• blad nr 4
  • 27-2-2010
  • auteur . Overige 
  • Redactioneel

 

Kandidaten dagelijks bestuur

In de algemene vergadering van de AOb van 18 en 19 maart wordt een nieuwe dagelijks bestuurder gekozen. Db-lid Gerrit Stemerding stopt namelijk per 1 juni 2010. De drie kandidaten stellen zich hier zelf voor.

Henrik de Moel (1972)

Na mijn studie geschiedenis in Groningen ben ik al weer tien jaar werkzaam in het voortgezet onderwijs. De eerste jaren als docent en de afgelopen twee jaar als afdelingsleider havo op het Augustinuscollege in Groningen. Een paar jaar geleden ben ik actief geworden binnen de AOb omdat ik vind dat als je iets belangrijk vindt, je je er ook voor moet inzetten. Ik zit in de sectorraad vo en ben afgevaardigde naar de algemene vergadering. Ook ben ik de afgelopen jaren actief geweest binnen de (lokale) politiek voor de PvdA.
Ik denk dat we de komende jaren als AOb voor een paar grote uitdagingen staan. In de eerste plaats moeten we een grote groep nieuwe leden werven om de gevolgen van de vergrijzing van ons ledenbestand op te vangen. Hiervoor is het noodzakelijk dat we het belang van een vakbond duidelijk maken. Het moet weer normaal worden dat docenten lid zijn van een vakbond en bij voorkeur van de AOb. Om dit te bereiken moeten we niet alleen goede cao’s afsluiten, maar ook toezien op een goede naleving van de gemaakte afspraken en niet bang zijn de strijd aan te gaan wanneer dat niet het geval is. Op die manieren zijn we zichtbaar in de onderwijsinstellingen. De afgelopen jaren heb ik als lid van de MR van de CSG Groningen gemerkt hoe belangrijk het is dat zaken in de cao geregeld zijn; niet voor niets proberen we juist meer dingen centraal te regelen.
Naast het werven van nieuwe leden moeten we proberen de leden die met pensioen gaan bij de bond te houden. De fusie met de Anbo is een goede eerste stap, maar hier valt nog veel te winnen. Ik heb mij gekandideerd omdat ik me hiervoor graag wil inzetten.

Ben Hoogenboom (1953)

Bijna twintig jaar onderwijservaring, als leraar algemene economie in het vo, mbo en hbo, neem ik mee in mijn vakbondswerk. In die periode ben ik lid geworden van de bond en steeds actiever bij de vereniging betrokken geraakt. Bijvoorbeeld als afgevaardigde en (districts)bestuurder. En de tien jaar daarop, van 1999 tot nu, heb ik mij voluit ingezet voor de AOb als regionaal bestuurder in rayon Noord. Daar heb ik in alle onderwijssectoren onderhandeld. Eerst in de provincie Groningen; tegenwoordig coördineer ik de uitvoering van alle po-activiteiten van de AOb in de drie noordelijke provincies. Vanaf 2004 ben ik voorzitter van de ondernemingsraad van de AOb. Ik heb dus alle sectoren in de vingers en ook een uitgebreid beeld van de vereniging en de werkorganisatie van de AOb. Ik ben kandidaat voor het dagelijks bestuur omdat ik de groei van de bond wil versterken door onderwijsbeleid en vakbondsbeleid dat op mensen is toegesneden.
Onderwijs is mensenwerk is de titel van ons verkiezingsmanifest uit 2006. Maar vakbondswerk is dat ook. Analoog aan onze boodschap voor de politiek, vind ik dat wij grootschalig moeten investeren in huidige en nieuwe leden. Alleen dan kunnen we onze positie als zelfstandige onderwijsbond verstevigen en uitbouwen. Voor mij is de AOb een ledenorganisatie en geen klantorganisatie. We leveren diensten als cao’s, cursussen en juridische bijstand, maar zijn vooral een sociale beweging in de vorm van een vereniging van, door en voor de leden. Dus moeten we meer recht doen aan de specifieke wensen van verschillende groepen leden in de afzonderlijke sectoren en niet terugschrikken voor ingewikkelde thema’s.
De AOb heeft succes. Met het Convenant Leerkracht is de downgrading gestopt en staat het personeel sterker. Dat succes vindt weerklank onder het onderwijspersoneel. Dat blijkt onder meer uit de stijging van ons ledenaantal. Succes is echter niet automatisch verzekerd. De dreiging van grote bezuinigingen en de roep om de productiviteit in het onderwijs flink te verhogen, bemoeilijken het realiseren van onze ambities. Daarom hebben we veel actieve leden nodig. We moeten het debat over het onderwijs niet aan anderen overlaten. We hebben leden nodig die de rol van woordvoerder van onze boodschap op zich nemen. Leden die pleitbezorger van onze claims worden. In de scholen en daar buiten. Die leden vinden we door in het contact met hen te investeren. In het dagelijks bestuur wil ik dit als prioriteit naar voren brengen.


Rob van Baalen (1961)

In maart kiest de AOb een nieuwe dagelijks bestuurder. Kennis van het onderwijs en weten wat er dagelijks van het personeel wordt gevraagd, zijn noodzakelijke kwaliteiten. Maar ook hoe iemand de AOb vertegenwoordigt, over belangen kan onderhandelen, de vereniging bij beleid betrekt en de werkorganisatie stuurt. Ik word er enthousiast van en stel mij als iemand ‘van buiten’ kandidaat.
Ik werk nu bij AbvaKabo, waar ik onderhandel over de cao’s mbo, hbo, Universiteit Wageningen en onderwijsservicebureaus. Samen met AOb-collega’s werk ik aan goed onderwijs en goede arbeidsvoorwaarden in het beroepsonderwijs. In het verleden ben ik onderhandelaar geweest voor grote cao’s in de markt, zoals Akzo Nobel en uitgeverijen.
In managementfuncties op het terrein van P&O heb ik daarna gewerkt bij een supermarktketen, een ict-bedrijf en een ziekenhuis, waar ik verantwoordelijk was voor personeelsbeleid, cao’s en pensioenregelingen. In deze periode heb ik veel praktijkervaring opgedaan met leidinggeven aan professionals en het sturen van processen.
Vanaf 2005 was ik regiomanager bij AbvaKabo: leidinggevende op een groot kantoor met regiobestuurders en juridisch medewerkers. Na een reorganisatie werd ik de specialist voor onderwijs. Met de AOb was ik nauw betrokken bij het Actieplan Leerkracht en heb ik de discussies over beter onderwijs, professionele ruimte en het gevecht over de cao’s intensief meebeleefd.
Werken aan het heroveren van de ruimte voor professionals is nodig. De macht van sectororganisaties is groot; de AOb moet sterk tegenspel bieden. Budget moet aan onderwijs worden besteed; toponderwijs vereist topdocenten en vakmensen in de ondersteuning. Leerlingen verdienen het beste onderwijs. Door zichtbaar te zijn op de werkvloer, een actieve vereniging en een professionele werkorganisatie kan de AOb de belangrijkste vertegenwoordiger van al het personeel in het onderwijs blijven. Wanneer ik uw vertrouwen krijg, zet ik mij samen met u in voor toponderwijs en een groeiende, vitale AOb.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.