- blad nr 20
- 18-11-2000
- auteur . Overige
- Redactioneel
Gastlessen om eetstoornissen tegen te gaan
Veel meisjes 'rommelen' met eten
Om het onderwerp eetstoornissen bespreekbaar te maken onder Twentse jongeren, hebben Mediant en de stichting Adhesie het project Eigen-wijs in eigen lijf opgezet. Het richt zich op jongeren in de tweede en derde klas van het voortgezet onderwijs, maar ook op docenten, leerlingbegeleiders, schoolartsen en ouders. ³Het zijn vooral meisjes die anorexia en boulimia hebben², legt preventiemedewerker Marja de Waal uit. ³Maar bij het nieuwe verschijnsel Binge Eating Disorder, ofwel troost-eten, zijn twee van de vijf patiënten jongens.² Bij deze eetstoornis eten patiënten vaak uit frustratie grote hoeveelheden voedsel. Anders dan bij boulimia compenseren ze dit niet met braken of het gebruik van laxeermiddelen.
Eigen-wijs in eigen lijf bestaat uit verschillende onderdelen. Na een introductiebijeenkomst voor mentoren en docenten staan voor de leerlingen drie lessen op het programma. De vakdocenten nemen er twee voor hun rekening en de derde les wordt gegeven door twee gastdocenten. De 31-jarige Barbara Koershuis is een van deze ervaringsdeskundigen van Mediant. De gastdocente heeft vanaf haar negentiende anorexia en boulimia gehad. ³In die tijd was er nog weinig hulp op dit gebied. Ik denk dat ik niet zo diep was gegaan als dit project er toen was geweest.²
Rauwkost
De gastles begint algemeen. ³Waar denken jullie aan bij een spiegel? Hoe vaak kijk je in de spiegel?², vraagt Koershuis. ³Hoe denken jullie over rauwkost? En waar associëren jullie een weegschaal en een spiegel mee?² Een van de leerkrachten reageert: ³Als ik in de spiegel kijk en ik zie er dik uit, dan trek ik snel wat anders aan.² Koershuis vertelt aan de leerkrachten over haar eigen ervaringen met anorexia en boulimia. ³Toen ik opgenomen werd, moest ik iedere dag een ons aankomen. Dus dat betekende iedere dag op de weegschaal, ik werd gek van die onsjes. Op een gegeven moment nam ik mijn weegschaal overal mee naar toe, het werd een obsessie.² Zij is nu over dit probleem heen. ³Ik overweeg nog wel eens om erop te gaan staan, maar niemand krijgt me meer zo ver.²
Barbara Koershuis legt uit dat vooral haar eigen ervaringen de leerlingen aangrijpen. ³Ik heb het dan over de sociale en psychische gevolgen van een eetstoornis en daar schrikken ze meestal wel van. Zo heb ik mijn school niet af kunnen maken en was ik op een gegeven moment al mijn vrienden kwijt. Na mijn opname heb ik gewoon weer moeten integreren in de maatschappij.² De reacties uit de klas zijn volgens de gastdocente heel eerlijk. ³Ons verhaal heeft vaak zoveel impact op de leerlingen dat zij zelf makkelijk over hun problemen beginnen te praten. Degenen die zelf ook rommelen met eten, komen daar gewoon eerlijk voor uit.²
Koershuis vertelt tijdens de gastles over de lichamelijke gevolgen van eetstoornissen en wat voor hulp patiënten kunnen krijgen. ³We besteden veel aandacht aan vragen uit de klas en dat zijn er meestal nogal wat. Sommigen reageren geschokt: ŒIk wist niet dat het zo erg was. Ik ga nooit meer aan de lijn doen¹. Bovendien komen er na de les regelmatig meisjes naar me toe die zich zorgen maken om een vriendinnetje.²
Risicogroep
Preventiemedewerker Marja de Waal wijst erop hoe belangrijk het is om zo snel mogelijk in te grijpen. ³Hoe langer iemand een eetstoornis heeft, hoe moeilijker het is om er ooit nog vanaf te komen.² Uit onderzoek blijkt dat tien tot vijftien procent van de patiënten met een eetstoornis hieraan overlijdt.
Psychologe Alien de Boer is vanuit Mediant verbonden aan het project Eigen-wijs in eigen lijf. Ze benadrukt hoe belangrijk het is om de hele klas bij de lessen te betrekken, ook al behoort maar een klein aantal leerlingen tot de risicogroep. ³Alleen dan bereik je degene die je wilt bereiken. In het begin gaat het erom dat de leerlingen anoniem benaderd worden. Degenen die een mogelijk eetprobleem hebben, komen daar toch niet direct voor uit.² Psychiater Aline Plinsinga werkt voor Adhesie mee aan het project: ³Kinderen schamen zich vaak voor een eetprobleem. Als ze horen dat meer kinderen ermee te maken hebben, zijn ze gemakkelijker te bereiken.²
Een school krijgt vier weken de beschikking over een leskist met allerlei informatie over eetstoornissen. Na de lessen volgt een verwerkingsbijeenkomst voor mentoren en docenten. ³We bespreken met hen of zij leerlingen met een beginnende eetstoornis hebben gesignaleerd. Zij kunnen eventueel doorverwezen worden², legt Marja de Waal uit. Binnen het project kunnen de scholen samen met de projectmedewerkers een ouderavond houden. Geïnteresseerde scholen kunnen voor meer informatie in de regio Twente terecht bij Mediant, Henk de Jong, telefoon (053)4881890 of stichting Adhesie, Minke van der Meer, telefoon (0546)542424.
Soortgelijke projecten
Altrecht, regio Utrecht, Jenny van Kraaikamp, telefoon (030)2809380.
Riagg Oost-Gelderland, Marina Moerkens, telefoon (0316)580913.
Riagg IJselland, Bianca van Engelen, telefoon (0570)688788.
Jeugdzorg Den Haag, Saskia de Gijssel, telefoon (070)3084366.
GGZ Regio Breda, Olga Zeijl, telefoon (076)5241000.
GGZ Midden-Brabant, Wilma van den Meeren, telefoon (013)5808080.