• blad nr 19
  • 1-11-2008
  • auteur N. van Dam 
  • Redactioneel

 

Doorwerken tot en met de roze strippenkaart

Langzaam maar zeker neemt het aantal werkende zestigplussers in het onderwijs toe. Wat zijn de mogelijkheden en moeilijkheden voor senioren die willen doorgaan tot zij de roze strippenkaart mogen gebruiken? Doorwerken kan profijtelijk zijn.

In vier jaar tijd is bijna een verdubbeling opgetreden van het aantal leraren boven de zestig. In 2003 telde het docentencorps van primair en voortgezet onderwijs en de bve-sector ruim zesduizend zestigplussers, vorig jaar waren al bijna twaalfduizend leerkrachten van zestig en ouder op een school actief, heeft het ministerie laten uitrekenen.
AOb-pensioendeskundige Gerard Willemsen verbaast het niet: “Stoppen met werken is duur, doorwerken kan financieel zeer aantrekkelijk zijn. Ga maar na, zodra je stopt, leg je geen pensioenpremie meer in en groeit je pensioenvermogen niet meer. Als je doorwerkt, kun je wél blijven opbouwen. Zo kun je je uiteindelijke pensioenuitkering met een jaar of drie langer werken misschien wel met 30 procent verhogen.” En die uiteindelijke pensioenuitkering kan tien, twintig, dertig jaar, bij honderdplussers nog langer, doorgaan en honderden euro’s per maand meer bedragen.
Dit is een optie voor mensen met een onvolledige pensioenopbouw bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), zoals vrouwen die een aantal jaren niet gewerkt hebben, mensen die jarenlang bij een ander pensioenfonds hebben gezeten of voor mannen met de zogeheten tweede leg, die een jongere vrouw hebben en jonge kinderen. In 2013 stopt namelijk ook de toelage die een aow’er voor een jongere partner ontvangt. Voor een echtpaar kan de aow daardoor wel met de helft afnemen.
Senioren kunnen tussen de zestig en zeventig (gedeeltelijk) met ouderdomspensioen gaan, of al eerder fpu (flexibele pensioenuitkering) of bapo (bevordering arbeidsparticipatie ouderen) opnemen. Combinaties zijn mogelijk. Individuele keuze beďnvloedt de pensioenopbouw. Hoe hoog het totale pensioen wordt, is verder afhankelijk van persoonlijke factoren, zoals verblijf in het buitenland en eventuele waardeoverdracht van eerdere pensioenfondsen. Wat de persoonlijke rechten zijn, kan iedereen opzoeken op www.abp.nl onder het blokje ‘mijn ABP’.
Veel mensen verkeren in de veronderstelling dat ontslag op hun 65ste verjaardag onvermijdelijk is. Willemsen: “Dat is een misverstand, wettelijk is niets geregeld maar de verschillende onderwijs-cao’s hebben formuleringen die er allemaal op neerkomen dat de arbeidsovereenkomst automatisch stopt als iemand met pensioen gaat, tenzij anders afgesproken. Dit betekent dat een 65-jarige die wil blijven werken moet onderhandelen met zijn werkgever.”
Dat onderhandelen zal onder meer moeten gaan over voortzetting van de pensioenopbouw. Een nieuwe werkgever zal zeker proberen daarvan af te komen in een nieuw contract, aangezien werkgevers tweederde van de pensioenpremie moeten betalen. Daar staat weer tegenover dat 65-plussers geen bijdrage aan de sociale verzekeringswetten meer op hun brutoloon ingehouden zien, en dus netto meer overhouden. De keerzijde daarvan is dat zij ook geen rechten meer hebben op werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Dat risico is overzichtelijk, vindt Willemsen.
Flexibel ouderdomspensioen is alleen nog een mogelijkheid voor mensen die 58 of ouder zijn. Mensen die tot hun 65ste volledig doorwerken, nemen geen fpu op, terwijl zij daar wel voor gespaard hebben. Het ABP geeft hen hiervoor standaard een eenmalige bonus en voegt het gespaarde deel toe aan de pensioenreserve. Het vergt wat rekenen, maar volgens Willemsen kan het lucratiever zijn de bonus te laten schieten. “Neem in ieder geval een korte periode fpu-verlof op, al is het maar in de laatste maand voor pensionering. Die maand krijg je dan een fpu-uitkering, maar bovendien worden de aanspraken herberekend voordat zij aan de pensioenopbouw worden toegevoegd. Vrijwel altijd leidt dat tot een hogere pensioenuitkering die ruimschoots tegen de bonus opweegt.”

{blokje 1}
Fpu
Flexibele pensioenuitkering waarmee mensen vanaf 62 jaar en drie maanden tot aan hun 65ste een prepensioen kunnen krijgen van maximaal 70 procent van hun laatste salaris. Alleen nog een optie voor mensen die nu 58 jaar of ouder zijn, want de fpu houdt op te bestaan in 2015. Er zijn (ingewikkelde) overgangsmaatregelen voor diverse leeftijdsgroepen.
Bij een gedeeltelijke fpu mag tot 90 procent van het vorige salaris worden bijverdiend. De verdiensten boven deze negentig procent mogen binnenkort voor tweederde gaan meetellen in de opbouw van het ouderdomspensioen.

