- blad nr 18
- 18-10-2008
- auteur A. Kersten
- Redactioneel
Conflict cao-onderhandelaarsakkoord voortgezet onderwijs
Onder de rechter
Zo ligt er een akkoord, zo dient er een kort geding.
In de Nationale Onderwijsweek, net na de feestelijke Dag van de Leraar, stonden de onderwijsbonden en de werkgeversvereniging in het voortgezet onderwijs tegenover elkaar voor de Utrechtse kantonrechter. Vier weken nadat de VO-raad zijn handtekening zette onder het onderhandelaarsakkoord voor een nieuwe cao, probeerden de bonden af te dwingen dat de werkgeversvereniging het akkoord bij haar achterban verdedigt en een aantal beweringen rectificeert.
“Treurig dat het zo ver moet komen”, zegt docent Nederlands en AOb-hoofdbestuurder Marten Kircz. “Wat moet iemand die voor de keuze staat of hij naar de lerarenopleiding gaat hiervan denken? Ik kan me niet voorstellen dat je denkt: dat ziet er allemaal gezellig uit, die sector lonkt.”
Nakijkmachine
Het moeizaam bereikte onderhandelaarsakkoord werd op vrijdag 12 september getekend. “Zoals elk akkoord zitten er plussen en minnen in, maar ik sta er wel achter”, zegt Kircz. “Die salariscomponent, daarvan zeg ik: Had best wel wat meer mogen zijn, maar daar leg ik me mokkend bij neer. Want er zijn ook afspraken gemaakt over het verminderen van de werkdruk. En iedereen weet dat die in Nederland schrikbarend hoog is. Mijn Spaanse collega’s noemen me een nakijkmachine.”
Kircz verwijst naar een opvallende passage in het akkoord. Daarin staat dat bij scholen met een maximale lestaak van 750 klokuren per jaar met ingang van augustus 2009 het maximum naar 728 uren zakt. En dat scholen met andere lestakenregelingen een evenredige vermindering van hun maximale contacttijd toepassen. Op de betekenis van deze passage zal het conflict zich al snel toespitsen.
Tijdens de onderhandelingen had de VO-raad aangegeven dat het punt moeilijk ligt. Scholen vrezen dat de kosten uit de hand zullen lopen als de werkdrukafspraak naar rato ook voor deeltijders gaat gelden. Daarom is aan het akkoord toegevoegd dat een werkgever die financieel in de problemen komt, met de bonden om tafel kan om een oplossing te zoeken, verklaart Gijs van Dijk, AOb-onderhandelaar. “Die doorwerking is tijdens de onderhandelingen niet betwist.”
Ook bij de kantonrechter passeerde de voorgeschiedenis de revue. “Het was een broos akkoord”, zei de advocaat van de VO-raad tijdens de zitting. Zo gevoelig lag een doorvertaling naar deeltijders bij werkgevers dat de AOb aanvankelijk akkoord ging met het verzoek dit niet te benadrukken. De “toch al beperkte kans” dat de achterban van de werkgeversorganisatie het akkoord zou omarmen, slonk op slag toen de AOb na het akkoord die parttimers toch noemde. Daarmee legde de VO-raad de verantwoordelijkheid voor de problemen neer bij de bonden. “Dat was het keerpunt”, aldus de raadsvrouw.
Pacificeren
Dan gaat het snel. De week na het akkoord wordt de adviesraad van de VO-raad opgetrommeld voor een ingelaste vergadering. Vrijdag 19 september schrijft de werkgeversvereniging aan haar leden dat ‘na ampel beraad’ en vanwege de ontstane onrust besloten is het akkoord niet voor te leggen. Leden spreken via een webpeiling hun steun uit voor dat besluit. “Pacificeren”, noemde de VO-raad die stap tijdens de zitting. Een plompe afwijzing van het akkoord zou de heropening van de onderhandelingen bemoeilijken.
De werkgevers zouden bereid zijn één procent van de personeelskosten te investeren in werkdrukbeheersing. Meer dan die 50 miljoen euro is er niet. En dat bedrag zou bij lange na niet genoeg zijn als ook deeltijders profiteren van lestaakverlichting.
‘De interpretatie van de bonden heeft rampzalige gevolgen voor de leerlingen’, aldus de werkgeversorganisatie in een voorbeeldbrief die haar leden naar ouders kunnen sturen. De gevolgen volgens de VO-raad: volle klassen, twee weken minder les, onbevoegde docenten.
Tot woede van de bonden. Met deze onjuiste beeldvorming, betogen ze, krijgt het akkoord sowieso geen faire kans. Ze houden vast aan de vastgelegde afspraken. Er ligt een getekend akkoord waarin voor de werkdruk geen beperking is opgenomen voor deeltijders. Bij de kantonrechter herhaalden de bonden dat standpunt: het is bij alle partijen bekend dat cao-afspraken naar rato doorwerken voor parttimers, tenzij anders afgesproken.
Geest
Dirck van Bennekom ziet het als een interpretatieverschil. Hij is bestuurder van de Alliantie Voortgezet Onderwijs, een bestuur van zeven vo-scholen in Nijmegen en het Land van Maas en Waal. “Het is doodzonde dat beide partijen nu tegenover elkaar staan”, zegt hij telefonisch. “Blijkbaar is een en ander niet goed genoeg op papier gezet.”
