blad nr 2
31-1-2009
auteur A. Kersten
Redactioneel

Onvoldoende ruimte voor professionalisering in mbo

‘Veel scholen slagen er nog onvoldoende in de organisatie van het onderwijs zo in te richten dat docenten inderdaad ruimte hebben voor innovatie en professionalisering.’

Dat is één van de aandacht behoevende punten in een tussenrapportage over de voortgang van de competentiegerichte onderwijsvernieuwing in het mbo. Het 36 pagina’s tellende boekje is uitgegeven onder auspiciën van het procesmanagement Mbo 2010, verantwoordelijk voor de vernieuwingsoperatie. Staatssecretaris Marja van Bijsterveldt heeft het rapport onlangs naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het mbo is bezig over te stappen van de oude eindtermen naar op competenties gebaseerde kwalificatiedossiers. Per opleiding wordt daarin beschreven waaraan leerlingen moeten voldoen qua kennis, vaardigheden en houding. Hoe het onderwijs praktisch wordt ingericht, is in grote mate aan instellingen zelf om te bepalen.
Van alle mbo-leerlingen zou op dit moment 58 procent op een opleiding zitten die al is overgestapt. Doelstelling is dat per augustus 2010 in elk geval alle eerstejaars op het mbo met de competentiestructuur werken. Dat doel ligt volgens het rapport ‘binnen handbereik’. Het zou volgens de rapporteurs een rommeltje worden als de invoering van het competentiegerichte onderwijs in het mbo zou worden teruggedraaid.
Die rapporteurs zijn de directeuren van drie onderwijsgeënte adviesbureaus die de afgelopen maanden gesprekken met instellingsbesturen hebben gevoerd. Het bronmateriaal zelf is niet toegankelijk gemaakt. Van de interviews zijn gespreksverslagen naar buiten gebracht na autorisatie door het college van bestuur, de verslagen zelf zijn vertrouwelijk.