• blad nr 19
  • 1-11-2008
  • auteur . Lachesis 
  • Column

 

Buikpijn

Het eerste dat Tim doet als hij op school komt is mij opzoeken. Het maakt niet uit waar ik mij bevind: in de keuken, voor de deur van het toilet, in de lerarenkamer, in het magazijn. Goedemorgen juf, heeft u al gehoord dat ik... en dan volgt er een eindeloos verhaal over het een of het ander. De eerste weken knikte ik nog vriendelijk, vervolgens humde ik een tijdje wat en nu onderbreek ik hem al bij de eerste lettergreep. Ga eens naar buiten Tim. Ja, maar juf. Naar buiten Tim, er is straks nog tijd genoeg. Zo gauw de bel gegaan is, staat hij alweer voor me. Juf, ik zou u nog vertellen... De meeste verhalen gaan over zijn kwalen. Kwalen die met de snelheid van het licht opduiken, immer tot een bezoek aan de dokter leiden, snel levensgevaarlijke vormen aannemen, en daarna weer spoorloos verdwijnen. Hoe is het met die uitslag van je been Tim? Welke uitslag juf? Tim is vaak bang. Daarom heeft hij buikpijn. Buikpijn voor een repetitie, buikpijn voor een spreekbeurt, buikpijn voor een confrontatie met Samir of Mohamed. Opmerkelijk genoeg leiden deze angsten niet tot het leveren van verhevigde inspanningen bij het leren van een repetitie of het vermijden van risico’s bij het omgaan met Samir en Mohamed. Op een dag verlaat hij de school met een voetbal onder zijn T-shirt. Weet u waarom ik dit doe juf? Natuurlijk niet Tim. Ik doe dit, vervolgt Tim, omdat deze bal in de struiken lag en Mohamed niet gelooft dat hij van mij is. En nu denk jij dat je op deze wijze ongezien de school kunt verlaten, vraag ik. Tim schudt zijn hoofd. Misschien kunt u even meelopen juf. Ik loop mee. Terwijl we naar buiten lopen, komt Mohamed op me af. Ik geloof niet dat die bal van Tim is, zegt hij, die bal lag laatst namelijk ergens anders in de struiken. Laat hem maar, zeg ik terwijl ik mijn pas inhoud. Samen kijken we de hoogzwanger van ons weg waggelende Tim na. We schudden bijna tegelijkertijd ons hoofd. Een paar dagen later rent Tim tijdens het zingen halsoverkop naar de wc. Zijn stoel wiebelt nog lang na. We staren hem allemaal verbaasd na. Dan zingen we verder. Na een paar minuten komt Tim hysterisch huilend terug. Het lied stokt andermaal. Wat is er met je, vraag ik. Het duurt lang voor Tim zijn stem onder controle heeft. Ik vind het zo zielig voor mijn moeder, snottert hij, ze is zo vaak zie-iek! Is ze dan nu ook ziek, vraag ik verbaasd. Tim schudt zijn hoofd. Nee, nu is ze wè-èg. Ze komt heel laat thuis. En mijn vader en mijn broer zijn ook wè-èg en nu ben ik helemaal alléé-één. Tim slaat zijn handen voor zijn gezicht en huilt met lange uithalen. De klas kijkt ongemakkelijk toe. Mijn hand rust aarzelend op mijn gitaar. Doorzingen is ongepast. Maar niet doorzingen is ook gek. Kom na de zangles maar even bij me, zeg ik, terwijl ik doorblader naar een volgend lied. Maar dat blijkt niet nodig. Na twee akkoorden zingt Tim alweer uit volle borst mee. Twee weken later wacht hij me opnieuw in het keukentje op. Ik ga het op een andere school proberen, vertelt hij, ik heb hier helemaal geen vriendjes. Even later deelt hij zijn vertrek ook aan zijn klasgenootjes mee. Arme klasgenootjes, denk ik, ze hebben al die jaren hun best gedaan om hem te ontzien. Zouden ze dat op zijn volgende school ook op kunnen brengen? Arme Tim.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.