- blad nr 9
- 16-5-2009
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Scholen kunnen met minder reserves toe
Het overgrote deel van de schoolbesturen onderbouwt in de jaarrekening op geen enkele manier waarom men grote reserves opbouwt en zo een hoge solvabiliteit of hoog weerstandsvermogen nastreeft. Neem bijvoorbeeld het Openbaar Onderwijs in Woudrichem, dat in de jaarrekening erkent dat een weerstandsvermogen van 15 procent voldoende is, maar toch besluit om zelf langjarig 50 procent na te streven. Voor de solvabiliteit geldt hetzelfde. ‘De bedrijfseconomische norm bedraagt 20 procent’, schrijft het bestuur, terwijl de solvabiliteit nu al 85 procent bedraagt. Over afbouw van het vermogen wordt niet gesproken, in plaats daarvan besluit men ‘langjarig wordt 50 procent nagestreefd’.
Woudrichem is alles behalve een uitzondering: de meeste scholen streven zonder nadenken hoge reserves na en geven daarvoor geen argumenten in hun jaarrekening. Besturen die een risicoanalyse hebben uitgevoerd of laten uitvoeren komen er achter dat zij met veel minder eigen vermogen toekunnen. Zelfs bij een hoog risicoprofiel zeggen experts in financiële beleidsnota’s en risicoanalyses van besturenorganisaties dat een weerstandsvermogen van 15 procent voldoende is. Gemiddeld ligt dat nu dubbel zo hoog. In het primair onderwijs was het in 2007 30 procent en in het voortgezet onderwijs 27 procent.
Zo stelt het jaarplan van het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam op basis van het risicoprofiel het weerstandsvermogen op 10 procent. Bij de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in Grootegast, Leek en Marum gaat besturenorganisatie Vos/ABB ervan uit dat een weerstandsvermogen moet liggen tussen de 5 en 15 procent. Dat komt dan ook terug als diezelfde besturenorganisatie de Stichting Openbaar Onderwijs in Diemen adviseert: het streefgetal voor het weerstandsvermogen wordt daar vastgesteld op 15 procent.
Consent – het openbaar onderwijs in Enschede – vroeg advies aan de Verenigde Bijzondere Scholen. In het rapport Hoe hoog moeten onze reserves zijn? komt een werkgroep tot de conclusie dat men op basis van het risicoprofiel toekan met een weerstandsvermogen van 7,3 procent. In 2007 bedroeg het 18 procent. ‘Verdere opbouw van de algemene reserve Consent-breed is in 2008 niet nodig’, constateert het rapport dan ook. Heel voorzichtig stelt het schoolbestuur naar aanleiding van de berichten over hoge reserves in het basisonderwijs in zijn algemeenheid in een korte reactie in 2008 ‘dat enige ruimte beschikbaar zal komen voor wenselijke investeringen in de kwaliteit van het onderwijs’.