- blad nr 20
- 18-11-2000
- auteur O. Bosma
- Redactioneel
Jacques Tichelaar en Henk van der Kolk in debat over de taken van de FNV
De vakbeweging trok een veel te grote broek aan
Op de bovenste verdieping van het FNV-kantoor in Amsterdam laten Tichelaar en Van der Kolk elkaar nauwelijks uitpraten, zo graag willen ze hun gelijk aantonen. De twee heren zaten jarenlang samen in het bestuur van de AOb. Tichelaar was verbaasd over het artikel in Trouw, waarin Van der Kolk de degens kruiste met Arie Groenevelt. Die leidde in de jaren zeventig de Industriebond, toen die standpunten innam over allerlei maatschappelijke vraagstukken en actie voerde tegen de levering van onderzeeėrs aan Zuid-Afrika. Flinterdun, oordeelde Van der Kolk over zulke stellingnames.
In Amsterdam licht hij zijn uitspraken toe: ³De vakbeweging trok toen een veel te grote broek aan. Er werd hard geroepen, maar vervolgens niets gedaan. Dan verlies je je geloofwaardigheid. Ik denk aan het verzet tegen de kruisraketten. Dat werd volstrekt niet gedragen door de achterban. Maar omdat die er ook geen last van had, werd het getolereerd.²
Jacques Tichelaar trekt zijn wenkbrauwen op. Niet gedragen door de achterban? ³Absoluut wel. Mensen waren zeer betrokken bij het thema vrede en veiligheid. Ze eisten dat de vakbeweging zich aansloot bij het verzet tegen de kruisraketten.² Van der Kolk was in die tijd bestuurder bij de Voedingsbond. In zijn beleving waren het vooral kaderleden die aandrongen op stellingname: ³De gewone leden liepen er niet erg warm voor. De FNV werd in de naoorlogse jaren groot, niet door zich bezig te houden met dit soort zaken, maar met inkomen en arbeid. En dat is nog steeds de schakel tussen de aangesloten bonden. Het maatschappelijke sausje dat er in de jaren zeventig en tachtig overheen werd gegoten, was een incident.²
Dood in de pot
Tichelaar voorziet voor de FNV een sombere toekomst als Van der Kolk zijn zin krijgt: ³Versmalling is de dood in de pot. De bonden hebben de vakcentrale niet nodig als het om inkomen en arbeid gaat, want dat kunnen ze heel goed zelf. De meerwaarde van de centrale zit in meningsvorming over bredere onderwerpen. Laat je dat weg, dan heeft een overkoepeling geen zin.²
³Volstrčkte onzin om ons bestaansrecht hieraan te verbinden², vindt Van der Kolk. ³Worden mensen lid van de FNV omdat ze het milieu willen beschermen of omdat ze behoorlijke arbeidsomstandigheden hebben? We hebben ons laatst uitgesproken tegen de proefboringen op de Waddenzee. Dat past nog enigszins in ons streven naar duurzaam produceren, maar om nu te zeggen dat we deskundig zijnŠ En als nu eens zou blijken dat de exploitatie van de Wadden erg goed is voor de werkgelegenheid? Dan gaat de FNV gegarandeerd om. Net als toen De Schelde een goede order van defensie binnen kon halen. Toen hoorde je geen jankverhalen meer over de maatschappij die militariseert. De praktijk is harder dan het geloof. Dus ik zeg simpel: Maak geen uitstapjes die je niet kunt waarmaken.² Om deze reden heeft hij zijn twijfels over het ventileren van opvattingen over het mobiliteitsvraagstuk. Tichelaar stelt dat de vakbeweging daar niet omheen kan, het grootste deel van de 1,2 miljoen leden wordt ermee geconfronteerd. Van der Kolk is het daar wel mee eens, maar ³het is bij de achterban razend impopulair om over beperkingen te praten². ³Tja, dat is nou een zaak van bestuurlijke verantwoordelijkheid², doceert Tichelaar. ³En als we dan iets hebben neergezet, volgt het grote niets², antwoordt Van der Kolk.
Zet hij de vakbeweging niet neer als de pure belangenbehartiger, waar veel mensen schoon genoeg van hebben? De AOb krijgt regelmatig het verwijt dat de mooie woorden over onderwijskundige verbeteringen hol blijken als de salariskwestie weer eens alle aandacht vraagt. Tichelaar herkent het: ³Jonge mensen willen duidelijke standpunten en consequent optreden. Onze dubbele doelstelling, kwaliteit van onderwijs en belangenbehartiging, spreekt aan. Maar we moeten er wel naar handelen.² Van der Kolk noemt prioriteit voor salarissen logisch: ³Natuurlijk, jongeren willen ook goede begeleiding op de werkplek en goede secundaire arbeidsvoorwaarden. Maar ik kan me voorstellen dat het uiteindelijk om de poen gaat.² Tichelaar voert de kwestie van de gelijke kansen op, de strijd tegen het uitvallen van leerlingen. Hij verwacht steun van de vakcentrale, die vanaf de oprichting aan het begin van de twintigste eeuw ontwikkeling voor iedereen nastreefde. En is dat niet bijzonder actueel in het tijdperk van de kenniseconomie?