Bij de onderhandelingen was Hein van Asseldonk betrokken, vice-voorzitter van het college van bestuur van Lucas Onderwijs. Als gemachtigd vertegenwoordiger van de VO-raad ondertekende hij het akkoord. Van Asseldonk, op studiereis in de Verenigde Staten, zegt nu: “De geest van het akkoord is niet volledig neergedaald in de letter. De afspraken zoals ze bedoeld zijn, zijn onvoldoende gewaarborgd in de tekst. Dat rekenen we ons aan, daarover geen misverstand.”
De omstreden lestaakreductie van 750 naar 728 uur was vooral een gebaar van goede wil, zegt hij. Maar als de werkdrukmaatregel onbetaalbaar zou worden, waarom is er dan niet een beperking opgenomen in het akkoord? “Achteraf was dat beter. Het is ter sprake geweest aan de onderhandelingstafel, maar de bonden wilden daar niet aan. Het is een kwestie van geven en nemen, maar we hebben wel degelijk geprobeerd iets vast te leggen.”
Er was namelijk nog iets, bracht de VO-raad bij de kantonrechter naar voren. De werkgevers wilden een begrenzing van het budget dat beschikbaar is voor de werkdrukvermindering, al was het maar in een voetnoot. Dat plafond heeft het akkoord niet gehaald, de bonden verzetten zich ertegen. De budgettaire begrenzing kwam buiten het akkoord te liggen en voor rekening van de werkgevers.
Volgens AOb-onderhandelaar Van Dijk hoort het ook zo. “De verantwoordelijkheid voor de financiële dekking van de afspraken ligt uiteraard bij de werkgevers. Zij beheren het geld dat ze uit Den Haag krijgen. De werkgevers hebben het akkoord getekend, inclusief de gevoeligheden. Dan mag je ze eraan houden.”
Koninkrijkje
Brede werkdrukvermindering met het voorgenomen budget vindt VO-bestuurder Van Bennekom niet betaalbaar. “Dat is voor mij de doorslaggevende reden om nee te zeggen tegen het akkoord.”
Daarnaast: “Ik ben geen voorstander van een generieke maatregel waarbij je van 750 naar 728 uur gaat. Ik vind persoonlijk dat je werkdruk niet generiek moet bestrijden. Je moet daar heel gericht, per docent en sectie of team, afspraken over proberen te maken.”
Volgens Kircz zit daar een gevoelige plek: veel bestuurders vrezen niet alleen dat de kosten uit de hand lopen, ze willen liever zoveel mogelijk per bestuur regelen. En dus: liever geen bindende centrale bepalingen.
“Vroeger werd er van alles en nog wat vastgelegd in de cao”, zegt Kircz. “Dat is er bijna allemaal uit. Wij regelen alles liever zelf per bestuur, zeggen de werkgevers. In dit akkoord wordt op één punt een klein beetje landelijk geregeld, ook al blijft er nog alle vrijheid voor besturen over. Ze moeten iets van hun koninkrijkje afstaan.”
Vergeet niet dat de scholen ook al niet stonden te springen bij het Convenant Leerkracht, voegt Van Dijk toe, waarbij afspraken zijn gemaakt over hoeveel docenten in hogere schalen moeten komen. “Dat was ook tegen het zere been. De onderhandelaars van de VO-raad hebben toen hun nek uitgestoken om tot goede centrale afspraken te komen.”
Verplichting
Wat nu? Die vraag nam de kantonrechter mee in de overweging. Kun je verlangen van een cao-partner dat hij een akkoord vol overgave verdedigt, als zijn achterban het niet ziet zitten? En ligt in een onderhandelaarsakkoord de verplichting besloten om het resultaat warm aan te bevelen bij de achterban? Dat zou verstrekkende gevolgen kunnen hebben, zinspeelde de rechter. Hij beloofde met een “behoorlijk principiële” uitspraak te komen.
Een alsnog gehouden internetstemming onder vo-besturen toonde een voor het akkoord weinig optimistische tussenstand. Het ziet ernaar uit dat het akkoord verworpen zal worden, aldus de rechter.
Het Onderwijsblad legde de VO-raad schriftelijk een aantal vragen voor. In zijn reactie gaat de werkgeversvereniging niet op de vragen in. Er wordt verwezen naar ‘gebleken’ interpretatieverschillen. Het dossier is onder de rechter en de argumenten zijn volgens de VO-raad ‘voldoende gewisseld’. ‘Samen met de hoop en het vertrouwen dat we binnenkort weer aan tafel zitten om verder te spreken, reden te meer om niet nader over het onderwerp uit te weiden.’
Kircz legt zich er niet bij neer. “Ik ben neergezet als een meneer die graag zo weinig mogelijk doet. Deze vernedering moeten we niet over onze kant laten gaan. Ik zie het tot acties komen, we zijn even uitgepraat. Het verzet in de lerarenkamer is groot.”
{streamer}
@C1:‘Ik word neergezet als een meneer die graag zo weinig mogelijk doet. Deze vernedering moeten we niet over onze kant laten gaan’