- blad nr 6
- 22-3-2008
- auteur . Overige
- Opinie
Maakt iemand zich nog zorgen om het decemberkind?
Tekst Lidy Peters
In ons land is het gebruikelijk dat kinderen vanaf hun vierde verjaardag naar school gaan en na een kleuterperiode van twee jaar doorstromen naar groep 3. De werkelijkheid is anders: kleuters die in de periode september-december jarig zijn, krijgen niet die volledige twee jaar. En als deze kinderen in de maand augustus voorafgaand aan hun zesde verjaardag niet voldoen aan de voorwaarden om in groep 3 te kunnen starten, worden zij officieel bestempeld als een vertrager/zorgleerling. Kinderen die na december zes jaar worden, doen langer dan twee jaar over hun kleuterperiode en… zijn geen vertrager. Nu is het navrante dat de onderwijskwaliteit van scholen door de inspectie onder andere wordt beoordeeld op het aantal vertragers.
Maar het begint eigenlijk al bij de leerplichtwet. Ook al gaan kleuters, op een enkele uitzondering na, vanaf hun vierde jaar naar school, ze zijn pas leerplichtig vanaf hun vijfde. Dit betekent dat vierjarigen thuis kunnen blijven als oma komt logeren, mee op vakantie kunnen buiten de schoolvakanties, of van een midweekje met papa kunnen genieten omdat ze hem maar twee weekends per maand zien. Op de school waar ik werk leggen we ouders uit dat ze zich moeten conformeren aan de schoolregels. Voor vierjarigen geldt: wanneer ze echt moe zijn, kun je ze een dagdeel thuis laten, maar daarmee houdt het dan ook op.
In de praktijk gaat het anders. Ouders van vierjarigen melden bijvoorbeeld: ‘Wij gaan nog even een maand naar Australië nu het nog kan.’ En er is altijd een groep die met smoesjes het weekend met een vrijdag of maandag verlengt. Ik ervaar dat als irritanter, vooral wanneer de kleuter in kwestie uitlegt: ‘Ik was niet ziek, we waren op de camping, juf.’ Daarnaast gaan veel vierjarigen onder schooltijd naar zwemles, nemen ouders niet de moeite om na een doktersbezoek hun kind terug naar school te brengen, of is een dagje thuis ‘weer even zo gezellig’.
Het kan extremer. Een kleuter uit een zwak sociaal milieu, die in januari 2007 in mijn groep kwam, ging vanaf half mei voor drie maanden met mama naar zijn in het buitenland woonachtige oma (inclusief de zomervakantie). En dat gebeurde een tweede keer van begin november tot en met begin januari. Hij kwam een week nadat hij vijf jaar was geworden terug. Ik kreeg via familie het bericht dat hij ‘door een oorontsteking helaas nog niet terug kon vliegen’. Dit kind heeft dus in het eerste leerjaar vier maanden onderwijs gemist. Dat heb ik ook tegen zijn moeder gezegd. Maar er is niets tegen te doen en zolang de leerplicht niet verlaagd wordt naar vier jaar zal ik daar als leerkracht van een kleutergroep mee moeten leren leven.
Eigenlijk voel ik mij in alle gevallen in mijn werk niet serieus genomen. Niettemin wordt het niet-leerplichtige jaar, waarin een kind net zoveel kan verzuimen als de ouders willen, door de inspectie meegerekend in de achtjarige schoolcarričre op de basisschool.
Schoolrijp
Vanuit de ontwikkelingspsychologie is bekend dat de ontwikkeling van kleuters sprongsgewijs verloopt. Pieken in een bepaald ontwikkelingsgebied, bijvoorbeeld beginnende geletterdheid, kunnen gepaard gaan met dalen of stilstand op andere gebieden. En dat kan ook weer net zo plotseling veranderen. Over het algemeen wordt een kleuter tussen het zesde en zevende levensjaar ‘schoolrijp’ en voldoet hij dan aan de lees- en rekenvoorwaarden om in groep 3 te kunnen starten.
