- blad nr 4
- 27-2-2010
- auteur J. van Aken
- de Vereniging
Oop voelt zich vaak ondergesneeuwd
Enkele technisch onderwijsassistenten, een systeembeheerder, een roostermaker en een schoolmaatschappelijk werker - het was een divers gezelschap aan onderwijsondersteunend personeel (oop) dat 11 februari in Arnhem bij elkaar kwam. Rayonbestuurder Albert Krist en secretaris van de groep onderwijsondersteunend personeel Christien Fraterman wilden graag horen wat er onder hen leeft.
“Is de positie van het oop in de cao duidelijk”, vraagt Krist. Je moet er in de tekst naar zoeken, vinden de oop’ers. Krist oppert een toegankelijke samenvatting van de belangrijkste punten uit de cao te maken. Een kanttekening komt van een onderwijsassistent die haar collega’s oproept meer voor zichzelf op te komen. “Ik zet me in voor het oop, leg informatie in postvakjes, maar daar reageert niemand op”, zegt ze.
Die gelatenheid komt wellicht doordat het oop zich vaak ondergesneeuwd voelt in cao’s en ook bijvoorbeeld in het Convenant Leerkracht. “Waar is het oop in dat convenant”, zegt een systeembeheerder. Krist brengt er tegenin dat het convenant door de politiek is bedacht. Bij de huidige cao-onderhandelingen wordt nadrukkelijk ingezet op de positie van het oop.
De systeembeheerder vertelt dat hij zijn salarisontwikkeling heeft vergeleken met de procentuele stijging van de aow en de pensioenen. “Daarbij lopen de oop-salarissen achter, hoewel ik twee schalen omhoog ben gegaan in de dertig jaar dat ik in het onderwijs werk.”
Functiewaardering
De bespreking gaat voort over een ander heet hangijzer, het functiewaarderingssysteem (fuwa). Rayonbestuurder Krist merkt op dat fuwa een objectief gegeven is en dat de indeling afhangt van de beschrijving die een school bij een functie maakt. “Ik ken technisch onderwijsassistenten in schaal 6, 7, 8 en zelfs 9. Het hangt van de functie-inhoud af.” Hij noemt het voorbeeld van een conciërge die vroeger zelf een monteur belde als de verwarming het niet meer deed. Nu moet hij dat aan zijn facilitair manager vragen. “Dat komt omdat hij anders verantwoordelijk zou zijn voor besluiten en dan zou hij een schaal hoger uitkomen.”
De rayonbestuurder adviseert om na een aantal jaar te bekijken of het takenpakket veranderd is en eventueel een herwaardering van de functie aan te vragen. Een onderwijsassistent die veel instructie geeft, meldde zich bij de bezwarencommissie functiewaardering. “Ik vind dat ik in schaal 8 hoor, gezien de taken die ik altijd heb gedaan, maar mijn werkgever kreeg gelijk. De commissie vond dat ik te sporadisch instructietaken had.” Krist geeft aan dat de MR er is om de functieomschrijvingen in de gaten houden. “Als de functieomschrijving uw werkzaamheden niet dekt, dan kunt u natuurlijk altijd uw bond vragen de omschrijving kritisch te bekijken.”
Volgens schoolmaatschappelijk werker Marja Kouwenhoven van VSO Mariëndael in Arnhem zijn er te weinig doorgroeimogelijkheden. “Leraren kunnen naar schaal LC of LD, voor ons zijn die promoties er niet.” Scholen die psychologen en maatschappelijk werkers in huis halen, realiseren zich niet dat het mensen zijn met een wensenlijstje, vindt ze. “We kunnen wel externe scholing volgen, maar dat is meer voor onze eigen behoefte dan die van de school. Het zou leuk zijn als de schoolleiding ons wat meer zou stimuleren om nieuwe zaken te ontwikkelen.”
Op woensdag 9 juni organiseert de AOb in de omgeving van Utrecht een AOb!live voor onderwijsondersteunend personeel. Zie voor meer informatie de activiteitenagenda op www.aob.nl