- blad nr 17
- 4-10-2008
- auteur R. Sikkes
- Commentaar
Het moerasmodel
Neem de Mbo-raad en de Hbo-raad die hun onderhandelaars het Convenant Leerkracht lieten ondertekenen, zelfs het resultaat aan hun achterban voorlegden en na groen licht van de leden alsnog weigerden om hun handtekening onder het definitieve plan te zetten. Wie zo ‘achteruit’ onderhandelt, heeft heel wat uit te leggen. Beide werkgeversorganisaties kregen er dan ook flink van langs in de media. En uiteindelijk na weer wat heen en weer bellen en enkele gesprekken hebben ze toch hun handtekening gezet onder de afspraken waar ze het vanaf het begin mee eens zeiden te zijn. Eind goed, al goed.
Verbijsterend echter is de opstelling van de VO-raad, de werkgeversorganisatie in het voortgezet onderwijs. Na het gepolder rond de cao was er het gebruikelijke onderhandelaarakkoord. Salarisverhoging, werkdrukvermindering, een mooie mix van afspraken. Honderd procent tevreden is natuurlijk nooit iemand. Maar als de onderhandelaars van de VO-raad afspraken op papier zetten en tekenen, mag je toch aannemen dat het akkoord de steun heeft van het bestuur en aan de leden wordt voorgelegd. Zo niet, dan had je aan de onderhandelingstafel wat anders moeten afspreken, toch?
Een paar dagen na het tekenen besluit de VO-raad om het akkoord niet eens voor te leggen aan de algemene ledenvergadering. Dat is geen poldermodel, maar een moerasmodel.