• blad nr 2
  • 31-1-2009
  • auteur J. van Aken 
  • de Vereniging

Klassenassistent in discussie 

Leerkrachten worden gillend gek als we puur onze taken zouden uitvoeren



Klassenassistenten voeren vaak meer taken uit dan ze zouden hoeven doen, zijn een grote steun voor de leerkracht en tevreden over het contact met leerlingen en leerkracht. Wel missen ze waardering en een adequate beloning. Deze ervaringen werden geuit tijdens een AOb-bijeenkomst voor klassenassistenten.

Tekst Jaan van Aken Beeld Joost Grol

De AOb wil weten wat er speelt onder klassenassistenten en nodigde medewerkers uit van twee Utrechtse scholen voor speciaal onderwijs. Aan de hand van stellingen gingen zeventien klassenassistenten op 13 januari met elkaar in discussie.
Eerste stelling: ‘Er zijn dagen waarop ik me een speelbal voel. Ik word steeds maar op andere klassen gezet en daar heb ik niks over te zeggen’, leest Josja Koelink voor. Zij zit in het sectorbestuur primair onderwijs. “Dat is een grote ja”, reageert een van de zeventien assistenten stellig. Bij een ander laat de communicatie te wensen over. “De leerkrachten weten soms eerder dan ik op welke groep ik sta”, zegt ze verontwaardigd.
Tot verrassing van de assistenten van de Rafaëlschool heeft mytylschool Ariane de Ranitz een coördinator klassenassistenten. “Die regelt vervanging bij ziekte, verzint een oplossing als vervanging niet lukt en zit de vergaderingen van klassenassistenten voor”, vertelt klassenassistent Hennie van Gog. Opnieuw verbazing: Hebben jullie vergaderingen?
‘Ik doe meer taken dan waarvoor ik betaald krijg’, luidt de volgende stelling. “We hebben onze taakomschrijving een keer opgezocht op internet, dan moet je zo lachen”, grinnikt een assistent. “Als we een paar maanden puur zouden doen wat er in de taakomschrijving staat, dan worden de leerkrachten gillend gek”, vult een collega aan. “Een leesgroepje mag dan nog maar uit twee à drie kinderen bestaan in plaats van zes, je gaat niet meer mee op huisbezoek en je bent niet aanwezig bij rapportbesprekingen.”
Ook gebeurt het regelmatig dat de assistenten een zieke leerkracht vervangen. Ze doen dat met veel plezier en officieel onder supervisie van een leerkracht, maar die kan in de praktijk drie lokalen verderop zitten. De assistenten worden dan niet betaald als leerkracht. Op de ene school krijgen ze na vijf dagen voor de klas een dag extra als assistent betaald, op de andere na drie.

Waardering
Vanwege de extra taken wordt op mytylschool Ariane de Ranitz geprobeerd de functie van de assistenten van schaal 4 naar schaal 6 te verhogen. “Mijn collega Monique Woertman en ik vinden dat het verschil tussen assistent en leerkracht te groot is. We doen bijna alles wat een leraarondersteuner ook doet. We verrichten medische handelingen als het aansluiten van een katheter. Officieel staan we daarbij onder verantwoordelijkheid van een leerkracht. Als we naar schaal 6 gaan, krijgen we de waardering en beloning die bij onze werkzaamheden horen”, legt Van Gog uit.
Josja Koelink sluit de bijeenkomst af met de stelling: ‘Ik zie mezelf niet mijn hele leven als klassenassistent werken’. Een assistent zegt: “In het begin was ik heel enthousiast over mijn werk, maar ik mis nu waardering en het salaris is zo laag dat ik me afvraag wat ik hier doe.”
Er komt binnenkort weer een bijeenkomst voor klassenassistenten om te kijken wat ze verder van elkaars ervaringen kunnen leren.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.