{blokje 2}
Ouderdomspensioen
Pensioenuitkering die mensen (gedeeltelijk) kunnen laten ingaan tussen hun zestigste en zeventigste jaar, die aanvullend is op de aow. De hoogte van de uitkering is gebaseerd op het in het verleden feitelijk verdiende loon in de ABP-periode, dat ieder jaar wordt geďndexeerd. Het laatst genoten salaris is niet bepalend, wel tikt het aantal gewerkte jaren aan. Per dienstjaar wordt 2,25 procent aan de pensioenuitkering toegevoegd. Deze pensioenuitkering en de aow samen kunnen nooit hoger worden dan het laatste salaris, zodat voor sommige mensen doorwerken na 65 jaar nauwelijks iets oplevert.

{blokje 3}
Aow
Soort rijkspensioen voor iedere Nederlander die 65 jaar wordt en onafgebroken in Nederland heeft gewoond. Kan nog niet worden opgeschort, maar er wordt ook nooit op gekort wegens andere verdiensten of vermogen. Wel wordt gekort voor jaren dat men geen ingezetene is geweest, zoals geldt voor allochtonen of mensen die lange tijd in het buitenland hebben gewerkt. Bij doorwerken na 65 wordt de aow gewoon in zijn geheel naast het salaris uitgekeerd.

{blokje 4}
Bapo
De ‘regelingbevordering arbeidsparticipatie ouderen’ biedt de mogelijkheid minder uren te werken tegen inlevering van 25 of 35 procent van het salaris over de betreffende uren. Voor 52- tot en met 55-jaren gaat het om 170 uur per jaar, ofwel een halve dag per week, voor ouderen om 340 uur.
De seniorenregeling onderwijspersoneel in het hoger onderwijs biedt 55-, 56- en 57-jarigen de mogelijkheid 10 tot 20 procent van de jaartaak verlof op te nemen. Daarna bestaat de verplichting tot het opnemen van pensioen of fpu.
Bapo en sop (seniorenregeling onderwijspersoneel) staan sterk onder druk, met name de leeftijdsgrenzen. Het is raadzaam steeds actuele informatie op te vragen voorafgaand aan beslissingen.

{portretje 1}
‘Ik sleep ze mee naar de Kunsthal’
Met zijn 46 dienstjaren is Aad Schulten (71) waarschijnlijk de langst werkzame docent. Mocht hij na de zomervakantie nog nodig zijn, dan tekent hij voor volgend schooljaar opnieuw een jaarcontract. Net als zijn vrouw (70) trouwens, die ook nog altijd werkt. “Zij is dermatoloog en daar is ook een gebrek aan.”
De leraar Grieks en Latijn nam er op zijn 65ste een baan bij om een zwangerschapsverlof te vervangen op een andere school. Een paar maanden gaf hij wekelijks 31 lessen op twee Rotterdamse scholen. De laatste jaren waren er steeds op diverse scholen vacatures, waarin hij precies paste. Momenteel vervangt hij op het Marnix Gymnasium, tot 1 november in twee klassen, daarna wegens weer een zwangerschap in vier. “Men doet een beroep op mij. Als ik het niet doe, weet ik dat hele klassen slecht les of geen les zullen krijgen”, zegt hij. Dat zullen meer gepensioneerde leraren in een tekortvak horen die toch ‘nee’ zeggen. “Ik zeg ja, omdat ik het gezellig vind en de leerlingen vinden het heerlijk om ouderwets degelijk onderwijs te krijgen.”
Hij zorgt wel voor voldoende afwisseling in de les: “Klassikale instructie, zelf werken en weer klassikaal samenvatten en achtergronden toelichten. En als het even kan gooi ik er een verhaal tussen door, vooral over de mythologie. Binnenkort sleep ik ze weer mee naar de Kunsthal, want daar heb ik zondag een prachtige tentoonstelling gezien, Glorie van Rome.”
Als elke Nederlander ontvangt Schulten aow sinds zijn 65ste. Hij heeft ervoor gekozen zijn ouderdomspensioen ook te laten betalen vanaf die leeftijd en hij krijgt uiteraard salaris. “Financieel zit ik op rozen en voor de school ben ik goedkoop, omdat ze geen pensioenpremie meer hoeven af te dragen.”
Hij vindt het logisch dat hij zijn vaste betrekking kwijt is en steeds opnieuw een jaarcontract krijgt. “Als je het nuchter bekijkt, vormen ouderen een risico op uitvallen. Ik ben nu bijvoorbeeld een beetje verkouden. Als de griep toeslaat weet je nooit of het lichaam die goed kan doorstaan. Een school moet aan de continuďteit denken. Als ze voor het volgend jaar een jongere kunnen krijgen, zouden ze dom zijn mij te handhaven.”

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.