• blad nr 20
  • 18-11-2000
  • auteur D. van 't Erve 
  • Dossier

 

Titel

Vorig jaar zomer besloten de Europese onderwijsministers in Bologna tot het opzetten van één hogeronderwijsstelsel voor alle landen. De hogescholen en universiteiten in Nederland bereiden zich voor op de invoering van bachelor/master-diploma¹s. Nu is het al zo dat een hbo¹er die naar het buitenland gaat zich bachelor mag noemen en een afgestudeerde aan de universiteit master. Maar zijn titels in het buitenland ook te vergelijken met die in Nederland? Daar draait het in dit dossier om.
F. haalde in Engeland aan de University of Greenwich de graad Master of Arts in Education. Eenmaal terug in Nederland wil hij de titel doctorandus voeren. Informatiebeheergroep (IBG) wijst zijn verzoek echter af. Als bezwaren niet helpen, gaat F. samen met de juridische dienst van de AOb in beroep bij de arrondissementsrechtbank. Volgens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek mag de Nederlandse titel worden gevoerd als de opleiding in het buitenland gelijkwaardig is aan een Nederlandse opleiding. Maar wanneer is de titel master gelijkwaardig aan doctorandus? IBG oordeelde dat sprake is van gelijkwaardigheid als de mastersgraad behaald is na de bachelorsgraad. De opleidingen moeten het niveau en de inhoud hebben van een wetenschappelijke opleiding in Nederland. Bovendien moeten beide opleidingen in dezelfde discipline zijn gevolgd. Als een mastersopleiding voortbouwt op een andere opleiding, dan moet zij voldoen aan een soortgelijk Nederlands doorstromingsprogramma. In Nederland duurt zo¹n programma twee jaar.
F. heeft een beroepsopleiding gevolgd met een andere richting dan waarin hij zijn graad heeft behaald. F. heeft geen volledige academische opleiding gevolgd, maar slechts een mastersgedeelte. Om voor de titel doctorandus in aanmerking te komen, moet dit gedeelte vergelijkbaar zijn met een doorstromingsprogramma voor afgestudeerden van het Nederlandse hoger beroepsonderwijs. Bij F. is dit volgens de rechter niet het geval, omdat het gevolgde mastersgedeelte korter was dan de in Nederland gebruikelijke twee jaar. Omdat F. geen bijzondere omstandigheden zoals vrijstellingen kan aanvoeren, is de rechter van oordeel dat IBG het verzoek om het voeren van de doctorandustitel terecht heeft afgewezen.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.