- blad nr 20
- 18-11-2000
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Verzwarting basisonderwijs dilemma voor middelgrote gemeenten
Spreiding kost verschrikkelijk veel energie en geld en levert maar weinig op. Bovendien hebben ouders vrije schoolkeuze, dus het valt niet te sturen. Het is verstandiger om te investeren in de kwaliteit van het onderwijs², stelt J. Korst van de gemeente Tilburg. In Haarlem kijken ze daar weer heel anders tegenaan. ³De Delftwijkschool is een van onze allerbeste scholen, geroemd door de inspectie², vertelt G. Jongbloed van de dienst onderwijs. ³We hebben daar enorm in geïnvesteerd omdat we dachten dat we leegloop met kwaliteit moesten bestrijden. Maar eerst lopen de witte ouders weg, daarna de hoger opgeleide allochtone ouders. We willen daarom afspraken gaan maken met het bijzonder onderwijs over spreiding en toelating.²
Het aantal zwarte scholen met meer dan vijftig procent 1.9-leerlingen in Nederland stijgt gestaag met acht procent in de jaren 1996 tot en met 1998, meldde het dagblad Trouw begin dit jaar op basis van cijfers van de inspectie. Vijftig procent geldt als de magische grens, daarna beginnen witte ouders hun kinderen naar een andere school te sturen. Door fusies verdwenen er midden jaren negentig veel zwarte scholen.
Het tempo van de verzwarting loopt volgens berekeningen van Het Onderwijsblad echter mijlenver uiteen. Landelijk is het groeitempo misschien maar acht procent, maar in de middelgrote steden ligt het groeipercentage in de periode 1996-1998 op 24. In de vier grote steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht lijken de kaarten geschud. Daar zijn in die drie jaren slechts drie procent meer zwarte scholen gekomen.
Het is duidelijk dat de middelgrote gemeenten worstelen met dit voor hen betrekkelijk nieuwe fenomeen. De omstandigheden zijn ook anders. Terwijl in de grote steden echte concentratiewijken zijn met veel allochtonen die makkelijk meerdere scholen Œin leven¹ kunnen houden, zijn de buurten in de middelgrote gemeenten kleiner en gemengder waardoor een snelle verzwarting binnen een paar jaar leegloop en sluiting tot gevolg heeft.
Door alle verhalen heen klinkt steeds luider de roep om de vrijheid van onderwijs aan te passen aan de eisen des tijds. Zodat scholen een echte afspiegeling van de buurt worden en stuk voor stuk hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen door het opnemen van een redelijk deel van de 1.9-leerlingen.
Tilburg
De gemeenteraad heeft ook hier gevraagd of spreiding mogelijk is², zegt J. Korst van de gemeente Tilburg. ³We hebben daarom gekeken naar Tiel, Amersfoort en Gouda. Helaas moeten we constateren dat spreiding enorm veel energie en geld kost, maar weinig oplevert. We hebben nu eenmaal te maken met de vrijheid van onderwijs, wat spreidingsprocessen heel erg lastig maakt. Daarom sturen wij op kwaliteit. Ook dat is moeilijk, maar daar heb je als gemeente tenminste echt invloed op via het achterstandenbeleid. Wij hebben duidelijk gekozen voor brede scholen, waar koppeling met welzijn en peuterspeelzalen, extra educatie en sport de belangrijkste ingrediënten zijn. Ieder jaar komen er twee bij. Een van de zwarte scholen hier is de islamitische school, die steeds meer allochtone leerlingen uit andere wijken trekt. Het zijn Somaliërs, Turken en Marokkanen die zelfs naar de buurt verhuizen waar die school staat. Misschien is het beter om in een andere wijk een dependance te stichten.²
Nijmegen
Het proces van een stijgend percentage allochtone leerlingen speelt bij zowel het openbaar als het bijzonder onderwijs. We willen daarom afspraken maken over toelating en weigering. Bij alle schoolbesturen bestaat daartoe grote bereidheid omdat we zien dat het aantal scholen waar we ons zorgen over moeten maken groeit.