- blad nr 6
- 27-3-2010
- auteur R. Wisman
- Redactioneel
Trainingen voor jong, ouder en oudst
De mens achter de collega
Hoe ouder de werknemer, hoe gevulder de rugzak met ervaring. Daar maak je als school gebruik van, zou je denken. Maar nee. “Het wordt als iets vanzelfsprekends gezien, of als iets waar de docent last van heeft”, merkt Frits Achterberg, trainer bij het IVLOS, lerarenopleiding van de Universiteit van Utrecht. “Er is geen oog voor. Er wordt niets creatiefs mee gedaan.”
Ook op de arbeidsmarkt wordt die volle rugzak niet gewaardeerd. “Als je 45, 50 jaar bent kom je nauwelijks meer aan een andere baan.” Te duur, heet het dan. Ervaring blijkt ineens niet meer zo waardevol als je dacht. Intussen krijg je op school (waar je al jaren trouw je beste beentje voorzet) om de haverklap met een onderwijsvernieuwing te maken. Waarmee indirect de boodschap wordt afgegeven: ‘Zoals jij het doet, is het niet goed.’ Of nog erger: ‘Jij hebt het de afgelopen twintig jaar niet goed gedaan.’ Met allerlei vervelende gevolgen van dien: weerstand, demotivatie, stilstand, wrok.
Achterberg zou graag zien dat docenten vanaf een jaar of 50 “mits ze nog vitaal zijn en willen leren” coach worden voor hun jongere en oudere collega’s.
Een training vooraf is nodig, want: “Het is coaching, geen teaching. Voor sommige docenten is dat een cultuurschok. Ze zijn gewend een ander te vertellen hoe iets moet.” In de Nestortraining leren oudere leerkrachten wat een goede coach doet.
‘Ik zie dingen’
Oefening baart kunst, ziet Achterberg in de praktijk. Sterker: de effecten zijn grandioos, vindt hij. “Oudere docenten ontlenen waarde aan hun nieuwe rol als coach en voelen zich weer nodig op de school. Ook ervaren ze weer eens wat het betekent om iets nieuws te leren.”
Taco van Popta (63) kan daarover meepraten. “Sommige collega’s zien het onderwijs als een fuik waar je na je opleiding in terechtkomt om na een paar jaar te constateren dat er nauwelijks vluchtwegen zijn. In het bankwezen of bij de NS valt er wel iets te schuiven. In het onderwijs niet.”
“Ik stelde mezelf vragen als ‘wil ik dit wel?’, ‘past dit wel bij me?’, ‘moet ik tot mijn 65ste doorgaan met een krijtje op een schoolbord?’ Na 38 jaar voor de klas is het een kunst om onbevangen te blijven.”
Hij geeft nog steeds wiskundeles op de Goudse Waarden, scholengemeenschap in Gouda, maar is nu (na de training) vooral werkzaam als begeleider van startende leerkrachten.
Dat hij hulp kan bieden bij een praktische hulpvraag van een beginnende leraar geeft voldoening. Er was een collega bij wie het begin van de les altijd rommelig verliep. Hij wist niet waar dat door kwam. “Meestal kijk ik achter in de klas mee”, vertelt Van Popta. “En wat blijkt: ik zie dingen.”
De leerkracht wiens les rommelig verliep, bleef vanaf de start van de les achter zijn bureau zitten en daar bleef hij ook tijdens het verwelkomen van de leerlingen. Daarna deed hij direct de absentiecontrole. “Lekker efficiënt, dacht hij. Maar hij had geen oog voor de groep. Ik vond het niet vreemd dat het onrustig werd.”
Van Popta adviseerde hem de controle op een ander moment te doen, en bovendien de klas bij de deur te verwelkomen in de les. Dat hielp.
‘Ik zit vol’
Ook Van Popta benadrukt dat niet iedereen in de wieg is gelegd voor een rol als coach. “In het onderwijs heb je van die ‘dominees’ die de jonkies gaan vertellen hoe zij dezelfde soort problemen al dertig jaar oplossen. Daar help je iemand niet mee.”
Hij denkt dat iedere school baat heeft bij breed inzetbare nestorcoaches in de school. “Ik vergelijk ze met de oliemannen die vroeger in de machinekamers van schepen links en rechts hun olie druppelden zodat machines soepel bleven lopen. Dat doe je als coach ook: door te observeren en met aandacht te luisteren kun je iemand tijdig ondersteunen, zodat een problematische situatie niet escaleert.”
Iedere leerkracht heeft zo zijn eigen ‘probleempjes’ die stuk voor stuk uit de hand kunnen lopen, soms direct gelinkt aan leeftijd, weet Van Popta.
