- blad nr 9
- 16-5-2009
- auteur A. Kersten
- Redactioneel
Hoe rijk is mijn schoolbestuur?
Terwijl het Onderwijsblad al jaren publiceert over buitenissig spaargedrag, zagen veel besturen hun reserves vrolijk verder groeien. Toch is er wat veranderd. Er kwam maatschappelijke discussie over de hoogte van noodzakelijke reserves. Bewindslieden lieten rapporten uitbrengen over de vermogens in het basis- en voorgezet onderwijs. En een commissie onder leiding van bijzonder hoogleraar Henk Don werkt aan adviezen.
Maar misschien wel het belangrijkste: besturen worden ter verantwoording geroepen. Dat gebeurt door medezeggenschapsraden, ouders en andere betrokkenen die kritische vragen stellen. De door de AOb opgerichte website www.hoerijkismijnschoolbestuur.nl helpt daarbij een handje. Op de website staan de financiële kerncijfers van alle schoolbesturen. Besturen met onnodig grote reserves hebben vaak geen idee hoeveel buffer noodzakelijk is. Gebrek aan financiële expertise is de belangrijkste verklaring voor oppotgedrag, betoogt journalist Yvonne van de Meent in het boekwerkje.
Daarom pleit ze voor een financiële waakhond in het basis- en voortgezet onderwijs. En het zou verstandig zijn als de koepelorganisaties zelf die onafhankelijke toezichthouder zouden instellen. In het hbo heeft een waakhond voor hogescholen met grote geldzorgen, het zogeheten Vangnet, de financiële deskundigheid bij scholen bevorderd.
Voorheen was de blik gericht op scholen in financiële nood. De afgelopen jaren is er ook aandacht gekomen voor het probleem aan de ‘bovenkant’, de besturen met overmatige vetrollen. Het ministerie van Onderwijs heeft ‘signaleringsgrenzen’ met een onder- en bovengrens opgesteld.
Maar de oppotnormen liggen veel te hoog, stelt AOb-voorzitter Walter Dresscher in zijn bijdrage aan het boekje. Onderzoeken en risicoanalyses van scholen laten zien dat de noodzakelijke buffer veel kleiner kan zijn. Het wordt tijd voor helder onderbouwde en realistische signaleringsgrenzen, aldus Dresscher. En de overheid moet hardnekkige overtreders meer op de huid zitten.
De ogen zijn nu gericht op de commissie-Don. Die moet met voorstellen over vermogensvorming komen. ‘Stevige voorstellen’, hoopt Dresscher. Want onderwijsgeld moet naar het onderwijs.
Hoe rijk is mijn schoolbestuur, ISBN 978-90-814206-1-7, prijs (inclusief verzendkosten): 7,50 euro voor leden, 15 euro voor niet-leden. Over te maken op rekening nr. 190389, tnv AOb Utrecht, ovv ‘Hoe rijk is mijn schoolbestuur’. www.hoerijkismijnschoolbestuur.nl