- blad nr 9
- 16-5-2009
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Onderwijsinspectie: leerlingzorg moet beter
feitjes uit het Onderwijsverslag 2007/2008 dat deze week werd
gepresenteerd. Hoofdpunt van de inspecteurs was echter dat
de leerlingzorg van achterblijvers beter moet, om zo schooluitval te voorkomen.
Zorgleerlingen krijgen lang niet altijd de aandacht die ze nodig hebben. In het reguliere en speciaal basisonderwijs is volgens de inspectie van het onderwijs wel enige vooruitgang geboekt, maar onvoldoende. Een kwart van de scholen maakt geen
goede handelingsplannen. Er wordt wel beschreven wat de problemen van individuele leerlingen zijn, maar hoe de zorg
wordt aangepakt en geëvalueerd ontbreekt vaak. Daarnaast
stemt ongeveer de helft van de scholen voor basis- en voortgezet onderwijs de lessen onvoldoende af op het niveau van de leerlingen. Het ontbreken van de juiste aandacht werkt volgens de inspectie schooluitval in de hand.
De inspectie heeft verder kritiek op de examens. Op een van de
zeven middelbare scholen is er een te groot verschil tussen de
cijfers van het schoolexamen en het centraal schriftelijk. In
het vmbo houden docenten zich zelden aan de regels voor het centraal schriftelijk en het praktisch examen. Ook in de andere onderwijssectoren zijn er twijfels over de betrouwbaarheid van de examens. In het mbo gaat het bij een op de vijf opleidingen mis. De examens dekken dan de uitstroomeisen niet of zijn onvoldoende betrouwbaar.
In het hbo betwijfelen veel examencommissies of ze wel in kunnen staan voor de kwaliteit van de examens. Volgens de inspectie komt zo ‘de betrouwbaarheid van de
diploma’s in gevaar’.
Het aantal zwakke scholen is ongeveer gelijk gebleven: er
komen er een aantal bij en anderen weten zich te verbeteren
en zitten niet langer in de gevarenzone. De inspecteurs
verbazen zich er regelmatig over dat directies en besturen niet zien dat hun school afglijdt. Signalen dat het mis gaat zijn er vaak genoeg. Daarom gaat de inspectie niet alleen de
zeer zwakke scholen onder verscherpt toezicht plaatsen, maar ook de groep van zwakke scholen intensiever volgen om te voorkomen dat het mis gaat.
Kijkend naar de onderwijstijd vindt de inspectie dat scholen
voor voortgezet onderwijs nog steeds te weinig uren geven. Op papier is bij 65 procent het rooster op orde, maar in de praktijk wordt slechts bij 28 procent de wettelijk verplichte
onderwijstijd gehaald. Vooral vwo-scholen voldoen slecht
aan de gevraagde onderwijstijd, maar liefst 94 procent haalt de normen niet. Praktijkscholen en vmbo-afdelingen scoren met
32 procent van de scholen die niet aan de eisen voldoen veel
beter. In het mbo is de situatie flink verbeterd, daar haalt nu nog maar een heel kleine groep van de opleidingen de norm niet.