- blad nr 6
- 22-3-2008
- auteur E.. Prins
- Redactioneel
Toneel maken met zeer moeilijk lerende kinderen
Met het hoofd omhoog door de school
“Wat staan ze er zelfbewust op, hč?”, zegt Ad van der Borst, wijzend op de foto’s van de spelers die in de schoolhal hangen. Op de foto’s, gemaakt door Yvonne de Blaauw, kijken de leerlingen zelfverzekerd de camera in. Stoer, lachend, zonder gęne. Van der Borst: “Dat is mijn drijfveer: ik wil ze zelfbewust en trots maken en natuurlijk ook lol en plezier geven.”
De leerlingen van de Heldringschool, een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk) in Amsterdam-West, hebben veel tegen: een laag IQ, gedrags- of sociaal-emotionele problemen, vaak een vervelende gezinssituatie. Van der Borst: “Deze kinderen hebben vaak al heel veel meegemaakt voor ze op school komen. Ze hebben al een gefrustreerd zelfbeeld.”
Geen voor de hand liggende doelgroep om theater mee te maken. Toch maakt de bevlogen muziekdocent al ruim twintig jaar muziektheatervoorstellingen met de leerlingen.
“Een uit de hand gelopen muziekles” noemt hij het zelf. “Ik zag dat er meer talent in de kinderen zat en de drang om zich te manifesteren.” Eind jaren tachtig was hij een pionier. Inmiddels zijn theatervoorstellingen met verstandelijk gehandicapten gewoner geworden, maar zijn aanpak is nog altijd bijzonder.
“Het meerdere in het mindere”, zo vat Van der Borst die aanpak samen. Oftewel: wat ze wčl kunnen, zo mooi mogelijk maken. “Ik laat ze nooit iets doen dat ze niet beheersen. Anders staan ze voor schut. Ik voeg me naar hun mogelijkheden en zoek daarin het hoogst haalbare. Stel, een leerling kan alleen maar het toneel op- en aflopen maar wil dolgraag meedoen, dan probeer ik een rol voor hem te maken waarin hij dat zo mooi mogelijk doet.”
Niet eng
Elke laatste vrijdag van de maand staat de school in het teken van het theater. De voorstelling begint om half twee, maar al vanaf elf uur ’s ochtends zijn de vijftien spelers en de begeleidende leraren in de weer. De leerlingen oefenen nog wat scčnes, kleden zich om in hun zwarte theaterkleding, worden opgemaakt, eten samen een warme lunch en vandaag staan ze ook, verlegen, de pers te woord.
“Heel leuk.” Dat is het meest gehoorde antwoord op de vraag hoe het is om in de theatergroep te zitten. “Het is leuk om met de meiden te dansen en als mensen het leuk vinden om te komen kijken”, zegt ‘danseres’ Zulal (16), die net is voorzien van rode lippenstift en glitteroogschaduw. Voor haar is het de eerste voorstelling waarin ze meespeelt, maar eng vindt ze het niet. Ook Maryam (15) vindt het niet eng en ook niet moeilijk. “Maar je moet wel veel oefenen.” Ook voor haar is het de eerste voorstelling. Het leukste? “Optreden voor mensen die je niet kent. Dan durf ik meer en gaat het beter.”
Patrick (14), een donker jochie met een stralende lach, is al een ervaren speler, hij doet al mee sinds zijn vijfde. Van der Borst vraagt hem er elke voorstelling weer bij omdat hij zo goed kan repeteren, weet hij. Wat dat is? “Wachten en goed luisteren.”
Voor Vanessa, een van de voorgronddanseressen, is het ook al haar vierde voorstelling. Ze heeft een trucje bedacht tegen de zenuwen: “Ik doe net of er geen mensen zijn. Dan kan ik me beter concentreren.”
Feestje
Net doen of er geen toeschouwers zijn, is deze middag lastig. Drie klassen van de Alfons Laudyschool, een zmlk-basisschool, zijn naar de voorstelling gekomen. Niet het makkelijkste publiek. “Voor kinderen spelen, vind ik het moeilijkst”, had hoofdrolspeelster Silvia (14) voor de voorstelling nog gezegd. “Die zijn nooit stil. Dat maakt het moeilijk je te concentreren.” Stil zijn de kinderen inderdaad niet, maar wel heel erg enthousiast. Zodra de jongens op hun djembés beginnen te trommelen, klappen de kinderen mee en dat houden ze bijna de hele voorstelling vol, soms in maar vaker uit de maat. Toch blijven de spelers goed in hun rol.
‘De droom van de hand die het water streelt’ is een abstracte voorstelling op muziek van de Turkse zangeres Sezen Aksu. Vijf jongens trommelen, zes meisjes dansen. De muziek en een spel met donker en licht, wit en rood, zorgen voor de sfeer: ingetogen en melancholisch, dan weer uitbundig en opzwepend.
