- blad nr 17
- 4-10-2008
- auteur J. Popken
- Redactioneel
Bijna kwart scholen zwak in rekenen
De Onderwijsinspectie vergeleek de rekenprestaties van basisscholen aan de hand van het aantal goed beantwoorde rekenopgaven van de Citotoets. Op 191 scholen werd daarnaast onderzocht hoe het rekenonderwijs is ingericht. Hierbij werd bijvoorbeeld gekeken naar de manier waarop docenten hun leerlingen bij de les probeerden te houden en naar de helderheid van hun instructie. De zorg en begeleiding bleken op scholen die zwak zijn in rekenonderwijs achter te blijven. Bij sterke scholen is ook het onderwijsproces meestal goed op orde, zo constateerde de inspectie. Conclusie van de inspectie: door het onderwijs anders in te richten, kunnen de prestaties van leerlingen omhoog.
De rekenprestaties hangen ook sterk samen met het type leerling. Leerlingen op scholen met veel achterstandsleerlingen lopen aan het eind van de basisschool gemiddeld een half jaar achter op scholen met weinig van dit soort kinderen. Maar volgens de inspectie zegt de achtergrond van de leerlingen niet alles: er zijn ook scholen met veel achterstandsleerlingen die beter presteren dan sommige scholen met weinig achterstandsleerlingen. Volgens de inspectie kunnen scholen wel degelijk het verschil maken.
Rekenmethoden
Staatssecretaris Sharon Dijksma laat naar aanleiding van het rapport onderzoek doen naar de rekenmethoden. Dijksma hoopt dat scholen daardoor beter inzicht krijgen in de voor- en nadelen van de methoden. Volgens de staatssecretaris is het niet de bedoeling dat er een ranglijst komt, of dat scholen verplicht worden om over te stappen naar een andere methode. Wel wil zij meer duidelijkheid scheppen over welke rekenmethode het beste past bij een bepaald type kind.