• blad nr 6
  • 22-3-2008
  • auteur . Overige 
  • Column

 

Onbegrijpelijk

De afdeling mode en commercie ging verbouwen, althans, dat was de bedoeling. Maar zoals dat vaker met plannen gaat, verliep het denken erover een stuk soepeler dan de uitvoering ervan. Hier en daar was over wat praktische problemen heen gestapt, met als gevolg dat de verbouwing een jaar werd uitgesteld. Intussen moest de 'verkoop' gewoon doorgaan. Omdat we vlak voor de grote vakantie waren begonnen met 'opruimen', verkeerden onze twee lokalen in een staat van min of meer georganiseerde chaos. Georganiseerd, omdat we alles konden vinden; chaos, omdat niets meer stond waar het hoorde. Het magazijn was leeg en het lokaal vol; de spullen netjes gestickerd zodat we ze straks weer konden terugvinden en opbergen. Van terugzetten kwam niets omdat de verbouwing steeds fasegewijs werd uitgesteld, tot uiteindelijk duidelijk werd dat het alles bij elkaar een jaar ging duren.
Omdat de afdeling gegroeid was, hadden we een extra lokaal kunnen bemachtigen. Tot dan toe had dat dienst gedaan als computerlokaal. De apparaten die er stonden, waren de naam computer niet meer waard en het geheel bood een troosteloze aanblik. Evenmin vrolijk oogden de zeven verschillende typen meubilair, in allerijl aangesleept om les te kunnen geven. Het was mijn nieuwe domicilie.
In de kerstvakantie, toch al een tijd van bezinning, bedacht ik dat er echt wat aan het lokaal gedaan moest worden. Terug op school in het nieuwe jaar liet ik leerlingen de tafels omruilen voor exemplaren van een en dezelfde soort, die nog ergens opgeslagen stonden. En ook besteedden we een paar lessen aan het maken van collages om de muren wat op te vrolijken. We probeerden of de lamellen nog open konden, want de computers werden toch niet meer gebruikt. Mijn geliefde collega's van de ict haalden de oude rommel weg, en toen werd het zowaar een lokaal. Ik kreeg zelfs zoveel medewerking dat de vloerbedekking eruit ging en werd vervangen door zeil, een must voor een praktijklokaal.
Binnen de kortste keren had zich een metamorfose voltrokken en ik was dik tevreden. Sterker nog, ik was eigenlijk wel trots op ‘mijn’ lokaal, dat in tegenstelling tot de andere twee netjes was opgeruimd en georganiseerd. Ik was ervan overtuigd dat dit een goede uitwerking op de kids zou hebben. Een opgeruimd en licht lokaal zou ongetwijfeld leiden tot een opgeruimd gemoed, zodat we lekker aan het werk konden. Collega's die binnenkwamen, waren getroffen door de verbeteringen en constateerden voor het eerst dat het toch ‘eigenlijk’ wel een groot en mooi lokaal was.
Ik wachtte vol spanning af wat de leerlingen ervan zouden vinden. De meesten reageerden met ‘hé, is hier wat veranderd?’ en daar bleef het eigenlijk wel bij. Maar ik vond het al heel wat dát ze wat was opgevallen.
Een paar dagen later werden er een paar goede computers neergezet voor onze afdeling en ik moest met mijn lessen even verhuizen naar een van de oude, rommelige lokalen. Gelukkig zou het maar voor een dag zijn. Nick komt binnen en zegt: “Eindelijk weer eens hier, gezellig!” Ik keek hem doordringend aan, maar hij meende het. Ik vraag me echt af, of ik ze ooit nog eens echt zal begrijpen.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.