- blad nr 19
- 27-11-2010
- auteur R. Wisman
- Mijn leerling & ik
Suzan & Channah
Het klikte meteen tussen Channah Zwiep, docent aan de Universiteit van Amsterdam, en Suzan van Dijk, inmiddels als pedagogisch wetenschapper werkzaam bij de Opvoedpoli. Suzan belde Channah toen ze anderhalf jaar geleden haar bachelorscriptie moest schrijven. Waarom ze koos voor Channah?
Suzan: “Ik wilde begeleid worden door een leuke vrouw die de praktijk kent.” Channah schiet verrast in de lach. “Dat heb je nog niet eerder verteld!”
Suzan: “Naast je werk op de universiteit heb je een pedagogisch projectbureau, schrijf je boeken en geef je workshops. Je bent veelzijdig, en je doet het in mijn ogen allemaal met plezier en overgave.” Ze vervolgt: “Daarnaast denk ik dat je als vrouwen onderling sneller levelt.”
Suzan’s scriptie is een literatuurstudie over de gevolgen van echtscheiding voor het welzijn van een kind. Het valt haar op dat bestaand onderzoek zich vooral richt op moeders en kinderen. Tijdens haar masterstudie opvoedingsondersteuning legt ze met een onderzoek naar de opvoedproblematiek van gescheiden vaders een basis voor verder onderzoek onder deze doelgroep.
Onontgonnen terrein
De studie gaat vooraf aan een steekproef onder gescheiden vaders. Channah toont zich opnieuw een betrokken begeleider, vertelt Suzan: “Ze denkt actief mee, bijvoorbeeld over waar ik relevante informatie kan vinden.” Ze geeft bovendien tips om het schrijfwerk toegankelijker te maken.
Suzan: “Mijn eerste vragenlijst schreef ik met een hele abstracte introductie. De vragen spreken voor zich, dacht ik. Channah wees me op het belang van een begeleidende tekst die de lezer aanspreekt en uitnodigt om de vragen te beantwoorden. ‘Neem je lezer bij de hand’, adviseerde ze.”
Suzan tegen Channah: “Je leerde mij een beetje journalistiek te beginnen om de lezer te prikkelen.” Channah vult aan: “Kijk eens of je de inhoud van een ingewikkelde alinea ook op kunt schrijven in anderhalve zin. En let ook op vorm: lettertype, tekstgrootte. Het zijn details, maar het draagt er wel aan bij of iemand verder leest en iets invult.”
De verbeteringen hielpen. Van de 37 vragenlijsten die ze verstuurde, kreeg Suzan er 29 ingevuld terug. “Een prima respons”, volgens Channah die constateerde dat Suzan enorm groeide in het schrijven en dat ook roemde in de toespraak tijdens haar afstuderen: ‘Je scriptie heeft een mooie opbouw en structuur en is helder verwoord. Het leest vlot en leverde de Opvoedpoli bruikbare kennis op.’
Channah: “Ik vind het belangrijk dat een scriptie, behalve dat hij wetenschappelijk verantwoord is, ook prettig leest. Het is zonde als zo’n praktijkgericht onderzoek in een bureaulade verdwijnt.”
Borderline
Suzan voerde twee gesprekken met vaders persoonlijk. Daardoor kwam ze erachter dat deze manier van werken te veel tijd kostte. “Het kostte me een halve dag om een vragenlijst met één vader door te nemen”, lacht ze.
Het onderwerp ging hierdoor wel meer voor haar leven. “Een vader had kinderen samen met een vrouw met borderline, een psychische stoornis. Hij wilde alleen maar af en toe ergens tegenaan leunen en horen of hij het goed aanpakte met de kinderen.” Een eyeopener. “Vaders hebben niet zozeer opvoedproblemen, maar wel persoonlijke. Zoals moeite met de emoties van het kind na de scheiding. Ook voelen ze zich achtergesteld. Instanties kiezen in veel gevallen partij voor de vrouw, denken ze.”
Gedurende het onderzoek groeide haar begrip voor de situatie waarin gescheiden vaders verkeren. “Er is weinig ondersteuning specifiek voor deze groep, terwijl er wel vraag naar is.”
Contact over de scriptie hadden docent en leerling vaak per mail. Soms kwam Suzan langs voor een gesprek. Meestal bij de docent thuis, om de hoek van de Opvoedpoli, gezellig met een kopje thee.
Suzan was blij dat Channah er ook bij was op belangrijke momenten, zoals tijdens de thema-avond die Suzan organiseerde voor de gescheiden mannen. Daar zaten de twee dames tussen vijftien gescheiden mannen die door de problemen met hun exen geen hoge pet ophadden van vrouwen.
Channah: “Er kwam veel frustratie en verdriet naar buiten. De emoties liepen af en toe hoog op.” Tegen Suzan: “Je gaf daar ruimte voor zonder de draad van je verhaal kwijt te raken. Je observeerde, luisterde en concludeerde. Je vond daar prima je eigen weg in.”
Suzan: “Ik voelde mij door jouw aanwezigheid een stuk zelfverzekerder. Ik realiseer me dat je dit in je eigen tijd deed.” Dat deed Channah graag. En zeker voor Suzan. Want ze was de ‘ideale studente’. “Iemand die weet wat ze wil, maar openstaat voor begeleiding, discussie en overleg. Iemand die wat doet met de tips of adviezen die je geeft. ‘Kijk hier nog eens naar’, en dan werd de nieuwste versie weer iets beter. Net als ik ben je niet gauw tevreden.”
Ook vond Channah het knap hoe Suzan zich inleefde in haar rol als objectief onderzoeker met een onderwerp waar zij in haar privéomgeving weinig mee te maken heeft. Suzan: “Ik merkte dat ik echt wilde weten waar gescheiden vaders tegenaan lopen. Ik heb mij met overgave in dit onderzoek gestort, zoals ik dat Channah met haar werk ook zie doen.”