• blad nr 6
  • 26-3-2011
  • auteur S. Ridder 
  • Mijn leerling & ik

 

Karin & Hans

In het ‘hok van Leo’ worden begin jaren negentig de plannen gesmeed. Het is the place to be op het Schuttersveldcollege in Enschede. Karin Haan en Hans Kok komen er vaak. “Mijn vader is ook docent en misschien herkende ik in Hans wel het beeld van een leraar wat ik thuis heb meegekregen. Het voelde vertrouwd.”

De zeventienjarige Karin Haan wil dolgraag iets met gezondheidskunde doen, maar het hbo is op dat moment nog te hoog gegrepen. Haar vader, zelf decaan in het middelbaar onderwijs, adviseert Karin om eens te kijken bij de v-hbo (vooropleiding hoger beroepsonderwijs) in Enschede. Hier kan Karin in twee jaar haar havo-diploma halen, en toch alvast praktijkgerichte vakken volgen. Het blijkt een gouden keus, ze voelt zich er als een vis in het water.
Goede herinneringen heeft ze onder anderen aan Hans Kok, de docent Nederlands. Die herinneringen komen weer boven als ze in de krant leest dat dezelfde Hans Kok de nieuwe burgemeester van haar gemeente wordt. Ze twijfelt om naar de openbare nieuwjaarsreceptie te gaan. “Hij kent me vast niet meer.” Maar dat pakt heel anders uit.
Twintig jaar later zitten ze samen aan de lunch in het Twentse Delden. Hans weet nog heel goed dat hij Karin ontwaarde tussen alle bestuurders, bobo’s en burgers. “Natuurlijk herkende ik haar meteen. We hebben zoveel uren samen doorgebracht.” “Ja, in het hok van Leo”, zegt Karin. Hans lacht. “Noemden jullie het Kabinet ‘het hok van Leo’?” Karin is stomverbaasd dat de ruimte van de amanuensis ook een officiële titel heeft, namelijk het Kabinet. Een lach schatert door de serre van de verder rustige lunchgelegenheid. Wat volgt is een lofzang op amanuensis Leo. “Hij was goud waard voor de school. Hij bood een troostende schouder voor leerlingen en ze konden in zijn ‘hok’ ook altijd huiswerk komen maken. Dan hielp hij ze gewoon. Verder was het Kabinet ook een fijne ontmoetingsplek voor docenten čn leerlingen”, aldus Hans. Ook Karin weet in menig tussenuur het hok te vinden. Niet om huiswerk te maken overigens. “Nee, ik vond het ontzettend interessant om daar te komen, want daar werden de plannen gesmeed, bijvoorbeeld voor opvoeringen, acties en eindexamenstunts.” Karin is het helemaal met Hans eens als hij het omschrijft als een ‘Sjors en de rebellenclub’. “Onwijs gezellig, maar een totale anarchie natuurlijk. De directeur vond het dan ook maar niets.”

Denkend aan Holland
Wat maakte het contact destijds nou zo vanzelfsprekend? Ze geven hetzelfde antwoord: respect. Hans: “Karin is typisch een dochter van een docent. Dat soort kinderen zijn meer onbevangen tegenover leerkrachten. Ze hebben geen ontzag voor je omdat jij de baas bent, maar er is respect voor jou als mens. Dat herkende ik meteen bij haar. En verder waardeerde ik haar daadkracht en lef. Ze is niet bang om voor een groep te staan, of om haar ideeën op tafel te leggen.” Karin: “Ik durfde ook veel meer omdat het bij Hans heel vertrouwd voelde omdat hij zo toegankelijk is. Er stond geen meester voor de klas. Daar stond gewoon Hans, een man die boeiend kon vertellen en aan wie je alles kunt vragen.”
Karin wordt op school regelmatig door Hans ingeschakeld voor het een of ander. Hans: “Ze was er altijd en veel belangrijker: ze was altijd enthousiast. Ik zie dat ze daar gelukkig niets op ingeboet heeft.” De docent en zijn leerling bedenken bijvoorbeeld dat er een Twentse poëziewedstrijd moet komen. En of Karin dan voor de krant met een paar medeleerlingen wil poseren met ‘Denkend aan Holland’ op haar T-shirt. Jaren later komt het gedicht van Hendrik Marsman weer terug, als ze van vrienden een raamposter krijgt met hetzelfde gedicht. Karin: “Geen toeval, denk ik dan. En ik moest natuurlijk meteen weer aan Hans denken.” Haar docent vindt het mooi om te horen. “Als docent Nederlands probeer je je leerlingen wat liefde voor de poëzie bij te brengen, maar de gemiddelde puber is daar over het algemeen weinig ontvankelijk voor. Maar als ik de poëzieposters van Plint ophing in mijn klas, zag ik ze er toch naar kijken. En als ik ook dit weer van Karin terughoor, weet ik dat er destijds een kiempje is gelegd.”

Sinterklaas
In de tijd dat Hans burgemeester is van Hof van Twente, vindt Karin het tijd om nu eens Hans voor haar karretje te spannen in plaats van andersom. Als vrijwilliger bij de jeugdvereniging weet ze burgemeester Hans te strikken om Sinterklaas te ontvangen. Andere verplichtingen verhinderen dat op het laatste moment. Het gaat ook niet meer lukken, want Hans heeft onlangs zijn burgemeestersketting aan de wilgen gehangen. “Hij stond je ook niet echt”, oordeelt Karin. “Hans houdt namelijk niet van hiërarchisch gedoe en hij is absoluut niet statusgevoelig. Vroeger was dat al zo, en misschien past het burgemeesterschap dan niet echt bij je.” Overigens wil Hans Karin nog graag een keer helpen. “Je kunt me vragen als Sinterklaas, dat vind ik geweldig om te doen. Gouden schoenen heb ik al.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.