• blad nr 14
  • 19-9-2009
  • auteur R. Wisman 
  • Redactioneel

 

Supervisie: zinnig of niet?

Het onderwijs is doorspekt met supervisietrajecten om medewerkers en studenten bewuster van zichzelf te maken, zodat zij beter worden in hun werk. Filosoof en publicist Coen Simon is fel tegenstander van de supervisiebranche. “Het schaadt, en het baat maar zelden.” Supervisor en psychotherapeut Feike van Gorkum is het niet eens met die kritiek, al erkent hij dat de branche momenteel is uitgehold. Twee visies.

‘Kwaadaardig pseudopsychologisch geleuter’

Tijdens de lerarenopleiding die filosoof Coen Simon ooit volgde, werd één van zijn lessen opgenomen met een camera. “Ik maakte een paar grappen, maar niemand lachte.” De klas zal wel een ander gevoel voor humor hebben, dacht hij. Toen hij zijn eigen optreden terugzag, constateerde hij dat hij simpelweg onverstaanbaar was. “Ik mompelde en sprak te snel. Geen wonder dat er geen klik was met de klas”, zegt hij. De oplossing lag voor de hand: langzaam en duidelijk spreken.
“Mijn vakdidacticus vond dat afdoende, maar in de wekelijkse supervisie-uurtjes werd er nog even flink over doorgezaagd. ‘Hoe voelde je je toen er niet werd gelachen? En wat voel je nu je de oplossing weet? Wat zegt dat over jezelf?’” Hij vond en vindt het onzin. “Het ging niet over mijn ‘zelf’, het kwam door de manier waarop ik lesgaf. Toen ik mijn mankementen zag, kon ik daar iets aan doen. Daarvoor hoef ik niet te graven in wie ik ben. Je handelen is de enige graadmeter voor wie je bent.”
Simon is fel tegen het fenomeen supervisie. Hij noemt het een “pregnant voorbeeld van semitherapeutische sessies” dat tot zijn grote ongenoegen een dominante plaats heeft in het onderwijs. “De grenzen van supervisie zijn schimmig. Supervisie vraagt naar zelfkennis die niet met het werk te maken heeft, maar met de persoon die het doet. Het gaat er dus om wie je bent in plaats van om wat je doet. Daar zitten kwalijke kanten aan. Het is pseudopsychologisch geleuter dat volkomen overbodig en ook kwaadaardig is.”
“Supervisors schurken namelijk tegen de psychologie aan zonder dat zij daarvoor zijn opgeleid. De terminologie komt er grotendeels uit voort, zoals ‘het wegdrukken van wat de ander bij je doet’ en ‘het hanteren van de relatie’. Noem mij nou eens één beroep waarbij de relatie niet van belang is.”
“Of neem het idee dat de supervisor ‘open en authentiek’ moet zijn. Omdat objectiviteit niet bestaat, laat de supervisor de objectiviteit maar helemaal varen ten bate van een persoonlijk perspectief. Een onzinnige illusie in een leersituatie, waar supervisie te allen tijde onderdeel van is.”