Voorbeelden
Natuurlijk steunen we acties om schoolverlaters binnenboord te houden², reageert Van der Kolk. ³Er is een directe relatie met de kernthema¹s werk en inkomen. Zonder behoorlijke opleiding geen behoorlijke baan.² Hij vraagt de AOb-voorzitter om voorbeelden van onderwerpen waar de FNV zich ten onrechte niet mee bezighoudt. Tichelaar doet zijn best, maar zijn opponent ontdekt bij elk voorbeeld een relatie met de kernthema¹s. Uitspraken over de inhoud van het beroep? ³Logisch, want dat gaat over je werk. Al hebben we misschien niet altijd de deskundigheid daarvoor in huis.² Moet sociale zekerheid worden overgeheveld naar private bedrijven? ³Sociale zekerheid is een kerntaak, dus dat onderwerp doet niet ter zake voor de kwestie breed of smal.² Is het nieuwe belastingstelsel wel rechtvaardig? ³Natuurlijk een thema voor de FNV, want dat gaat over inkomen.² Tichelaar werpt tevergeefs de bouwplannen van Rotterdam in de strijd, herhaalt de proefboringen, noemt het pleidooi voor meer investeringen in de collectieve sector ten koste van de lastenverlichting - allemaal zaken waarover de FNV zich liet horen. Is er eigenlijk wel een verschil van mening? Ja zeker, want opeens gaat het gesprek over groen beleggen. Nu steeds meer werknemers ook stukjes kopen en er zelfs sprake is van beloning met opties of aandelen, moet de vakbeweging haar leden informeren over de voordelen van de Triodosbank en gelijksoortige bedrijven, meent Tichelaar. Van der Kolk heeft van bondsbesturen gehoord Œdat we er iets mee moeten¹, maar van hem hoeft het niet: ³We zijn absoluut niet deskundig, hier zijn anderen voor.²
Tichelaar gaat door, op zoek naar voorbeelden. Wel of geen studiehuis? Daar moet de AOb zich mee bemoeien, bevestigt Van der Kolk, want dat heeft veel effecten op je werk. Maar dat de bond zich uitlaat over de kerndoelen, gaat wel erg ver. De stelling dat de AOb een hoge organisatiegraad heeft dankzij de dubbele doelstelling, wijst hij af: ³Die hogere organisatiegraad geldt voor de hele collectieve sector en daarin houden lang niet alle bonden zich bezig met inhoudelijke zaken.²
Beroepsvereniging
Van der Kolk heeft het document voor het komende AOb-congres gelezen, waarin de onderwijsbond zich opwerpt als beroepsvereniging die kwaliteitsstandaarden vaststelt en handhaaft. Hij ziet niets in zo¹n standsorganisatie: ³Daar bind je geen aanstormend talent mee. Ik zou eerder willen zien dat die dubbele doelstelling tot uitdrukking komt in jullie aanbod van producten en diensten. De bond zou loopbaanadviezen moeten geven, pensioenadviezen.² ³Het moet allebei², meent Tichelaar. ³Wij kunnen onze kennis over beroepsinhouden te gelde maken. We worden door gemeentebesturen gevraagd om te helpen bij het invoeren van bovenschools management.² Van der Kolk valt zowat van zijn stoel. De vakbond als adviseur voor management en organisatie? ³Nee dus. Dat zouden leden niet begrijpen.² Tichelaar: ³Maar goed management is een voorwaarde voor het integrale personeelsbeleid dat wij willen. We hebben trouwens veel directeuren als lid, vooral vanwege onze opvattingen over onderwijskundig management.²
Van der Kolk blijft hameren op nieuwe producten en diensten, waarvoor de vakbeweging strategische allianties moet sluiten met bijvoorbeeld verzekeringsmaatschappijen. ³Dan kun je een aanbod ontwikkelen voor cao¹s ą la carte. Mensen willen kunnen kiezen.²
Als de verslaggevers aanstalten maken om op te stappen omdat hun tijd op is, gaat het gesprek door. Maar nieuwe gezichtspunten duiken niet op. De twee kemphanen zijn het grondig oneens. Hoog tijd voor een breder debat in de FNV en de aangesloten bonden.