Na het daverende slotapplaus mogen de kinderen uit het publiek een nummer meedansen. Zulal neemt een meisje van de voorste rij bij de hand en binnen vijf minuten staat de hele speelvloer vol uitbundig dansende en springende kinderen, de spelers er trots genietend tussen.
“Ik heb geleerd mensen blij te maken”, zegt Silvia na afloop. Zij is in de woorden van Ad “het kloppend hart van de voorstelling”. Eén scčne danst ze zelfs solo. Waar de voorstelling over gaat? “Over jongens en meisjes”, giechelt ze ineens verlegen. “Over liefde”, vult Vanessa aan. “Eigenlijk is alles liefde.” Silvia besluit: “Het is gewoon een feestje.”
“De voorstelling heeft geen verhaal”, licht Van der Borst toe. “Het gaat vooral om de sfeer, om de bewegingen en de beelden die de muziek oproept.”
Rammstein
Muziek is altijd het startpunt van een voorstelling, vertelt hij. Meestal kiest hij daarbij voor niet-alledaagse muziek. Zo klonk bij eerdere voorstellingen al eens de muziek van de Duitse metalband Rammstein en van Marlene Dietrich. Tijdens de muzieklessen komen daar steeds meer bewegingen en beelden bij. Dat proces duurt ongeveer een schooljaar.
Daarna volgt een half jaar van intensieve repetities met alleen de spelers. Die worden geselecteerd op motivatie, uithoudingsvermogen, doorzettingsvermogen en gedrag in de groep. “Maar”, voegt Van der Borst eraan toe, “alle kinderen die graag willen, probeer ik een keer aan bod te laten komen.”
Zijn inmiddels al vijftiende voorstelling bouwde hij vooral op rond het danstalent van Silvia (“Zij heeft 80 procent van de pasjes bedacht”) en het drumtalent van Volkan (15). Zij houdt de danseressen bij de les, hij de percussionisten.
Het hoge niveau van deze spelersgroep is bijzonder, vertelt hij. “De voorstelling eist heel veel van de leerlingen. Ze moeten zich vijftig minuten concentreren, al die pasjes en ritmes onthouden, tellen, maathouden en op elkaar letten.”
Het is heel knap, zeggen ook de andere begeleiders. “Alleen al dat ze zich zo’n hele dag goed gedragen zonder dat er streng toezicht is.”
Rust
Het theater is een niet meer weg te denken onderdeel van de school geworden. Er is zelfs een eigen, professionele theaterzaal. Niet alleen de gepassioneerde muziekdocent, maar het hele team is dan ook overtuigd van de enorme waarde voor de kinderen.
“Hiermee oogsten ze applaus. Dat geeft waardering en zelfvertrouwen. Ze zijn heel trots als ze mee mogen doen”, zegt onderwijsassistent Katja Jansen, die als manusje-van-alles ook al 21 jaar bij de voorstellingen betrokken is. “Zoveel succeservaringen hebben deze kinderen niet”, vult Gerard Poelwijk aan. Hij is groepsleerkracht op de school en verzorgt het licht bij de voorstellingen. “Dit is zo’n enorme ervaring voor ze. Ik weet zeker: als ze over twintig jaar op hun schooltijd terugkijken, dan hebben ze dit onthouden.”
Leerkracht Marijke Settels vertelt over een van de spelers die al twee jaar in een aparte klas zat voor leerlingen met gedragsproblemen. Hij wilde dolgraag bij de theatergroep, maar moest zijn plek wel verdienen. Nu draait hij volledig mee met de voorstelling en zit ook weer in zijn eigen klas. Van der Borst: “Juist de duidelijkheid en structuur van een voorstelling, geeft veel leerlingen rust.”
De leerlingen worden er socialer door, zeggen ze allemaal. Enkelen bouwen in de groep zelfs nieuwe vriendschappen op. En dat niet alleen. Settels: “Binnen die doeken vergeten ze de hele buitenwereld en al hun sores en problemen. Dat vind ik zo ontroerend.”
Neem de zestienjarige Joël. Hij steekt met kop en schouders boven de anderen uit. Maar in dat grote lichaam huist een klein kind, zegt Settels. “Hij is bijna overal bang voor, altijd stil en in zichzelf gekeerd.” Tijdens de voorstelling trommelt hij echter de sterren van de hemel en dat heeft hem zelfvertrouwen gegeven. “Hij keek altijd naar beneden. Nu loopt hij met het hoofd omhoog door de school.”
{noot}
De voorstelling ‘De droom van de hand die het water streelt’ is nog te zien op vrijdag 28 maart en vrijdag 25 april, om 13.30 uur in het Heldringtheater, Burgemeester Eliasstraat 20, Amsterdam. De entreeprijs is 5 euro voor volwassenen en 2,50 euro voor kinderen en groepen vanaf vijf personen.