Onzekere positie
“Het ergerlijke is ook dat dit soort dingen vaak plaatsvinden vanuit de aanname: baat het niet, dan schaadt het niet. Maar het schaadt wèl, en het baat maar zelden. Als supervisant wil je beter worden in je werk. Je praat dus altijd over dingen waar je geen volledige zekerheid over hebt en begeeft je in een onzekere positie ten opzichte van de supervisor. Deze laat je zo diep graven dat je in een oneindig diep gat terechtkomt.”
Een voorbeeld. Een leerkracht vertelt tijdens de supervisie hoe hij uit zijn slof schoot toen leerling X te laat de klas inkwam. ‘Waarom schoot je zo uit je slof in de klas?’ Omdat leerling X te laat het lokaal binnenkwam. ‘Waarom maakt jou dat zo boos?’ Omdat ik het gevoel heb dat ik dan de controle verlies. ‘Waarom is dat zo erg voor je?’
“Verklaringsdwang”, noemt de filosoof het. “Een dwang die uitgaat van de onjuiste veronderstellingen dat er een verklaring is en dat mensen in staat zijn deze te vinden - binnen de supervisietijd.”
Als mensen beter willen worden in de uitoefening van hun beroep volstaan ze met het veranderen van hun gedrag. Op de redactie van een tijdschrift waar Simon werkte, maakte hij een stagiair mee die goed schreef en inhoudelijk een prima inbreng had. Zijn manier van doen was echter “ontactisch, pedant en arrogant”. “Je wilt zo iemand psychologisch niet onderuit schoppen. Na rijp beraad ging ik een gesprek aan waarin ik inzoomde op zijn gedrag. ‘Als jij je zo blijft gedragen, red je het niet in het vak. Als jij een stuk geplaatst wilt hebben, moet je bedenken dat de potentiële opdrachtgever niet weet of jij een goede schrijver bent of niet. Het is niet praktisch om te doen zoals je doet’.”
“Jaren later kwam die jongen erop terug. Ons gesprek had zijn leven veranderd. Hij was nu een behoorlijk beminnelijk persoon geworden.”
Simon hoorde van een politieorganisatie dat er soms “supervisie om de supervisie” plaatsvindt. “Mensen leren supervisie spelen. De supervisor is niet opgeleid om mensen die je voor de gek houden te ontmaskeren en dus te helpen, laat staan dat hij hulp kan bieden in geval van een serieus trauma.”
“Een rector magnificus zei bij het afscheid van het hoofd van de opleiding vakdidactiek aan de universiteit van Groningen: Het op een na moeilijkste beroep is leraar, omdat je weet hoe iets moet, maar het altijd maar weer de vraag blijft hoe je dat de leerling duidelijk maakt. Het moeilijkst is daarom dat van vakdidacticus, omdat die moet uitleggen hoe een leraar zijn moeilijke werk doet. Zoiets is nauwelijks onder woorden te brengen. Supervisie vraagt daar continu om. Weten hoe je kunt autorijden is iets ander dan iemand uitleggen hoe die moet autorijden.”
“Met anderen ervaringen uitwisselen over het werk en aanwijzingen ontvangen is prima. Supervisie en de overdaad aan zelfreflectie in opleidingen is voortgekomen uit de spirituele revolutie die zich de afgelopen jaren van hoog naar laag door de samenleving bewoog. Ik hoop vurig dat de crisis deze branche van de kaart veegt, of in ieder geval flink opschoont.”

{noot}
Coen Simon (1972) is filosoof en publicist. Zijn laatste boek ‘Waarom wij onszelf zoeken maar niet vinden’ ageert tegen de zelfhulpcultuur. www.coensimon.nl

{fotobijschrift}

@B1:Filosoof Coen Simon: “De overdaad aan zelfreflectie in opleidingen is voortgekomen uit de spirituele revolutie die zich de afgelopen jaren van hoog naar laag door de samenleving bewoog.”

[streamer]

@C1:‘Een supervisor laat je zo diep graven dat je in een oneindig diep gat terechtkomt’


‘Een middel tot deskundigheidsbevordering’

