• blad nr 10
  • 17-5-2008
  • auteur R. Voorwinden 
  • Redactioneel

 

Drempel tegen ‘onzin-klachten’ van ouders

De AOb wil dat er bij de klachtencommissies in het onderwijs een drempel wordt opgeworpen tegen het indienen van futiele klachten over leraren. “Dat gratis prijsschieten moet maar eens afgelopen zijn”, vindt advocaat Frans Lathouwers van de AOb. “Want die klachten gaan soms echt helemaal nergens meer over.”

Ouders zouden een eigen bijdrage moeten gaan betalen als ze een klacht indienen bij een van de klachtencommissies in het onderwijs. Als de klacht gegrond wordt verklaard, krijgen ze hun geld terug. “Dan gaan mensen tenminste eerst nadenken voordat ze een klacht tegen een leraar indienen”, vindt advocaat Frans Lathouwers van de AOb. “Er moet een drempel worden opgeworpen tegen onzinnige klachten. Op dit moment is die drempel er niet. Het is eerder een kuil, want klagen is gratis.”
De klachtenregeling in het onderwijs werd in 1998 ingevoerd om de positie van ouders en leerlingen te versterken. De regeling blijkt in een behoefte te voorzien, want ouders weten de weg naar de verschillende klachtencommissies (naar goed Nederlands gebruik één voor elke zuil) prima te vinden. Bij de landelijke klachtencommissie voor het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (de grootste van het land) kwamen in 2007 in totaal 152 klachten binnen, waarvan bijna de helft uit het basisonderwijs.
Een moeder klaagt dat haar kind op het schoolplein vieze kleren krijgt. Een andere moeder vindt het belachelijk dat haar kind moet nablijven en de klas moet aanvegen. Ouders die klagen omdat ze het niet eens zijn met de keuze van de schoolboeken. “Tot en met klachten over leraren die de kinderen met te luide stem zouden toespreken”, zegt Lathouwers. “Het gaat af en toe echt helemaal nergens meer over.”
De klachten hebben vaak grote gevolgen voor de betrokken leraren. Want de procedures bij de klachtencommissies zijn enorm belastend. Het begint met een officiële briefwisseling, compleet met hoor- en wederhoor, waarna beide partijen getuigen kunnen aandragen. De zaak eindigt, vaak na maanden wachten, in een zitting. Lathouwers: “Je staat als leerkracht professioneel èn persoonlijk ter discussie, in een zaaltje voor een commissie. Dat is zo belastend dat ook als de klacht ongegrond wordt verklaard, de vreugde toch maar heel beperkt is.”

Paranoïde gevoel
Zo'n zwaar proces vreet aan het zelfvertrouwen. Ook de leraar die oprecht meent niets verkeerd te hebben gedaan, slaat uiteindelijk aan het twijfelen. “Je wordt, in vaktermen, handelingsverlegen”, vertelt docent William van Lith. En hij kan het weten, want in 2006 werd een klacht tegen hem ingediend omdat hij een leerling zou hebben ‘opgesloten’. Wat niet waar was: hij had tijdens een schoolkamp een brutale leerling even apart gezet, ter afkoeling, in een ruimte die niet was afgesloten. Met de ouders was ook afgesproken dat hun dochter een dergelijke time-out zou kunnen krijgen.
De ouders schreeuwden echter moord en brand, dienden een klacht in en haalden de lokale pers erbij. Het schoolbestuur moest in actie komen; er werden brieven aan alle ouders van de school gestuurd. Het resulteerde in een dossier van 155 pagina's over de zaak en in een zitting bij de klachtencommissie met maar liefst dertien aanwezigen: Van Lith, samen met een vriendin en zijn raadsman van de AOb, de directeur van de school met zijn advocaat, twee getuigen, vier leden van de klachtencommissie en de twee ouders. Een compleet voetbalelftal, inclusief reservespelers.
De commissie veegde de klacht van tafel - 'De heer Van Lith heeft niets anders gedaan dan uitvoering geven aan de afspraak over de time-out' – maar het kwaad was al geschied. Van Lith: “Er zaten de hele dag spoken in mijn hoofd. Kon ik nog wel mijn stem verheffen tegen een leerling? Een heel paranoïde gevoel.” Hij raakte korte tijd na het indienen van de klacht over zijn toeren en bleef, na overleg met de directie, ziek thuis. Pas maanden later kon hij voorzichtig weer gaan re-integreren.

