• blad nr 1
  • 16-1-2010
  • auteur G. van der Mee 
  • Redactioneel

 

Jongste generatie is grenzeloos, maar toch ook niet

Is de generatie van na 1986 grenzeloos, hedonistisch en egoïstisch? Direct na het uitkomen van het boek De grenzeloze generatie brak de discussie los. We peilden de meningen van twee jonge onderzoekers en een oude rot in het onderwijsvak. “Ze zijn bang voor een sociale tijdbom, maar die sociale cohesie is er nu ook niet”, zegt de één. “Allochtonen passen niet in dit plaatje”, vindt de ander. Onderzoeker Frits

Uit internationaal onderzoek van Unicef blijkt dat Nederlandse jongeren behoren tot de gelukkigste van Europa. Tegelijkertijd kampt jeugdzorg met wachtlijsten, is er sprake van een hoge schooluitval, drankmisbruik, toenemende obesitas, schuldenproblemen, vandalisme en agressie. Hoe is dat met elkaar te rijmen? Klagen over generaties is van alle tijden, toch claimen de sociologen Frits Spangenberg en Martijn Lampert van het bureau Motivaction in het boek De grenzeloze generatie dat zich nieuwe verschijnselen voordoen. Voor de juiste benadering van jongeren is het handig te weten waarom er van alles misgaat. Op grond van 10 duizend interviews met jongeren en ouders die sinds 1984 zijn afgenomen, werd een analyse gemaakt. Dan blijkt dat er in de jongste generatie (vanaf 1986) een grote groep (42 procent) zeer assertief en zelfredzaam is. Ze worden ‘de pragmatici’ genoemd. Naast positieve eigenschappen hebben ze narcistische trekjes en gaat hun assertiviteit vaak ten koste van anderen. Ze blinken niet uit in solidariteit met andere groepen. Aan de andere kant is er de groep ‘buitenstaanders’ (41 procent). Die redt zich minder goed, is laag opgeleid en wordt door te weinig structuur steeds meer grenzeloos. De buitenstaanders voelen zich vaak tekortgedaan, hebben veel behoefte aan duiding, leiding en orde. Maar juist zij komen vaak uit gezinnen die uiteenvallen. Ze dromen van een gelukkig gezinsleven waar de vrouw weer de rol heeft van moeder en echtgenoot heeft. Vader, zo vindt een derde van hen, hoort de baas in huis te zijn. De opleving van dit soort meningen is, volgens de onderzoekers, tekenend voor de enorme behoefte aan structuur en overzicht. Als er niets wordt gedaan met deze behoefte zal de maatschappelijke en etnische segregatie alleen maar groter worden. Dan wordt het een ‘sociale tijdbom’.
De belangrijkste oorzaak voor de ‘grenzeloosheid’ van de jongeren wordt bij de ouders gelegd. Die willen te weinig grenzen aangeven, zijn liever vrienden met hun kinderen en doen er alles aan om zelf ook jong te blijven.

Zorgen
Moeten we ons inderdaad zorgen maken of zijn jongeren gewoon wat behoudender geworden? In een artikel in Elsevier (22 augustus 2009) wordt aan de hand van een aantal onderzoeken vastgesteld dat jongeren vooral carrièregericht en eerder links dan rechts zijn. Chris Aalberts (1977) deed onderzoek naar de relatie tussen politiek en jongeren, daaruit bleek onder andere dat de jeugd heel kritisch staat tegenover de immigratie en de multiculturele samenleving. “Ik heb indertijd met driehonderd jongeren gesproken. Er blijkt een groot verschil te zijn tussen hoe ze zelf praten en hoe de elite over ze denkt. Als je ze bepaalde vragen stelt halen ze Fortuyn rechts in, maar als je langer dan vijf minuten met ze praat stuit je op een onderstroom die anders is. Dan blijkt dat ze over veel zaken helemaal geen mening hebben, of dat ze toevallig in de klas zitten met een Turks meisje die ze een trut vinden. Van een doortimmerde visie was absoluut geen sprake. Ik vind het statistisch tegenover elkaar zetten van twee groepen, pragmatici en buitenstaanders, echt onzin. Er zijn ook allerlei kruisverbanden te leggen tussen die groepen. Je kunt hooguit spreken van tendensen.” Aalberts werkt als docent op de Erasmus Universiteit Rotterdam en op de Haagse Hogeschool. Daar is 30 procent van de studenten van allochtone afkomst. De Turkse, Marokkaanse en Nederlandse studenten leven er langs elkaar heen, constateert hij. “Dat komt omdat mensen altijd vrienden kiezen die op elkaar lijken. Het zijn de volwassenen die de neiging hebben te sturen, maar zo werkt het niet.” Aan de andere kant denkt hij wel dat het wat uitmaakt of je in een grote stad leeft met een diverse bevolking of in Hillegom. “In Hillegom gaven jongeren de meest rechtse antwoorden, terwijl ze nog nooit een allochtoon zijn tegengekomen. Veel studenten wonen in de arme buurten van de steden, ik heb een vriendin die bijvoorbeeld altijd lastiggevallen wordt door Marokkaanse hanggroepjongeren. Het hangt dus maar af van je setting wat voor antwoord je geeft op een vraag. Motivaction is bang voor een sociale tijdbom, maar die sociale cohesie is er nu ook niet.”