Van huis uit is Feike van Gorkum gestalttherapeut. In zijn therapiesessies leert hij mensen omgaan met de problemen die ze ervaren in hun leven. “Supervisie is specifiek gericht op mensen die vastlopen in hun werk. Het vak stamt uit het begin van de vorige eeuw en vindt zijn oorsprong in de psychoanalyse.”
“Ik zie supervisie als een middel om mensen deskundiger te laten worden in het hanteren van relaties. Relaties komen natuurlijk in elk beroep voor.”
“Supervisie is met name bedoeld voor functies waarbij het hanteren van de relatie een essentieel element is voor het kundig kunnen uitoefenen van een beroep. Leidinggevenden lopen vaak vast in het contact met anderen. Omdat het groepsontwikkelingsproces ze ontgaat, blijven ze in de autoriteitscrisis hangen en zichzelf verdedigen: ‘Ik ben de leidinggevende, dus je moet doen wat ik zeg’. Of ze gaan eraan onderdoor en dat is ook geen oplossing. Ook in het beroep van leraar lopen mensen soms vast in het hanteren van de relatie. Vandaar dat supervisie een pijler is binnen het onderwijs.”
“De vragen die Coen Simon op de lerarenopleiding (‘Hoe voelde je je toen er niet werd gelachen? En wat voel je nu je de oplossing weet? Wat zegt dat over jezelf?’) om de oren geslingerd kreeg, kunnen een supervisiesessie typeren. Ik ben het met de filosoof eens dat de vragen in zijn geval onzinnig waren, omdat hij als toeschouwer bij zichzelf meteen zag waar het aan lag. En hij daar vervolgens naar handelde. Probleem opgelost.”
“Veel mensen zijn echter niet zo goed in staat om direct zo realistisch naar zichzelf te kijken. De leraar die denkt dat hij altijd aardig is, hoort en ziet zichzelf ineens tekeergaan tegen een leerling. In de supervisie probeert hij dat werkelijke optreden te verzachten en het ideaalbeeld van zichzelf in stand te houden. ‘Ja, ik schreeuwde tegen die leerling, maar hij deed ook zo vervelend’. Of: ‘Zo bedoelde ik het helemaal niet’.”
“Je hoort leraren soms zeggen: ‘Die kinderen zijn ook zo druk of moeilijk’. Dat doet geen recht aan de werkelijkheid. Het kind roept iets bij jou op wat jij moeilijk vindt. Wat bij jou triggert dat gevoel? Want je kunt alleen bij jezelf iets veranderen - daar gaat het om bij supervisie.”

Eigen werkelijkheid
“In het voorbeeld van de stagiair bestempelt Coen Simon iemand als arrogant en pedant. Voor een filosoof vind ik het kort door de bocht om ervan uit te gaan dat hij het goed ziet en de ander niet. Iedereen leeft in zijn eigen werkelijkheid. Als je vindt dat er iets veranderen moet, kun je dat alleen bij jezelf doen. In mijn ogen lopen mensen daar op vast.”
“Ik geloof dat je met de wil tot gedragsverandering er maar zeer beperkt in slaagt daadwerkelijk iets anders te gaan doen. Als je tegen jezelf zegt dat je niet aan witte olifantjes moet denken, kun je juist alleen maar daar aan denken.”
“Filosofisch gezien ben ik het met Simon eens dat het ‘zelf’ een lastig te definiëren begrip is, maar dat sluit niet uit dat supervisie een zinvolle methode is.”
“Wel ervaar ik dat de branche momenteel is uitgehold. Coaches en supervisors worden op één hoop gegooid, terwijl het iets wezenlijk anders is. Coaches richten zich op het verbeteren van de prestatie, terwijl supervisie zich richt op het verbeteren van het hanteren van de relatie. De post-hbo-opleiding tot supervisor is twee jaar en daarmee een keer langer dan de opleiding tot coach. De opleiding tot coach alleen is veel te kort om te snappen hoe die psychologische processen precies in elkaar steken. Een supervisor moet zicht hebben op zijn eigen gedrag. Zonder zelfkennis kan er geen open en authentieke begeleiding zijn. Die openheid is noodzakelijk om verder te komen in het hanteren van de relatie. Een goede supervisor laat zien wat de supervisant bij hem oproept in de begeleiding. Met het wegdrukken van wat de ander bij je doet, ondermijn je de relatie.”
“En, om nog even op het videovoorbeeld van Coen Simon terug te komen, zijn supervisor wilde hem vermoedelijk aan het leren zetten, terwijl Simon zocht naar een oplossing. Dat zijn twee verschillende doelstellingen. Een goede supervisor behoort dat verschil in doelstelling in de peiling te hebben en zijn interventies daarop af te stemmen in plaats van domweg zijn eigen doelstelling na te streven.”
“In de branche bevindt zich momenteel veel kaf tussen het koren. Als het niet klikt met je supervisor maak dat dan direct kenbaar. Als hij of zij in de verdediging gaat, weet je meteen: hier moet ik niet zijn.”

{noot}
Feike van Gorkum is sociaal-psycholoog en zelfstandig (leer)supervisor. In ‘Dynamische begeleiding in supervisie en coaching’ (uitgeverij Nelissen) beschrijft hij weerstand en wrijving in de begeleiding en hoe het mogelijk is slechte patronen te doorbreken.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.