- blad nr 19
- 27-11-2010
- auteur T. van Haperen
- Column
Motie van wantrouwen
Dat hier een probleem ligt, blijkt in de praktijk. Een voorbeeld. Een jongen in mijn 4-havo heeft een diploma vmbo-tl, maar was een jaar eerder richting regionaal opleidingencentrum gedirigeerd, vanwege zijn matige gemiddelde examenscore. Na een weggegooid jaar heeft hij hemel en aarde bewogen om op de havo te mogen beginnen. Waarom? In het middelbaar beroepsonderwijs zag hij zijn leraren weinig en waren zijn medeleerlingen in de zelfsturende werkgroepjes de helft van de tijd kwijt of onderweg. Hij verveelde zich op school, was steeds vaker thuis, wil naar het hoger beroepsonderwijs en zag zijn perspectief daarop verdampen.
Inderdaad, een particulier geval, gevoed met tweedehands informatie. Maar het staat niet op zich. Het mbo, met zijn doorgefokte vernieuwing in een wanstaltige organisatie, waar ook nog eens veel maatschappelijke ellende samenkomt, frustreert kinderen met ambitie… leren op een roc is als groenten verbouwen in de Sahara: er groeit en bloeit verdomd weinig. Het traject duurt bovendien lang en het diploma biedt geen garantie op succes. Sterker, de zeis van het bindend studieadvies maait in het hbo nagenoeg alle mbo-instroom weg.
Het is niet anders; alleen havo biedt een reële kans op toegang tot hoger onderwijs. En vanaf dan is het formuleren van extra toelatingseisen voor vmbo-tl-leerlingen misdadig. Dit protectionisme van havo/vwo-scholen is bovendien in strijd met een fundamentele afspraak: een diploma is het toegangsbewijs voor een vervolgopleiding. Schending daarvan is het begin van het einde. Zelf heb ik op de Erasmus Universiteit gewerkt. De eerstejaars economie maakten er keer op keer een bende van. Nog niet de helft kwam het eerste jaar schadevrij door. Het gekanker op het toeleverende voortgezet onderwijs gierde dan ook door de gangen. Toch pleitte niemand voor aanvullende eisen of toelatingsexamens. De wens was er, maar iedereen wist: het mag niet. En ja, klopt, deze afspraak is niet voor eeuwig, maar veranderen doen we dan met zijn allen, via onze volksvertegenwoordigers.
Het schaamteloos negeren van nationale afspraken door schoolleiders - het lijkt haast pathologisch. Duizend uur lesgeven, vmbo-leerlingen naar havo… scholen kiezen voor het gemak en voeren het gewoon niet uit. En dus is de politiek aan zet. Eerst opwinding in de krant en op de televisie, dan een parlementair debat, moties, waarna de Kamer voor het blok staat. Wat wordt het? Scholen houden zich aan de wet… of een motie van afkeuring… van wantrouwen? Kies maar lekker opportunistisch voor het pluche, het eigen hachje - de jeugd is ermee geholpen.