Hedonistisch
Overal in het boek wordt door diverse deskundigen gepleit voor begeleiding van ouders. Die blijken ook behoefte te hebben aan meer steun. Stijn Verhagen (1975) vindt dat meer volwassenen rolmodel kunnen zijn in het leven van een kind. Hij is lector participatie en maatschappelijke ontwikkeling aan de Hogeschool Utrecht en schreef in het Brabants Dagblad (4 december 2009) een opiniestuk over De grenzeloze generatie. De kwalificaties als ‘grenzeloos’, ‘hedonistisch’ en ‘egoïstisch’ vond hij net iets te kort door de bocht. “Ik denk dat jongeren wel rechtser zijn geworden, maar dat hun betrokkenheid zich op een hele andere manier uit. Ze praten nu meer dan vroeger mee in het gezin en op school, op internet zoeken ze contact met elkaar, soms over politiek en beleid. Ouders geven volgens mij wel grenzen aan, maar er wordt in gezinnen veel meer onderhandeld. Tegelijkertijd vinden ze het in de huidige, complexe samenleving soms moeilijk te weten wat wel en wat niet kan.” In zijn opiniestuk pleit Verhagen voor een grotere rol van andere volwassenen in het leven van jongeren. “We hoeven niet terug naar het vermanende vingertje van meneer pastoor, maar volwassenen die betrokken zijn bij jongeren, zoals buren, docenten of trainers van sportverenigingen, kunnen ook rolmodel zijn. Dat hoeven niet uitsluitend de ouders te zijn.” Verhagen doet onderzoek naar het initiatief ‘Verbinden door voetbal’ dat bij twee Utrechtse voetbalclubs is gestart. Alle jongeren uit de buurt mogen er voetballen, tegelijkertijd leren ze er respectvol met elkaar om te gaan. Ze kunnen een fair play cup winnen, waardoor ze de meest respectvolle en sportieve club van het seizoen zijn. “Met sport sluit je aan bij de leefwereld van de jongeren en ben je toch pedagogisch bezig.” Hij ziet meer terreinen waar volwassenen een rolmodel kunnen zijn. “Door de huidige economie met tweeverdieners gaan steeds meer kinderen naar de naschoolse opvang. Volwassenen kunnen daar heel belangrijk zijn.”

Amoreel
Allochtonen worden in het boek niet als aparte groep genoemd. Volgens Bart Engbers (1947) passen ze ook niet in het beeld dat Motivaction schetst. Als oud-directeur van het Utrechtse Vader Rijn College werkte hij jarenlang met vooral Turkse en Marokkaanse leerlingen. “Familie is voor hen heel belangrijk, alles staat ten dienste daarvan. Dus dat hele individualistische en hedonistische ‘ik eerst’ is er bij hen niet bij. Maar natuurlijk is er onder hen ook een groep die amoreel wordt groot gebracht.” Hij trekt een vergelijking tussen de babyboomgeneratie die streng is opgevoed en de Turkse en Marokkaanse jongeren. “Veel babyboomers gingen tenslotte studeren en zijn goed terechtgekomen. De laatste tien jaar is er ook een grote hoeveelheid allochtonen op het hbo terechtgekomen. Er is veel druk vanuit hun familie om hoger op te komen. Vaak is de teleurstelling dan groot als blijkt dat ze naar het vmbo moeten.” Juist omdat de gezinnen zo anders zijn vindt Engbers wel dat de school een taak heeft om de leerlingen kennis te laten maken met de huidige maatschappij. Hij is ervan overtuigd dat in het onderwijs de docent weer een centrale plek moet krijgen. “Nu is de aandacht heel erg gericht op het materiaal, met werkstukken en portfolio’s, laptops. Maar mijn ervaring is dat daar waar studenten excelleerden er altijd een goede docent als inspirator was. Iemand met veel vakkennis die een goede coach kan zijn.”

