- blad nr 8
- 24-4-2010
- auteur E.. Prins
- Redactioneel
Kinderarbeid in Albanië
Het werk gaat door
“Naar schatting zijn er zo’n 40 duizend kindarbeiders in Albanië, dat is ongeveer 9 procent van alle kinderen onder de zestien jaar. Maar ik denk dat die schatting aan de lage kant is. Landelijk onderzoek is er nooit gedaan, wij proberen dat te stimuleren”, zegt Stavri Liko.
“De meeste kinderen werken op het land, daarnaast zijn er duizenden kinderen die wat verdienen met straatverkoop of het sorteren van afval. Nog eens duizenden werken in de kleding- en schoenenindustrie, in Albanië, maar ook in Griekenland en Italië.
Van die 40 duizend kinderen gaat ongeveer tweederde nog naar school, maar deze kinderen zijn vaak afwezig of te moe om nog iets op te nemen. Zij zijn risicoleerlingen: leerlingen die helemaal dreigen uit te vallen. Leraren én leerlingen werken er hard aan om hen op school te houden.
De afgelopen vier jaar hebben wij een project gedraaid op twintig scholen in vier districten om dat werk te stimuleren, te ondersteunen en meer structureel te organiseren. Daarbij werkten we samen met collega-onderwijsbond Spash, met het ministerie van Onderwijs en enkele ngo’s. Vanuit Nederland kregen we onder andere ondersteuning van FNV Mondiaal en de AOb.
We hebben trainingen georganiseerd voor leraren over schooluitval, kinderarbeid en kinderrechten, werkgroepen gevormd van leerkrachten en leerlingen, en er is samenwerking gezocht met ngo’s en de overheid. Daarnaast zijn er op de scholen leerlingvolgsystemen opgezet en is er geïnvesteerd in bijvoorbeeld sport en culturele activiteiten om leerlingen te motiveren.
Kinderarbeid begint vaak met schooluitval. Daarom zijn leraren de belangrijkste factor in de strijd tegen kinderarbeid én dus is het ook een zaak voor de onderwijsvakbonden. Wij willen een serieuze gesprekspartner van de regering zijn als het bijvoorbeeld gaat om de kwaliteit van het onderwijs en onderwijshervormingen. En als je het hebt over goed onderwijs voor alle kinderen, dan betekent dat ook dat je je inzet tegen schooluitval en kinderarbeid. Alle kinderen horen op school.
Het project heeft zijn waarde bewezen. Op de projectscholen daalde de schooluitval met gemiddeld 30 procent en een kleine zeshonderd werkende kinderen zijn teruggehaald naar school. Het project is inmiddels afgelopen, maar het werk gaat door. Op vrijwel alle scholen zijn leerkrachten bij de strijd betrokken. Er is een harde kern van zo’n 1600 leraren, vaak vakbondsleden, die het meeste werk verzetten. Zij maken hiervoor veel extra uren. Daar zijn we heel trots op, deze leraren zijn helden. Wij lobbyen daarom bij de regering dat ze hiervoor extra worden betaald - tot nu toe zonder succes.”