• blad nr 17
  • 4-10-2008
  • auteur . Lachesis 
  • Column

 

Ontroostbaar

Ze heeft prachtige ogen, maar dat is niet het eerste dat opvalt. Wat vooral opvalt is de warmte die eruit straalt. Irene is de vriendelijkheid in persoon. Ze is de jongste in een gezin van Eritrese vluchtelingen. In het jaar dat ze bij ons in de klas zit werkt ze hard en nauwgezet. Er is niemand die harder werkt dan zij. Niemand. Haar inspanningen zijn aandoenlijk en pijnlijk tegelijk. Ze leveren namelijk maar zelden goede resultaten op. Keer op keer kijkt ze me getroffen aan als ze met haar schrift bij me komt. Ik heb het nagekeken, maar ik heb wel veel fouten juf! Dat is niet erg Irene, je hebt erg je best gedaan, antwoord ik. Maar Irene vindt het wel erg, ze vindt het vooral erg voor mij. Ik zal de volgende keer nog beter opletten juf, zegt ze troostend tegen me. Op de klassenlijst heet Irene de ene keer Irene en de andere keer Saskia. Ook de leerlingen noemen haar bij beide namen. Het is verwarrend. Op een dag laat ik haar bij me komen. Vind je het wel leuk om twee namen te hebben, vraag ik. Ze schudt haar hoofd. Ik weet niet waarom ik twee namen heb, antwoordt ze. Zullen we er een kiezen, vraag ik. Ze knikt enthousiast. Ik wil graag Irene heten, zegt ze blij, ik vind Saskia geen mooie naam. In de klas is Irene een balsem voor ieders ziel. Er is geen leerling die niet onder haar bekoring komt. Ze troost de gekwetsten, kalmeert de opstandigen en is dag in dag uit zonnig en opgewekt. Op een dag komt haar buurvrouw bij ons de school binnen. Of we wel weten dat de moeder van Irene terminaal ziek is? Verbaasd kijken we haar aan. Nee, dat weten we niet. De buurvrouw knikt. Dat dacht ik al, zegt ze met een verbeten mond. Ik heb al talloze malen tegen haar vader gezegd dat hij de school moet inlichten. Maar dat doet hij niet. Het is zo’n eigenwijze man. Zoiets horen ze op school toch te weten! En Irene dan, vragen wij. Nee, Irene weet niets, vertelt de buurvrouw. Iedereen weet het, haar broers, de buurt, alleen Irene niet. De volgende maanden loopt Irene in een merkwaardige vacuüm rond. Iedereen om haar heen weet dat haar wereld op instorten staat, maar zelf weet ze het niet. Ze blijft troosten, bemiddelen en stralen. Ze vraagt zich ook niets af over de situatie thuis. Ze blijft kennelijk geloven in een goede afloop ook al staat het bed van haar moeder inmiddels in de huiskamer. In de tweede week na de zomervakantie overlijdt haar moeder. Het komt voor Irene als een slag bij heldere hemel. Tot op het allerlaatste moment is ze niet ingelicht. Verdoofd en volkomen in zichzelf gekeerd doolt Irene de dag na de begrafenis over het schoolplein. Haar ogen staan dof, ze laat niemand in haar wereld toe. De klas staart machteloos in haar richting. Haar vriendinnen drommen om ons heen. Juf, het is zo naar, ze wil er helemaal niet over praten. Wat kunnen we nou doen? Probeer haar maar te troosten, opperen wij, sla een arm om haar heen en blijf gewoon in haar buurt. Aarzelend lopen haar vriendinnen in de richting van Irene. Aarzelend raken ze haar aan. Irene reageert amper. Nu ze zelf troost nodig heeft, weet ze niet hoe ze het aanvaarden moet.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.