Uiterlijkheden
Frits Spangenberg, (1948) socioloog en oprichter van het onderzoeksbureau Motivaction vond de kritieken op De grenzeloze generatie vaak erg oppervlakkig. “Er blijken dan toch heel weinig critici te zijn die het boek hebben gelezen. De meeste mensen praten elkaar na. Zoals minister André Rouvoet van Jeugd en Gezin die in Metro zegt ‘ik geloof niet in generatieverschillen’. We hebben het hier niet over geloven, maar over feiten! Ik doe al dertig jaar onderzoek en ik stel bepaalde patronen vast. Natuurlijk zijn veel dingen niet veranderd en stabiel gebleven, mij gaat het om de verschillen. Veel jongeren zeggen nu ‘val mij niet lastig met problemen van anderen. Ik zorg voor mezelf en dat is genoeg.’ Dat is hun basishouding en dat is toch minder prettig voor een solidaire samenleving. Ik vind het raar dat van intellectuele kant, bijvoorbeeld columnisten, het verwijt komt dat wij moraliseren. Wij willen de ogen openen en het debat over de veranderende samenleving stimuleren op basis van de feiten dat enerzijds de gezagsgetrouwheid verdwijnt en er aan de andere kant steeds minder bereidheid is om te delen en verantwoordelijkheid te nemen. Wij waarschuwen inderdaad voor een sociale tijdbom, maar alleen als er niets constructiefs gebeurt, dan zal de polarisatie tussen de groepen pragmatici en buitenstaanders toenemen.” Dat de groep allochtonen in zijn boek onderbelicht is gebleven klopt, zegt Spangenberg. “Omdat we Nederland in zijn totaal wilden neerzetten, zijn ze wel geïnterviewd, maar niet als aparte groep uitgelicht. Dat geldt voor meer groepen die we hiermee tekortdoen. De problematiek van integratie is zo complex daar kun je een heel nieuw boek over maken. Ik denk trouwens dat wat oud-directeur Engbers zegt over allochtonen wel voor de meisjes opgaat die heel erg in de familie leven en intrinsiek gericht zijn. De mannen zijn daarentegen juist weer erg extravert en gericht op uiterlijkheden.”

Autoritair juk
Is er momenteel niet juist sprake van een kentering? De laatste jaren is er toch erg veel debat over het niet langer gedogen van bepaald gedrag van jongeren of het aanscherpen van de eisen op scholen?
“Het blijft allemaal nog teveel bij het debat steken. De babyboomers, waar ik overigens zelf ook bij hoor, hebben het autoritaire juk van zich afgegooid en omarmen het individualisme als pubers.”
Voor het onderwijs hebben de onderzoekers diverse tips. Zo zouden scholen zich veel steviger moeten positioneren. Spangenberg: “Zeg als school waar je voor staat. Wat is je identiteit? Wat verwacht je van leerlingen en wat van de ouders? Er zijn scholen die tegenwoordig workshops geven voor ouders, omdat ze veel behoefte hebben aan ondersteuning bij de opvoeding. Door het huidige economische systeem werken ouders meer, hebben minder tijd. Veel jonge ouders vinden hun eigen kind zo belangrijk dat ze direct verhaal komen halen wanneer hun kleine godje gestraft wordt. Dit soort dingen kun je tegengaan als je van meet af aan duidelijk maakt waar de grenzen liggen en als partners optreedt.”
Waar Spangenberg zich ook aan ergert is dat juist de jongeren uit gezinnen waar weinig aandacht en begeleiding is, gaan naar onderwijs waar weinig structuur is. “Competentiegericht onderwijs is zinnig voor leerlingen die sterk gemotiveerd zijn, maar rampzalig voor deze groep. Het is een weeffout, een brug te ver.” Het huidige systeem versterkt volgens hem de tweedeling tussen kansrijke hoger opgeleiden en kansarme lager opgeleiden. Op het vmbo varieert de kwaliteit heel sterk. “Op sommige plekken is het drugsgebruik groot, leerlingen zitten te vaak stoned in de klas. Ik denk dat het goed is dat de oude ambachtschool terugkomt. Dat kan een oplossing zijn voor heel veel jongeren die nu uit de boot vallen.” Opmerkelijk vindt hij het dat in alle schoolsoorten leerlingen zeiden dat ze te weinig uitgedaagd worden. “De boodschap was: ik wil meer leren. Dat is iets waar bv Nederland weleens over na mag denken in het kader van de internationale concurrentie. Natuurlijk vinden leerlingen veel vrijheid leuk, maar dat kan ook leiden tot verveling en escapisme. En als je doorvraagt dan willen ze allemaal iets met hun leven.” Net als Engbers meent Spangenberg dat een inspirerend docent en coach daarbij een grote rol speelt.
In het boek De grenzeloze generatie, waar de keuze van de foto’s overigens wel erg doorslaat naar een asociaal en fuck you-mentaliteit, staan er ook veel ‘getuigenverslagen’. Jongeren, hun ouders, deskundigen geven hun mening over de analyse in het boek. De eigen onmacht als opvoeder komt aan de orde. Interessante leesstof met veel wijze raadgevingen.

{bon}
Leden van de AOb ontvangen tegen inlevering van deze bon bij de boekhandel €2,45 korting op het boek De grenzeloze generatie (Frits Spangenberg en Martijn Lampert, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, november 2009). Ze betalen €17,50 in plaats van €19,95. Deze actie is geldig van 16 januari 2010 tot en met 16 april 2010. Actienummer 901-73219, ISBN 9789046806746.

Dit bericht delen:

© 2023 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.