• blad nr 2
  • 31-1-2009
  • auteur . Lachesis 
  • Column

 

Vroom

Het gaat altijd met grote urgentie gepaard. Het kan niet wachten. Het maakt niet uit of ik halverwege een rekeninstructie ben of midden in de organisatie van een handenarbeidles. Het moet nu, maintenant, tout de suite. Dus wordt het stil en luisteren de leerlingen en ik gedwee. Voor de klas staat de directeur, de conciërge, de collega die elk jaar opnieuw van mening is dat het maar een zooitje is in mijn klas. Juf, mag ik even, klinkt het terwijl ze zorgvuldig een gewetensvolle trek rond hun lippen construeren. Het is geen vraag. Het is een inleiding. Een inleiding tot een klacht. Een klacht van een ouder, een buurtbewoner of een leerling uit een andere klas, maar meestal handelt het om een zelf geconstateerd onrecht. Zo doen we dat hier niet, klinkt het bars, op deze school wordt niet naast de wc geplast, op het fietsenhok geklauterd, aan de overkant van de weg gevoetbald of gepest. Soms gaat de aanklager nog een stapje verder en roept dat er op zijn school niet gepest, geklauterd of op verboden plaatsen wordt geplast. Alsof we hier allemaal toevallig op bezoek zijn en de gastheer ernstig ontriefd hebben. Afgezien van wat schaapachtig kijken en vroom knikken is er niet veel wat ik kan doen op zo’n moment. Ik sta daar maar wat. Vaak met de aanwijsstok of de doos plakselpotten nog in mijn hand. Nee, knik ik, er wordt hier niet zomaar wat in het wilde weg geklauterd of geplast. Dat spreekt vanzelf, meneer Steef, conciërge Piet, juffrouw Jannie. Vervolgens valt er een stilte. 99 Procent van de toehoorders is volkomen onschuldig. Zij hebben geen idee van de aanleiding voor deze klacht. Ze speelden rustig op het plein, hielpen hun juf met het planten water geven, maakten nog wat rekensommen af. Ook zij kijken, bevroren in hun laatste handeling, wat onzeker om zich heen. Moeten ze doorgaan met het uitdelen van de scharen? Is het toegestaan nog net even het antwoord van die rekensom in het schrift te schrijven? Wordt er misschien van hen verwacht dat ze uitleg geven over hun plasgewoonten, klautervaardigheden, pestpraktijken?
Soms neemt iemand een besluit en schrijft snel even een antwoord in het schrift of zet puffend een zware doos op de grond. Bijna onmiddellijk leiden deze handelingen tot een verheviging van de verontwaardiging van de aanklager. Hoor je niet wat ik zeg? Neem je het niet serieus? Vind je het soms heel gewoon wat er gebeurd is? Het op deze wijze toegesproken kind piept het vaak uit van schrik. Het is dit gepiep dat mij vaak weer tot mijzelf brengt. Ik denk dat je dit punt nu voldoende onder onze aandacht hebt gebracht, zeg ik afgemeten. De aanklager knikt. Goed juf, maar laat ik niet merken dat het weer gebeurt want dit soort zaken sta ik niet toe op mijn school, zo gaan wij hier niet met elkaar om! En met stevige pas verlaat de autoriteit het lokaal. Weer een varkentje gewassen en een misstand de wereld uitgeholpen. Het verbaast me altijd hoe snel kinderen daarna overgaan tot de orde van de dag. Alsof ze veel beter dan ik beseffen dat er zojuist met veel vertoon van macht een hoeveelheid niets in de leegte werd gegoten. Zelf moet ik er altijd even van bijkomen. Maar dat komt natuurlijk vanwege dat staaltje vrome schaapachtigheid dat ik net ten beste heb moeten geven. De volgende keer zeg ik dat ik het was die daar gepest, geplast en geklauterd heeft. Dat zal ze leren.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.