Vijftigers vragen zich af of ze nog wel in staat zijn om kennis over te dragen aan de jongere generatie. Dertigers worstelen met het ‘dertigersdilemma’: knagende stress door het teveel aan keuzes. En vele veertigers raken in de problemen, omdat ze geen persoonlijke ontwikkeling zien of bijvoorbeeld omdat ze geen ‘nee’ kunnen verkopen.
Anne Marie Degener (44) was er zo eentje. Ze is docent Duits en coördinator van de vakgroep aan de Fontys Lerarenopleiding in Tilburg. In de functie van coördinator kreeg ze alle taken toegeschoven die niet concreet in de taakbeschrijving van anderen stonden. Op aangeven van een collega (‘Is dat niet wat voor jou?’) gaf ze zich op voor de training Halfweg - voor leerkrachten halverwege de loopbaan. Op een rustige plek in een ontspannen sfeer kwam de onbalans er woordelijk uit: ‘Ik zit vol.’
Cadeautje
“Het zat lange tijd al aan de oppervlakte”, zegt Degener. “Door de intensieve gesprekken met collega’s en coaches tijdens de training kreeg ik inzicht in wat er scheef zat.” Kort samengevat: een groot verantwoordelijkheidsgevoel, de neiging om conflicten uit de weg te gaan en veel plezier in haar werk. Een gevaarlijke combinatie. “Ondanks het plezier moest het anders; er kon niks meer bij.”
In de eerstvolgende vergadering legde ze het teveel aan taken bij haar vakgenoten op tafel: ‘Ik weet niet wie het erbij gaat doen, ik weet alleen dat ik het niet meer doe.’ Degener: “Ik chargeerde een beetje door te stellen dat ik me soms het afvoerputje van de opleiding voelde. Ik stel mijn collega’s erg op prijs, dus het was niet prettig om te doen. Maar het leidde tot erkenning. Ik kreeg zelfs een tijdelijke taakuitbreiding ter compensatie van het aantal overuren.”
Frits Achterberg denkt dat veel senior docenten voordeel kunnen hebben van de Halfweg-training. “De mens achter de collega wordt aangeboord. Het haalt je uit je ritme en je dagelijkse routine en dat geeft een vitaal gevoel. ‘De kooi heeft opengestaan’, verwoordde een deelnemer zijn gevoel. Iedere training is een cadeautje voor de oudere docenten. Dat verdienen ze. Tot nu toe is het onderwijs door hen gedragen.”
Meester-gezel
De nieuwste training van het IVLOS richt zich specifiek op koppels: een beginnend docent met een ervaren collega, Junior en senior – verbonden in wederzijds coachen.
Frits Achterberg spreekt van een meester-gezel-relatie, waarbij de meester de gezel helpt zichzelf als leraar neer te zetten en de gezel de meester helpt om – simpel gezegd - ‘bij de tijd te blijven’. Achterberg: “Oudere leerkrachten hebben regelmatig leervragen die op het deskundigheidsgebied liggen van de beginnende leraar. Op het gebied van ict, zoals de didactische software voor smartboards, kan de junior de senior wegwijs maken.”
Taco van Popta herkent dat: “Jongere collega’s helpen mij vaak achter de computer met allerlei dingen.” Ook op didactisch gebied steekt hij dingen op van de jongere collega’s. “Ik plande na ieder hoofdstuk een degelijke repetitie in, ook als er eigenlijk geen tijd voor was. Een jongere collega zei: ‘Als ik daar geen tijd voor heb, laat ik leerlingen thuis een praktische opdracht uitvoeren die ze de volgende dag moeten inleveren’.”
Van Popta: “Zo’n eyeopener! Soms moet je kiezen voor een pragmatische oplossing. Het heeft me echt wakker geschud.”
Ook Anne Marie Degener ziet coaching als een verrijking. “Binnen de cursus bespraken we het nut van een maatje voor controle en feedback. Iemand die je scherp houdt en regelmatig informeert naar de stand van zaken van de voorgenomen acties. Zelf heb ik sterk behoefte aan terugkoppeling van zo’n maatje: ‘Anne Marie, hoe zit je nou?’ Als je met zo iemand tussen dezelfde muren werkt, gaat dat een stuk eenvoudiger.”
{kadertje}
Onderzoek
Voor haar promotieonderzoek onderzoekt onderwijspsycholoog Maud Slaats momenteel de leereffecten van docenten die aan het traject Halfweg deelnemen. “De oudere docent wordt meestal afgeschilderd als star of gefrustreerd. In Halfweg kom je erachter hoeveel passie en motivatie er nog in zit”, aldus Slaat. Eind van het jaar publiceert ze haar bevindingen in een boek.
[noot]
In samenwerking met hogescholen in Nederland worden de trainingen Halfweg, Nestor en Junior en senior toegankelijk gemaakt voor alle soorten onderwijs: van primair en voortgezet tot mbo, hoger en wetenschappelijk onderwijs. Meer weten? Kijk op www2/ivlos.uu.nl/g3 of neem contact op via 030 6365868.