- blad nr 4
- 27-2-2010
- auteur G. van der Mee
- Redactioneel
De ov-chipkaart en het dode kapitaal
Met 25 kleuters in- en uitchecken
Het was zo’n leuk gebaar. Iedere basisschool in Rotterdam kreeg van de plaatselijke vervoersmaatschappij RET zestig gratis ov-chipkaarten. Daarmee konden ze met de leerlingen op stap naar musea of andere culturele bestemmingen. Helaas leidt het gebruik ervan in de praktijk tot veel klachten.
Sinds 11 februari is in Rotterdam de strippenkaart helemaal afgeschaft en kan in het openbaar vervoer alleen nog met de chipkaart gereisd worden. In de metro was dat al eerder verplicht. Daardoor is Hanneke van Keeken, directeur van katholieke basisschool de Provenier, inmiddels een stuk wijzer geworden. Wat gebeurt er als je met 25 kinderen op stap gaat met in iedere kinderhand een ov-chipkaart? “Het saldo op de kaart moet minimaal vijf euro zijn, dus als na één uitstapje de kaart op 4,95 staat, wordt er automatisch tien euro afgeboekt van de bankrekening van de school. Meestal moeten we zo’n vijftig kaarten op één dag gebruiken, want als de ene groep uit het museum vertrekt, moet de andere al klaarstaan. Op die manier overschrijden wij ons budget met honderden euro’s. Het is dan wel een tegoed, maar voor ons is het dood kapitaal.”
Een ander pijnpunt is dat iedere leerling een eigen kaart nodig heeft. Als die zoekraakt kan iedereen hem verder gebruiken. Van Keeken vindt het bovendien een heel gedoe om met 25 kleuters in en (vergeet het niet!) uit te checken. “Een groepspas zou voor ons veel makkelijker zijn, maar voor de RET is dat een onoverkomelijk probleem. We hebben daar onze klachten al gedeponeerd. Toevallig was de onderwijswethouder hier op bezoek, daar hebben we het ook nog tegen gezegd.”
Spaarpotje
Nicky Jansen, woordvoerder van de directie van de RET, kent de klachten van de scholen. “Het klopt dat er automatisch tien euro wordt bijgeschreven zodra het tegoed op de kaart onder de vijf euro komt. Je moet het zien als een spaarpotje, maar ik begrijp dat scholen dat liever niet hebben. Daarom hebben we opdracht gegeven aan het bureau in Eindhoven dat de ov-chipkaart ontwikkelde, om speciale kaarten te maken waar niet automatisch een hoog tegoed op komt.” Hoelang dat gaat duren, is niet bekend.
Tot zover het enigszins goede nieuws. Het slechte nieuws is dat een groepskaart er absoluut niet in zit. Nicky Jansen is daar heel stellig over. Het systeem laat dat niet toe. Zelf ziet ze er ook de noodzaak niet zo van in. “Kinderen vinden het meestal juist leuk om dat zelf te doen. Vroeger met de strippenkaart moest er ook per kind worden gestempeld om door de poortjes te kunnen.” Ze geeft nog een gouden tip mee voor de juf. “Die kan toch voor alle kinderen de kaarten bij zich houden en ze één voor één in- en uitchecken?” Goed idee! Bij 25 kinderen op één uitstapje betekent dat honderd keer een kaart tegen de automaat houden, maar voor een nieuw systeem moet je wat overhebben.
Op scholen in andere steden, waar de ov-chipkaart nog niet verplicht is, zien ze de bui al hangen. Sjaak Luitjes, teamleider techniek van het Vader Rijncollege in Utrecht, weet nog niet hoe hij op pad moet met zijn vmbo-leerlingen als de ov-chipkaart verplicht is. “Nu is het zo dat we gewoon een aantal strippenkaarten hebben liggen; de docent laat die door de buschauffeur afstempelen. Als iedere leerling een ov-chipkaart moet, dan zie ik de chaos al voor me. De gemiddelde vmbo’er is namelijk altijd alles kwijt. Het enige wat ik me kan voorstellen is dat we 25 anonieme kaarten aanschaffen en dat de docent die dan allemaal moet in- en uitchecken. Dat zal veel duurder worden, maar voorlopig zie ik dat als enige oplossing. Waar blijft de groepskaart? Dat zou de oplossing zijn.”