Een decemberkind van vijf jaar en acht maanden in 2007 dat in augustus 2007 nog niet aan de voorwaarden voldoet om een goede start in groep 3 te kunnen maken, kan beter nog niet doorstromen. Ik zal als leerkracht met gegevens uit het leerlingvolgsysteem moeten kunnen aantonen waar het kind nog niet aan voldoet en mijn argumenten overtuigend op een rijtje moeten hebben. Volgens de normen van de inspectie is deze kleuter dan een officiële vertrager, hij zal langer dan acht jaar over de basisschool gaan doen.
Van mij als leerkracht wordt gevraagd extra zorg aan dit kind te besteden door per periode van plus minus zes tot acht weken een handelingsplan op papier te zetten. Na uitvoering moet het plan schriftelijk worden geëvalueerd. Zowel aan het begin als aan het eind moet het met de ouders worden besproken.
Over het algemeen is dit een zinvolle werkwijze voor kleuters die beneden het groepsgemiddelde presteren. Maar gaat het bij een decemberkind ook echt om een achterstand? Mogelijk zit zo’n decemberkind in juni, wanneer duidelijk moet zijn of het door kan, op een goed niveau in zijn ontwikkeling maar haalt het nog niet het vereiste doorstroomniveau. Wie weet is het decemberkind in plaats van in augustus in januari of februari wel zover.
Op z’n zachtst gezegd is het bizar dat kleuters die dankzij hun geboortedatum na hun zesde in groep 2 kunnen blijven, niet als een vertrager/zorgleerling worden aangemerkt. Niet dat ik op nog meer extra werk en handelingsplannen zit te wachten, waar het mij om gaat is dat kleuters geen gelijke kansen krijgen.
Decemberkind
Op de school waar ik werk kan het: zowel in januari als na de zomervakantie kunnen leerlingen doorstromen naar een volgend leerjaar. Dit systeem is ooit bedacht om kinderen de gelegenheid te geven op grond van hun niveau versneld naar een volgend leerjaar te laten gaan, dan wel vertraagd in het leerjaar te blijven, zonder dat dat een heel jaar hoeft te zijn. Het gevolg is dat in alle leerjaren gedifferentieerd onderwijs wordt gegeven, want er zitten oudsten, middelsten en jongsten in een en hetzelfde leerjaar.
Het als voorbeeld genoemde decemberkind kan dus in januari/februari naar groep 3 overstappen. Een januari-kind kan, als het voldoet aan alle voorwaarden voor groep 3, in plaats van nog zes maanden in groep 2 te blijven doorstromen naar groep 3. Maar voor het decemberkind is het leed al geschied: het is en blijft een vertrager.
Ook aan de twee doorstroommomenten zitten nadelen. De kinderen die in januari doorstromen, en dat in veel gevallen in hun hele basisschoolcarričre blijven doen, zullen in groep 8 vertragen. Er bestaat namelijk geen enkele middelbare school die in januari leerlingen aanneemt.
Niettemin zijn voor mij de voordelen voor de leerling, die op grond van zijn niveau kan doorstromen dan wel vertragen, het zwaarst wegend. Helaas wordt een school afgerekend op aantallen vertragers, zonder dat bekeken wordt of de vertraging heeft bijgedragen aan het welzijn en de prestaties van het kind. Evenmin wordt gekeken waar de vertraagde kinderen terechtkomen. Mogelijkerwijs is het advies voor het vervolgonderwijs dankzij de vertraging hoger uitgevallen.
Van de inspectie verwacht ik helaas vooralsnog geen nieuwe frisse blik. Ik hoop dat er eens onderzoek wordt gedaan naar de ongelijke start in het basisonderwijs, de mogelijke gevolgen daarvan en de opbrengst van vertraging voor het vervolgonderwijs.
Lidy Peters werkt vier dagen per week als leerkracht in groep 1-2 en een dag per week als interne begeleider voor het jonge kind op een openbare school in Hilversum.