² Zo schetst P. Hoogveld van de dienst onderwijs van de gemeente Nijmegen de stand van zaken. Nijmegen zag het aantal scholen met meer dan de helft 1.9-leerlingen de afgelopen jaren van drie naar vijf toenemen. Bij de fusiegolf in het basisonderwijs aan het begin van de jaren negentig bleek het mogelijk om prima afspraken te maken teneinde een koude sanering van scholen te voorkomen. ³Nu zijn er toch weer een paar bijgekomen die gevaar lopen. Het percentage allochtone leerlingen is steeds een factor in die ontwikkeling. Daarom werken we opnieuw samen aan een gemeenschappelijke aanpak om scholen in de wijk levensvatbaar te houden. We voorkomen liever dat scholen helemaal zwart worden door afspraken over toelating en weigering. Want het is maatschappelijk onverkoopbaar om het percentage allochtonen te laten groeien tot zeventig of tachtig procent. Allochtonen in Nijmegen willen dat niet, de scholen willen dat niet, de politiek wil dat niet.²
Haarlem
We hebben net gisteravond aan ouders van een witte openbare school het besluit bekend gemaakt dat die gaat fuseren met de zwarte school in de buurt. Dat geeft veel commotie, kan ik verzekeren. Eerst bij de directie, dan bij de ouders.² G. Jongbloed van de gemeente Haarlem ziet geen andere mogelijkheid dan spreiding. ³Investeren in kwaliteit heeft zijn grenzen. De zwarte school die nu onder de opheffingsnorm dreigt te komen, was een van onze allerbeste scholen. Het gaat om een gemengde wijk, waar dan één zwarte en één witte school ontstaat. Wat je dan ziet is dat eerst de witte ouders en daarna de hoger opgeleide allochtone ouders wegtrekken. Bij de schoolkeuze spelen andere motieven dan kwaliteit een rol. Hier zijn anders dan in Amsterdam geen wijken waar je een volledig zwarte en goede school kunt laten voortbestaan omdat er voldoende leerlingen in de buurt wonen. We moeten nu wel werken aan afspraken over toelating met het bijzonder onderwijs, want anders bestaat het gevaar dat je over twee, drie jaar de gefuseerde school kunt gaan sluiten omdat ouders weer weglopen. Voor zo¹n plan om de weglopers niet op te nemen, bestaat ook wel gehoor bij het bijzonder onderwijs omdat zij zelf op andere plaatsen soortgelijke problemen hebben. De vraag is natuurlijk of je dat volhoudt, want ouders hebben het recht van vrije schoolkeuze en kunnen dat tot bij de rechter volhouden. Ik heb de wethouder geadviseerd om dit bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de landelijke politiek aan te kaarten. Dit kan toch nooit de bedoeling zijn geweest van de vrijheid van onderwijs?²
Leeuwarden
Witte vlucht komt hier nauwelijks voor², vertelt E. Warmels van de gemeente Leeuwarden. ³Als kinderen uit achterstandsbuurten naar een andere school gaan, komt dat doordat mensen verhuizen naar de nieuwe wijken om Leeuwarden heen. Bij ons is geen aanleiding voor spreidingsplannen. Wij zoeken het ook liever in de kwaliteit. We zijn druk bezig om brede scholen tot stand te brengen door samenwerking met welzijnsvoorzieningen. Binnen het onderwijs zelf investeren we extra in taalonderwijs. Waar wij eigenlijk meer moeite mee hebben is dat alle aandacht gaat naar hoge percentages 1.9-leerlingen, dat komt hier eigenlijk maar weinig voor. Autochtone achterstandskinderen (1.25) die hier in het Noorden erg veel voorkomen, blijven tegenwoordig in het beleid wat buiten beeld.²
Ede
Marokkaanse ouders die gemengde scholen eisen, een ouderraad die aandringt op spreiding. In Ede trok de openbare basisschool de Prinsenhoef aan de bel omdat de grens van vijftig procent allochtone leerlingen is gepasseerd. In een paar jaar tijd daalde het aantal leerlingen van vierhonderd naar honderd, terwijl de school goed onderwijs biedt. ³Ik ben niet voor spreiding binnen de hele gemeente, dan verliest een school zijn sociale functie voor de buurt, maar wel voor spreiding binnen een wijk², stelt wethouder A. Jonker van onderwijs. ³In de wijk Veldhuizen in Ede is die verhouding nu scheef. De bijzondere scholen hanteren als norm dat ze maximaal vijftien procent allochtone leerlingen willen opnemen, terwijl in de buurt meer dan vijftig procent allochtonen woont. Dat betekent dat het openbaar onderwijs veel meer dan vijftig procent allochtone kinderen moet opvangen. Deze week gaan we met het bijzonder onderwijs praten over de situatie die is ontstaan. Er ligt een probleem dat gemeenten niet alleen kunnen oplossen, maar vraagt om een ingreep in ons onderwijsbestel.