk bezig nieuwe woordgroepen te bedenken. Leerkrachten van groep 1 en 2 gebruiken de Bak daarbij regelmatig ter inspiratie, voor de hogere groepen ontbrak zo’n lijst.”
Hulpmiddel
“Het lijkt me een handig hulpmiddel”, stelt Ciska van Eijl van groep 5/6b van basisschool de Ster in Amsterdam-Zuidoost. “Nu bespreek je woorden die veel voorkomen in de lesstof, in het Jeugdjournaal of waarvan je hebt gemerkt dat de leerlingen ze niet kennen als je ze gebruikt. Je bent daarbij vaak geneigd zelfstandige naamwoorden te kiezen. Rekenwoorden vergeet je bijvoorbeeld nog wel eens. Daarvoor kan ik straks de Wak er eens bijpakken.”
Linda Reginek, leerkracht van groep 8 van basisschool de Springplank in Bos en Lommer, ziet het precies zo. “Het lijkt me erg handig om een overzicht te hebben van belangrijke woorden bij een bepaald thema. Daar kun je dan nog even tussen kijken als je een woordengroep aan het maken bent en je je afvraagt of er nog een woord is dat je vergeten bent.”
Dat ze online zelf woorden aan de lijst kunnen toevoegen, vinden beide leerkrachten belangrijk. Van Eijl: “Wij weten uiteindelijk toch het beste welke woorden bij de kinderen bekend zijn en welke niet. Bij ons weten ze bijvoorbeeld precies wat de metro is, maar dat woord stond toch op de Bak.” Reginek kwam er aan de andere kant bij de laatste Cito-toets achter dat veel leerlingen het woord ‘beleg’ niet kennen. Dat woord staat (nog) niet in de Bak of Wak.
Hoewel de basiswoordenlijsten Amsterdamse initiatieven zijn, is het de bedoeling dat leerkrachten uit het hele land straks kunnen inloggen op digiwak.nl. Kuiken: “Voor hen kan de lijst ook heel handig zijn. We noemen het nu de Woordenlijst Amsterdamse Kinderen omdat hij voor en door mensen in de hoofdstad is gemaakt. Maar we kunnen er zo de Woordenlijst Alle Kinderen van maken.”