• blad nr 9
  • 5-5-2007
  • auteur J. van Aken 
  • de Vereniging

 

Onderwijzer in de Tweede Wereldoorlog

Het was al lastig een baan te vinden na zijn afstuderen aan de kweekschool in 1938. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog maakte dat alleen maar moeilijker voor Geert Brouwer (89). “Mijn eerste verdienste voor twee dagen invallen, was een blikje met vijftig sigaretten.”

Aap-noot-mies siert de muur in het halletje. Het kan niet missen, hier woont gepensioneerd onderwijzer Geert Brouwer (89). “Zo heb ik leren lezen, jongen”, wijst hij naar het beroemde leesplankje. Het lezen ging goed en zo besloot zijn onderwijzer dat Geert Brouwer van kinderen-leren-lezen zijn beroep ging maken. “Toevallig kon ik een beetje meekomen op school, dat is mijn geluk geweest.” De kweekschool was voor een arbeidersjongen - zijn vader was stratenmaker - een grote stap.
In 1938 studeerde hij af aan de Rijkskweekschool in Leeuwarden. “Het was een beroerde tijd om een baan te vinden. Heel wat kleine dorpsschooltjes werden gesloten.” Hij begon zijn loopbaan als kwekeling met akte. “Dan zat je achter in de klas schriftjes na te kijken, je was blij als je een keer een les mocht doen.”
Hij kreeg niet betaald en uitkeringen waren er in die tijd niet. “Ik woonde nog thuis, daar draaiden mijn ouders voor op.” Af en toe mocht hij invallen. “Mijn eerste verdienste voor twee dagen invallen, was een blikje met vijftig sigaretten.”
Toen brak de Tweede Wereldoorlog uit. Brouwer werkte als invaller op een school in Noordbergum. “In het begin had je niet zo door wat de oorlog inhield.” Later werd het een toer om lesmateriaal te bemachtigen. ’s Winters was er nauwelijks brandstof om de school warm te krijgen. “Er werden steeds minder lessen gegeven. De Duitse soldaten hadden twee schoollokalen gevorderd.”
In de hoogste klassen was het verplicht Duits te geven. In die tijd moest je als leerkracht je woorden wegen. “Er waren scholen waar leerkrachten Duitsgezind waren, dat gaf scheve verhoudingen.”

Voetbalschoenen
In april 1941 kwam hij als kassier in een distributiecentrum terecht, waar hij onder andere voedselbonnen verstrekte. Tot twee keer toe riep de bezetter hem op voor arbeid in Duitsland, als kantoorbediende. “In het laatste jaar van de oorlog ben ik ondergedoken, voor negen maanden. In eerste instantie bij mijn schoonouders.” Zijn vrouw vult aan: “Als de Duitsers kwamen, moest hij onder een luik in de keukenvloer.” “Daar zat ik dan onder de grond”, merkt Brouwer droog op. Ook zat hij bij de Binnenlandse Strijdkrachten, een verzetsorganisatie. “Ik heb wapens helpen vervoeren die door de geallieerden werden gedropt.”
Na de oorlog, in 1946, kreeg hij zijn eerste eigen klas en een vaste aanstelling. “De derde klas had ik en ik verdiende toen 140 gulden per maand. In die tijd kregen we drie keer een overbruggingskrediet (een extraatje) van 120 gulden. Dan was je de koning te rijk”, roept hij opgetogen. “Toen ik nog bij mijn ouders woonde, moest ik mijn vader eerst om een rijksdaalder vragen als ik nieuwe voetbalschoenen wilde.”
In 1979 heeft hij het onderwijs verlaten. De Zwetteschool in Sneek was zijn laatste school. “Het onderwijs was dankbaar werk waar ik met veel genoegen op terugzie.” Met terugzien, herdenken, heeft hij meer dan met vieren. “Op 4 mei gingen we altijd naar de dodenherdenking, nu zitten we voor de tv. Alle gedachten aan toen komen dan boven. De mensen die doodgeschoten of verdwenen zijn. De onderduiktijd en het vervoeren van de wapens. De twee minuten stilte passen wij ook altijd toe.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.