- blad nr 6
- 27-3-2010
- auteur . Overige
- Opinie
Ingenieurs hebben we genoeg nu de ‘handjes’ nog
Tekst Toon Rekkers
‘In het mbo wordt geen lesgegeven. Al meer dan een jaar geen Engels. Overstap vmbo’ers naar roc’s rampzalig’, koppen de media voor de voorjaarsvakantie. Daarna lezen we nog eens dit: ‘Natuurlijk is het fijn als de loodgieter niet met zijn vieze schoenen door het huis banjert. Maar wat heb je aan iemand die netjes bij de deur zijn schoenen uitdoet, als hij de verwarming niet kan repareren?’, aldus een boze mbo-directeur in de Volkskrant van 9 maart. In één zin de onzin van het competentiegericht onderwijs (CGO) in het mbo.
Ook de mbo-bestuurders hebben genoeg van de onwerkbare eisen die aan de opleidingen worden gesteld, verpakt in dossiers van 200 pagina's. ‘Leerling en leraar gaan over tot afvinkgedrag. Het CGO is op deze manier een mission impossible’, zegt een mbo-bestuurder. ‘Neem de competentie kan zich gedragen in de openbare ruimte. Mag je dan op niveau 1 nog een ruit ingooien als je het ergens niet mee eens bent, en moet je bij niveau 4 aanbellen en je excuses aanbieden?’
Kortom, het mbo deugt niet. Tel daarbij op de lijst met de 64 zwakke scholen en het drama is compleet. De vraag dient zich op: moeten we met de val van het kabinet ook maar vaarwel zeggen tegen het mbo? Ik dacht het niet. Want: Mbo verloren is rampspoed geboren.
Bliep
Stel, u bent in uw buurtsuper. Zorgvuldig kiest u uw aankopen uit en tevreden loopt u met uw boodschappenkarretje naar de kassa. Daar scant een klantvriendelijke jonge dame uw aankopen en ‘bliept’ er lustig op los. U wilt betalen en ontdekt een rekenfout. U wilt verhaal halen, maar de kassajuffrouw kijkt u met grote bruine ogen aan en stamelt ‘bliep’. U denkt ‘ha, een grapje’ en waagt nog een poging. De kassajuffrouw antwoordt nu zachtjes en vooral doordringend met twee bliepjes.
Of uw energie- en milieuvriendelijke warmwaterzonneboiler houdt er plotsklaps mee op. U belt een helpdesk. Aan de andere kant kraakt een blikkerige computerstem dat de servicemonteur binnen 24 uur bij u voor de deur staat. Een uurtje later verschijnt de met baseballpet getooide jongeman die u uit de problemen zal helpen. Het probleem, naar later blijkt een losgeraakt moertje, is toch te moeilijk voor de monteur. Hij vertelt dat hij ooit automonteur wilde worden, maar hij was gezakt voor het examen, omdat hij bij de opdracht ‘olie verversen’ was vergeten om te communiceren met de klant. Nu werkt hij als servicemonteur, maar ‘communiceren met de klant kan ik nog steeds niet’ vertelt hij als hij onverrichter zake uw woning verlaat.
Als u straks geen beroep kunt doen op goed opgeleide mensen achter de kassa, monteurs, verpleegkundigen en andere vaklui, dan kunt u er verzekerd van zijn dat u in dergelijke doldwaze situaties zult belanden. In Zweden is het al zover. Daar is ’s middags na drie uur geen huisarts, tandarts of advocaat meer te bekennen want zij moeten zelf maar hun waterleiding of kapotte cv-ketel zien te repareren.
Schaalvergroting
Ruim 60 procent van de Nederlandse beroepsbevolking heeft een vakbekwame opleiding genoten in het middelbaar beroepsonderwijs. Het mbo is zowat het minimale gemiddelde opleidingsniveau van de Nederlandse beroepsbevolking. Tot nu toe was het middelbaar beroepsonderwijs een onderwijssector waar je iets leert en waar je iets mee kunt in je latere leven. Toch dreigt het aan zijn eigen succes ten onder te gaan omdat het in steeds zwaarder weer terechtkomt. Eind jaren tachtig moest er al zo nodig bezuinigd worden op het onderwijs en werd het mbo meegezogen in het proces van de sectorvorming. Toenmalig minister van Onderwijs Deetman vond dat schaalvergroting wel op zijn plaats was. Begin jaren negentig koos Onderwijsminister Ritzen voor nog meer verplichte schaalvergroting (roc-vorming), verplichte onderwijsvernieuwing (eindtermen) en vooral bezuinigen op het primaire proces (lesgeven).
Het middelbaar beroepsonderwijs omarmt sindsdien het idee dat lesgeven niet meer van deze tijd is. Leerlingen stromen sinds die tijd drempelloos in en worden in één van de vier niveaus gestopt om daarna volgens de methode zoek het zelf maar uit en met de computer afgericht het roc met een startkwalificatie weer te verlaten.
Kredietcrisis
Toch was en is het middelbaar beroepsonderwijs zeer succesvol. Hardwerkende docenten slagen er steeds weer in om ondanks zware tegenwerking vanuit een slecht functionerende schoolorganisatie en de politiek, ondanks allerlei nieuwlichters en andere dwaallichten, de aanstormende jeugd een gedegen beroepsopleiding te bieden waarmee ze succesvol in de maatschappij terecht kunnen. Ook de jongelui die uitvallen in havo en vmbo kunnen er vaak met succes een beroepsopleiding afronden. Een uitvalpercentage van ongeveer 34 procent steekt dan ook erg gunstig af bij sectoren als hbo en wetenschappelijk onderwijs, waar ongeveer 65 procent de eindstreep niet haalt. Het mbo is de enige onderwijssector die jongeren met een grote leerachterstand en 40 procent van de allochtone jongeren in staat stelt om hun studie succesvol te laten vervolgen in het hoger onderwijs.
Zodra er problemen zijn met de jeugd, zodra de werkloosheid onder schoolverlaters stijgt of de economische crisis bestreden moet worden, is de reactie vanuit de maatschappelijke omgeving vaak dat het middelbaar beroepsonderwijs deze problemen maar moet oplossen. Kortom, het middelbaar beroepsonderwijs speelt een hoofdrol in onze samenleving en dat wordt pas onderkend wanneer de problemen zich opstapelen tijdens een kredietcrisis.
Erg gewild
Richten we de blik naar de toekomst, dan wordt duidelijk dat het middelbaar beroepsonderwijs de ene na de andere uitdaging krijgt toegeworpen, zeker als het volhardt in het opleiden van vakbekwame beroepskrachten. Internationaal is er een exponentiële vraag naar mensen die zowel met hun hoofd maar vooral met hun handen kunnen werken. Nederlandse beroepskrachten van allerlei aard zijn erg gewild in sectoren als de offshore, grondstoffenwinning, toerisme, zorg en vooral het midden- en kleinbedrijf. Daarbij gaat het om timmerlieden, metselaars, stratenmakers, bakkers, horecapersoneel, verpleegkundigen en noem maar op. En ook hier wordt de vraag bij het middelbaar beroepsonderwijs gelegd. Een veel gestelde vraag in de contacten met het bedrijfsleven is: Hebben jullie toevallig niet…? Of: Ingenieurs hebben we genoeg, nu de ‘handjes’ nog.
Toon Rekkers is docent ondernemersvaardigheden aan het Koning Willem I College in Den Bosch