- blad nr 4
- 27-2-2010
- auteur G. van der Mee
- Redactioneel
Val kabinet niet goed voor onderwijs
Op de val van het kabinet Balkenende IV is door onderwijsorganisaties verschillend gereageerd. Zo vond de Hbo-raad dat het hoger onderwijs niet gebaat was bij een kabinet waarin het onderling vertrouwen ontbreekt. Er bleven teveel vraagstukken op het gebied van onderwijs en innovatie liggen, doordat er niet voldoende daadkracht was. De AOb vindt het wel zonde dat er nu een regeringloze tijd dreigt waarin geen enkel besluit meer wordt genomen. AOb-voorzitter Walter Dresscher hoopt daarom dat het demissionaire kabinet toch doorgaat met de aanpak van urgente problemen. “Ik vind het zonde dat er in crisistijd niet geregeerd wordt, omdat goed onderwijs juist het antwoord is op een economische crisis.” Er moet volgens de AOb bijvoorbeeld snel iets gebeuren aan de zwakke en zeer zwakke mbo-opleidingen waar de Onderwijsinspectie onlangs over publiceerde. De Kamer vond dat er met grote urgentie iets gedaan moet worden aan deze problemen. Ook voor de normering van topsalarissen van bestuurders in de publieke sector bestaat brede steun. Dit wetsvoorstel zou daarom niet moeten blijven liggen. Het Convenant leerkracht waarmee het beroep aantrekkelijker moet worden, gaat gewoon door. Daar kan wel een schepje bovenop omdat het lerarentekort nog lang niet is opgelost. Volgens Dresscher moet dat dé opdracht zijn aan een nieuw kabinet. “Het gaat er vooral om waar er nieuwe investeringen komen. Alle politieke partijen vinden dat Nederland in de top vijf van de kenniseconomie moet komen. Ons idee is dan dat er meer tijd per leerling komt, en er dus meer geïnvesteerd wordt in extra docenten en in de kwaliteit van docenten. Onderwijs moet een belangrijke rol gaan spelen in de verkiezingscampagne.”
Vanwege de stijgende werkloosheidscijfers hopen zowel vakbeweging als werkgevers dat de Tweede Kamer de deeltijd-ww verlengt. FNV-voorzitter Agnes Jongerius vindt het tijdstip van de breuk niet ideaal, maar vindt wel dat nieuwe verkiezingen nieuwe kansen voor de toekomst bieden. “We zitten nog altijd in een diepe crisis. Dit kabinet had geen visie waarop bezuinigd zou moeten worden. Hierover kunnen mensen zich bij verkiezingen uitspreken.” Voor Jongerius hoort daar ook de aow-leeftijd bij, maar het gaat haar er vooral om dat er op de hele aanpak van de economie een visie komt. De aow is daar dan een onderdeel van.
Van de onderwijsbewindslieden stappen Ronald Plasterk en Sharon Dijksma op. Waarschijnlijk zullen de nog overgebleven bewindslieden van de ChristenUnie en het CDA de opengevallen portefeuilles tot de verkiezingen voor hun rekening nemen. Tip: op Economische Zaken zit een oud-minister van Onderwijs, Maria van der Hoeven. Die kan onderwijs er moeiteloos naast doen, zoveel is er immers niet veranderd in drie jaar tijd.