1-0 achter
Directies laten in klachtenzaken trouwens wel vaker steken vallen, vindt Lathouwers. Want al in 2001 concludeerden onderzoekers van het Tilburgse instituut IVA dat veel kleine klachten eigenlijk op schoolniveau hadden moeten worden opgelost. “Maar veel directies willen hun handen niet branden aan conflicten tussen hun leraren en ouders”, constateert Lathouwers, “en schuiven de hete aardappel dus graag door naar de klachtencommissie.” Om vervolgens zelf achterover te leunen.
‘Betrek de directie erbij’ luidt dus het advies aan leerkrachten die met een klacht van ouders worden geconfronteerd. Lathouwers. “Stel dat op school de regel geldt dat leerlingen die een werkstuk niet maken, een 4 krijgen. En stel dat ouders daarover een klacht tegen je indienen. Dan staat de school net zo goed in de beklaagdenbank, want jij voert alleen maar het schoolbeleid uit. Speel die bal dan door naar de directie.”
Laat bovendien de directie weten hoe het met je gaat en wat voor gevolgen die klacht voor je functioneren heeft, adviseert leraar Van Lith. “Houd contact. Je moet je verhaal kunnen blijven doen, anders raak je de reële kijk op de zaak kwijt.”
Zie je aankomen dat er een conflict ontstaat, maak dan nauwgezet aantekeningen van elk gesprek met de ouders, is een tweede advies van Lathouwers. “Dat is vreselijk vervelend werk. Maar de ouders zijn op dat moment misschien al zelf een dossier aan het maken van wat er volgens hen besproken en afgesproken zou zijn. Daarin staat dan bijvoorbeeld dat jij op woensdagmiddag na de les, in het voorbijgaan in de gang, bepaalde zaken zou hebben toegezegd. Als je dat niet duidelijk kunt weerspreken sta je bij klachtencommissie al met 1-0 achter.”
En het belangrijkste: word lid van de vakbond, raden Van Lith en Lathouwers aan. Want advocaten van de vrije markt of van rechtsbijstandverzekeraars hebben vaak weinig kaas gegeten van de specifieke klachtenregeling in het onderwijs. “Ik zou me zonder de AOb geen raad hebben geweten”, zegt Van Lith. “Die hebben me tijdens het hele traject terzijde gestaan.” En zo’n traject duurt maanden tot jaren. “De klacht werd in juni 2006 tegen me ingediend, maar ik heb pas nu mijn onbevangenheid in de klas weer een beetje terug. Ik hoop dat ik tegen de zomer zo ver ben dat ik het hele dossier in de vuurkorf kan kieperen.”

{Kader 1}

Van de klas aanvegen tot een tik op de billen

Enkele voorbeelden van de circa tweehonderd klachten die de Landelijke klachtencommissie in 2007 behandelde:

- Ouders klagen over het feit dat hun kind het op een nieuwe school beter doet dan op de oude. Hij is op zijn oude school dus niet goed begeleid, is hun conclusie. De commissie deelt die niet. ‘Een veelheid van (soms toevallige) factoren draagt eraan bij dat een kind het op de ene school beter doet dan op de andere.’ Klacht ongegrond.

- Ouders hebben een andere opvatting over het gebruik van boeken en methodes en de wijze van toetsing. De commissie veegt de klacht van tafel: ‘Vakinhoudelijke keuzes liggen primair bij de docent.’

- Een moeder klaagt dat haar zoon vieze kleren en blauwe plekken krijgt van het buitenspelen. Klacht ongegrond, vindt de commissie. Temeer daar de leerkracht had aangeboden om de jongen tijdens het buitenspelen een regenbroek aan te doen, wat door de moeder was verworpen. ‘De leerkracht heeft terecht het belang van een kind om vrij te kunnen spelen meer gewicht gegeven dan blauwe plekken en vieze kleren.’

- Een leraar zou een leerlinge een tik op de billen hebben gegeven. Dat klinkt als seksuele intimidatie, maar het ligt anders. Want de ‘tik’ vond plaats bij het naar binnen gaan van de school, terwijl de leraar - ‘hop hop’ - de kinderen tot spoed maant. ‘De commissie acht het niet onwaarschijnlijk dat de hand van de leerkracht de andere leerlingen in de rug raakte, maar bij deze leerlinge (gezien haar lengte) ter hoogte van haar billen uitkwam.’ Klacht ongegrond.

{Kader 2}

De wensen van de AOb

Advocaat Frans Lathouwers van de AOb diende onlangs op een congres een wensenlijstje in voor een beter functioneren van de klachtencommissies.

1 – Eerst bemiddeling
Een klachtencommissie zou een klacht moeten aanhouden, oftewel even moeten laten liggen, totdat de school zelf een bemiddelingspoging heeft gedaan tussen de ouders en de leerkracht. Nu schuiven directies die hete aardappel wat al te snel door naar de commissie.

2 –Preadvies van de voorzitter van de klachtencommissie.
Lathouwers: “Met een zekere regelmaat kom ik fake- of kul-klachten tegen. Die worden dan maanden later ongegrond verklaard, maar dan is het leed voor de docent al geschied. De voorzitter van de klachtencommissie zou de klagers moeten vertellen of hun klacht kans van slagen heeft. Waarna het de klager uiteraard vrij blijft staan om dit oordeel naast zich neer te leggen.”

3 – Ook leraren in klachtencommissies
Op dit moment zitten er voornamelijk ‘ogen’ in de commissies, zegt Lathouwers. “Pedagogen, sociologen en natuurlijk managers. Het is eigenlijk ondenkbaar dat er geen leraren in die commissies zitten. In de advocatuur oordelen advocaten over klachten tegen advocaten, in de medische wereld oordelen dokters over dokters, in de makelaardij oordelen makelaars over makelaars. In het onderwijs zouden ook docenten moeten oordelen over docenten.”

4 – Een eigen bijdrage
Op dit moment is er voor de ouders geen drempel om een klacht in te dienen. “Vraag een eigen bijdrage van de ouders, die ze terugkrijgen als hun klacht gegrond wordt verklaard. Dan gaan mensen hopelijk eerst goed nadenken of ze wel een klacht indienen.”

5 – Marginale toetsing
Op dit moment buigen commissies zich uitvoerig over kwesties die de leraar binnen één seconde moest oplossen. Lathouwers: “Het handelen van de leerkracht wordt dan een hele middag onder het vergrootglas gelegd, om te oordelen of hij het enig juiste besluit heeft genomen.” Lathouwers zou liever zien dat wordt bekeken of de leraar ‘in redelijkheid is gekomen tot zijn aanpak’ en ‘heeft gehandeld volgens algemeen aanvaarde normen van goed onderwijskundig of pedagogisch handelen’.


Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.