- blad nr 8
- 24-4-2010
- auteur S. Ridder
- Redactioneel
Scholieren krijgen hulp bij studiekeuze
Verder kijken dan stad, salaris en status
Hoe krijgen we de juiste student op de juiste plek? Dat is de uitdaging in het project ‘Studiekeuzegesprekken, wat werkt’. Achttien hoger onderwijsinstellingen buigen zich over de vraag of studiekeuzegesprekken, in combinatie met interventies als assessments, testen en proefcolleges, kunnen bijdragen aan minder uitval. Een aantal instellingen zoekt daarbij actief de samenwerking met het voortgezet onderwijs op, omdat ze ziet dat jongeren niet zozeer slecht kiezen, maar dat ze níet kiezen, of niet bewust kiezen. “Jongeren zijn onbewust onwetend over het belang van hun studiekeuze, en je moet ze bewust onwetend maken, zodat ze openstaan voor informatie”, aldus een van de projectleiders.
“Dat lijkt op keuzeluiheid”, stelt Gerard Hogendoorn. “Leerlingen weten dat ze moeten kiezen, maar weten niet wat ze moeten kiezen. Vervolgens blijven ze er mee rondlopen.” Hij is coördinator aansluiting vo-wo van de Erasmus Universiteit en was jarenlang decaan en docent aardrijkskunde op een middelbare school. “Er is een grote groep die niet bewust kiest. Terwijl uit onderzoek blijkt dat als leerlingen tijdens de schoolperiode hun motivatie goed onder woorden brengen, het risico op uitval een stuk lager ligt.” Hogendoorn stelt dat jongeren vaak kiezen op basis van de drie s’en: stad, salaris, status. “Natuurlijk zijn dit factoren die meespelen bij je studiekeuze, maar nog veel belangrijker is het dat jongeren kiezen met hun hart. Je moet ze dus dwingen om erover na te denken. Ik zie het als een gedeelde verantwoordelijkheid van het voortgezet en het hoger onderwijs om daar samen aan te werken, om leerlingen in een vroeg stadium te activeren en ze te leren kiezen.” Met het project ‘Van scholier naar student’ bezoekt Hogendoorn samen met ouderejaars studenten en getrainde decanen tien middelbare scholen in de regio. “In groepjes worden ‘zesjesleerlingen’ en door de schooldecaan geselecteerde leerlingen uitgedaagd om hun studiekeuze onder woorden te brengen. Op een later moment komen de aspirant-studenten op de Rotterdamse campus om opdrachten uit te voeren. We hopen dat de kennismaking met de academische context zorgt voor een bewustere keuze.”
Frustrerend
Ook Saxion heeft geëxperimenteerd met vormen van studiekeuzegesprekken. Hans de Vries is als onderzoeker verbonden aan het Kenniscentrum Onderwijsinnovatie van Saxion. Hij merkte dat hoe meer voorlichtingsactiviteiten aan jongeren werden aangeboden, hoe meer de jongeren onderuit gingen hangen. “Frustrerend”, aldus De Vries. “Wij vinden het dan ook de grootste uitdaging om leerlingen zelf in beweging te zetten, liefst zo vroeg mogelijk in het keuzeproces. Daarom werken we intensief samen met ons netwerk van scholen voor voortgezet onderwijs. En in gesprekken hebben we scholieren gevraagd hoe wij hen enthousiast kunnen krijgen. Zij gaven aan dat ze vooral eerlijke, concrete informatie willen over de opleiding. Mensen uit het werkveld geven volgens hen de meest relevante informatie omdat zij ook de minder leuke kanten van het beroep laten zien. De scholen zelf stellen het beroepsbeeld volgens hen te rooskleurig voor.” De Vries tipt scholen dan ook om zoveel mogelijk praktijkgerichte voorlichting te geven. “Nodig mensen uit het beroepsveld uit, organiseer een excursie en ga naar een hoger onderwijsinstelling toe. Laat ze proeven, voelen en ervaren hoe het is om op een hogeschool of universiteit rond te lopen.”
De tijd dat hogescholen en universiteiten alleen maar zoveel mogelijk zieltjes willen winnen is voorbij, stellen verschillende projectleiders. De Vries: “Instellingen zijn gebaat bij een gerichte instroom van studenten die op hun plek zijn en niet in het eerste jaar al afvallen, want dat is voor niemand goed. Niet voor de student en niet voor de opleiding.”
Een onderdeel van de aanpak van Saxion was een digitale assessment. Dit gaf de studiekiezers een heldere analyse van waar ze goed in zijn en wat ze leuk vinden. Past de opleiding eigenlijk wel bij hen? Zitten ze wel in het juiste domein? Waar liggen hun talenten? De antwoorden worden besproken met een studieloopbaanadviseur. “Heel nuttig”, zegt De Vries. “De deelnemers waren zeer te spreken over het assessment en het persoonlijke gesprek achteraf. Ze noemden het verhelderend.” Het project heeft het team alleen maar bevestigd in het idee dat er meer samengewerkt moet worden met het voortgezet onderwijs. De Vries: “Eigenlijk wordt de basis van de studiekeuze al gelegd tijdens de profielkeuze in de derde klas. Met domeinvoorlichting in een vroeg stadium kunnen we scholieren laten ervaren welk domein eigenlijk goed bij ze past. Pas daarna moeten ze zich gaan oriënteren op specifieke opleidingen.”
Waardevol
In de regio Nijmegen/Arnhem werd decanen gevraagd om ‘risicoscholieren’ aan te melden zodat de Radboud Universiteit hen kon benaderen voor een studiekeuzegesprek. Projectleider Carla van Wely ziet veel kansen in de samenwerking met het voortgezet onderwijs. “Decanen hebben prima in de gaten welke studiekiezers niet bewust kiezen. Die waardevolle kennis kunnen wij goed gebruiken zodat we zo’n leerling kunnen begeleiden bij het maken van een overwogen studiekeuze.” Ook aspirant-studenten die geen enkele vorm van voorlichtingsactiviteiten hadden gevolgd, vielen in de doelgroep van het Nijmeegse project. Uit onderzoek blijkt namelijk dat bij deze studenten het propedeuserendement beduidend lager ligt dan bij studenten die zich wel hebben laten voorlichten: 29,8 procent ten opzichte van 42,2 procent. Van Wely hoopt dan ook dat docenten en decanen hun leerlingen nog actiever willen wijzen op het belang van voorlichtingdagen, meeloopdagen en andere kennismakingsactiviteiten.
{kader}
Matchen
Studiesucces en het beperken van studie-uitval staan hoog op de agenda’s van de politiek en de hoger onderwijsinstellingen. Met het door het ministerie gesubsidieerde project ‘Studiekeuzegesprekken, wat werkt?’ hebben achttien instellingen vormen van studiekeuzegesprekken ingezet om de studie-uitval te verlagen. Alle interventies zijn onderzocht en momenteel wordt een analyse uitgevoerd. Directeur Wim Liebrand van de uitvoerende instantie Surf Foundation blikt terug op een geslaagd project. “De studiekeuzegesprekken waren geen selectie- of wervingsinstrument, maar een manier om de student en de studie beter te matchen. Dit is van groot belang om de uitval te beperken. Ik ben zeer content met de inzet en de getoonde inventiviteit binnen alle projecten. We zien dat ook andere instellingen interesse tonen in onze ervaringen met studiekeuzegesprekken, dus de kennis wordt volop benut.”
Meer informatie over het project: Janina van Hees, projectleider: 030 2346600 www.surffoundation.nl/studiekeuzegesprekken