- blad nr 20
- 18-11-2000
- auteur G. van der Mee
- Redactioneel
Bonden schoorvoetend akkoord met verzilveren adv
Om verzilvering van de adv mogelijk te maken besloot minister Hermans 24 miljoen uit te trekken voor extra ondersteuning, bijvoorbeeld met conciërges en administratief personeel. De bonden zagen dat als een stap in de goede richting, maar wilden niet dat het bedrag uitgesmeerd zou worden over alle scholen. Onderhandelaar Ton Rolvink, bestuurder van de AOb: ³Wij vonden dat het geld naar de scholen moet waar de nood het hoogst is en waar wellicht het meest gebruik gemaakt zal worden van verlenging van de werktijd.² De minister vreesde echter dat dit te ingewikkeld zou worden. In de laatste versie van het akkoord is nu opgenomen dat onderzocht wordt of een dergelijke systematiek inderdaad beter is. Het extra geld gaat nu per 1 januari naar alle scholen. Op grond van de uitkomsten van het onderzoek kan er dan per 1 augustus volgend jaar wellicht nog iets veranderen.
De verzilvering is vrijwillig. In de huidige cao was het al mogelijk om 51 van de 131 adv-uren per jaar te verzilveren. Hiervan heeft echter tot nu toe slechts vier procent van het personeel gebruikgemaakt, zo blijkt uit gegevens van het administratiebureau Caso. Dat geringe enthousiasme sluit aan bij het onderzoek Van later zorg van het Instituut voor strategisch arbeidsmarktonderzoek. Daarin praten Nederlanders over hun verwachtingen over arbeid, zorg en vrije tijd in de 21e eeuw. Werknemers die in deeltijd werken, hebben in het algemeen geen behoefte om meer te gaan werken. Fulltimers zouden eigenlijk minder willen werken, komt uit het onderzoek naar voren. Vrijwel alle werknemers zien de werkdruk in de toekomst alleen maar erger worden.
Ton Rolvink is niet razend enthousiast over het akkoord: ³Ik blijf erbij dat hiermee nog steeds niets gedaan wordt aan het hoge ziekteverzuim. De minister heeft het probleem nu afgekocht. Tegelijkertijd is de arbeidsmarktproblematiek natuurlijk wel verergerd sinds de cao-besprekingen begin dit jaar, maar het blijft de vraag of veel mensen van de mogelijkheid gebruik gaan maken en of het een oplossing zal blijken te zijn.²